Joannes (Jan Peeter) Houtepen (IV.34)

Joannes (Jan Peeter) HOUTEPEN [1], gedoopt (RK) op 07-01-1643 te Rijen (getuige(n): Nicolaus Joannis en Maria Cornelii). V. Petrus Adriani Houtepen, M. Johanna Nicolai, begraven 1710 te Rijen.

Zoon van Petrus (Peeter Adriaensen) HOUTEPEN (zie III.7) en Joanna (Jenneken) NICOLAUS JOANNES.

Ondertrouwd op 04-02-1672 te Gilze (getuige(n): Antonius Petri, Joannes Huberti).

Gehuwd voor de kerk op 29-jarige leeftijd op 18-02-1672 te Gilze (getuige(n): Wirocus Joannis Wreeters, Helena Theodori) met Joanna EIJCKMANS, geboren circa 1645, dochter van Cornelius aan de VIJF EIJCKEN. (Joannes Petri Houtepen, Joanna Huberti).

Uit dit huwelijk:

1.  Nicolaus (Niklaas, Claes) (zie V.35).
2.  Cornelius, gedoopt (RK) 02-1675 te Rijen (getuige(n): Adriana Arnoldi Jansen). Joannes Petri Houtepen en Maria (niet Joanna?) Huberti aen de 5 eyck (=Eijkmans), begraven voor 1711. Cornelis wordt namelijk niet genoemd als mede-erfgenaam in de nalatenschap van zijn vader bij de verkoop op 3 februari 1711 (SAB V674 f8).
3.  Petronella (Pitronella) [2], gedoopt (RK) op 23-09-1676 te Rijen (getuige(n): Joanna Nicolai Jansen). V. Joannes Petri Houtepen, M. Joanna Huberti Cornelii, overleden te Oosterhout? Gehuwd voor de kerk op 24-jarige leeftijd op 13-03-1701 te Gilze Rijen met Wilhelmus (Willem Huijb) van SPAENDONCK, geboren circa 1674 te Tilburg, overleden na 1720 te Oosterhout? Zoon van Huibert Jan Cornelis van SPAENDONCK en Willemken Cornelis Pieter ANDRIES. (Petronella Joannis Houtepen, Wilhelmus Huberti van Spaendonck). Getuigen: Gerardus Wilhelmi de Jonch, Margo van Gils.
4.  Joannes, gedoopt op 22-09-1678 te Rijen, begraven voor 1711. Ook Joannes wordt niet genoemd als mede-erfgenaam in de nalatenschap van zijn vader bij de verkoop van op 3 februari 1711 (SAB V674 f8).
5.  Joanna (Jenneken Jan) [3], gedoopt (RK) op 21-01-1681 te Rijen (getuige(n): Adriana Cornelii Eyckmans). V. Joannes Petri Houtepen, M. Joanna Cornelis Eyckmans. Gehuwd met Jan de WILDE.
6.  Maria (Maria Jan Peeter) [4], gedoopt (RK) op 31-01-1683 te Rijen (getuige(n): Hubertus Eyckmans en Maria Cornelis Jan Stevens). V. Joannes Petri Houtepen, M. Joanna Huberti Eyckmans. Gehuwd voor de kerk na 1711 met Adrianus RAIJMAKERS.
7.  Hubertus, gedoopt (RK) op 18-03-1694 te Rijen (getuige(n): Joannes Adriani Dielisse, Maria Huberti Eyckmans). V. Joannes Petri Houtepen, M. Joanna Huberti Eyckmans, begraven voor 1711. Hubertus wordt niet genoemd als mede-erfgenaam in de nalatenschap van zijn vader bij de verkoop van op 3 februari 1711 van de aanstede met huis, schuur en erf, groot drie bunder, alsmede in een kavel zaailand genaamd Den Inneem (SAB V674 f8).
8.  Willebrordus, gedoopt (RK) op 19-12-1696 te Rijen (getuige(n): Adrianus Dilisse (HH: Huiberts), Maria Joannis de Jonch, W. Dimpna Petri Houtepen). V. Joannes Petri Houtepen, M. Joanna Huberti Eyckmans, begraven voor 1711. Willebrordus wordt niet genoemd als mede-erfgenaam in de nalatenschap van zijn vader bij de verkoop van op 3 februari 1711 van de aanstede met huis, schuur en erf, groot drie bunder, en het kavel zaailand genaamd Den Inneem (SAB V674 f8).

 

[1] Achtergrond informatie bij Joannes (Jan Peeter) HOUTEPEN:
Joannes Petri Houtepen is doopgetuige bij Joanna, dochter van zijn dochter Petronella Joannis Houtepen en Wilhelmus Huberti van Spaendonck, op 26 januari 1705 tezamen met zijn andere dochter Maria Joannis Houtepen (Indexnummer 1252 (32/51)) en voorts bij Cornelius, zoon van zijn broer Petrus Petri Houtepen en Helena Cornelii Adriaen Liven, op 25 september 1678 tezamen met Adrina Cornelis Adriaen Liven (Indexnummer 665 (33/42)).
Op 2 november 1683 leent Jan Peeters Houtepen van Peeter van Dongen, lakenkoopman te Breda, f250,00, waarbij hij zichzelf en zijn een/zesde onverdeelde aandeel in de ouderlijke stede verbindt, terwijl zijn broers Anthonij en Nicolaes zich borg stellen (SAB V670 f113v). Uit de boedelbeschrijving van deze Peeter Bartholomeeus van Dongen blijkt dat de schuld op 15 mei 1705 nog niet is afgelost (SAB R560 f183). 
Op 17 maart 1682 hebben Jan Peeterssen Houtepen en zijn vrouw Anneken Cornelis Huijbrechts zich borg gesteld voor een door Theodorus Winckelmans, predikant te Oosterhout, aan hun (schoon)broer Huijbrecht Cornelis Huijbrechts verstrekte geldlening groot f600,00. De opbrengsten uit de brouwerij annex herberg van Huijbrecht blijken niet voldoende om de rente te kunnen betalen. Op 6 maart 1689 laat Winckelmans beslag leggen op het huis met schuur en aanstede met vijf bunder erf, genaamd De Vijffeijcken, voorts op de haaf, meubelen en actien van de beide borgen en bovendien op het onverdeeld aandeel van Anneken Cornelis Huijbrechts in een huis, schuur, aanstede en vier bunder erf in Molenschot, waarna de besetter op 28 januari 1689 de "goederen inde besettinge gementioneerd raeckende Huijbrecht Cornelis Huijbrechts rechtelijcken uijt sheeren handt gecocht" heeft, en heeft de weduwe en boedelhoudster van de besetter (Winckelmans is dus tussentijds overleden) op 27 april 1689 "uijt sheeren gecocht de goederen van Anneken Corn Huijbrechts als borge voor Huijbt Corn Huijbt hier boven in besettinge gementioneert". Van het bezit van Jan Peeter wordt in deze besetbrief niet meer vermeld of dit is verkocht (RAT inv.2804 nr 9). In een andere besetbrief van dezelfde datum legt Winckelmans tot verhaal van een op 17 maart 1682 aan Jan Peeters Houtepen verstrekte geldlening ten bedrage van f250,00 echter ook beslag op "de haeff, meublen, actien, schulden ende crediten die Jan Peeters Houtepen [-] is hebbende, ende specialijcken het achterhuijs metter helft van de schuere, aenstede ende erfenisse daeraen ende toebehoorende, groot tsaemen twee buijnderen, gestaen ende gelegen onder dese vierschaer ten Rijen" en op het bezit van Niclaes Peters Houtepen, speciaal op "soodanich gerechte sesde paert als den voorn Niclaes Peeters Houtepen is competerende in een huijsinge, aenstede ende erffenisse daeraen ende toebehoorende, groot int geheel omtrent ses buijnderen", aangezien Niclaes en Huibrecht zich voor de terugbetaling van deze schuld borg hadden gesteld. Op 10 maart 1689 verklaart Jan Peeterssen Houtepen de "besettinge te houden voor voltrocken", welke verklaring echter niet wordt gevolgd door de gebruikelijke twee vernieuwingen, de justificatie van de schuld en de koop "uijt sheeren handt" (RAT inv.2804 nr 9). Jan heeft dus zeer waarschijnlijk de schuld kunnen lossen. Op 18 maart 1689 valt het doek echter definitief voor Huijbrecht Cornelis Huibrechts: de weduwe en erfgenamen van Michiel van den Ouweland laten beslag leggen op zijn vermogen tot verhaal van f1.600,00 wegens geleverde bieren verminderd met 3/16e betalingen, f149,50 alsmede f214,55 eveneens wegens geleverde bieren, hetgeen tot verkoop uit sheeren handt heeft geleid van diens huis met schuur, stallinge en dergelijk alsmede drie parcelen ter plaatse genaamd De Vijff Eijck; daarna legde op 15 oktober 1689 ook nog Juffrouw Maria Schuermans, meesteresse van het begijnhof van Breda, beslag op diens vermogen tot verhaal van f 18,00 huur van een kavel land achter de kerk te Gilze. Huijbrecht had voorts nog f150,00 geleend van de kerk te Rijen op 5 mei 1675, voor welke geldlening Bastiaen Janssen de Jonghe zich ditmaal borg had gesteld. De kerkmeester legde vervolgens op 24 januari 1689 beslag op het huis van Huibrecht alsmede op drie kavels grond van de overleden borg, te weten een kavel zaailand genaamd het Thijgoet, een kavel weiland, genaamd het Suerbroeck, nog een kavel zaailand, een kavel bos en voorts nog een kavel hei. (alles RAT inv.2804 nr 9 verder ongenummerd). Uiteindelijk werd op 3 septemebr 1700 de insolvente boedel van Huijbrecht Cornelis Huijbrechts zaliger en zijn weduwe Maeyken Janssen de Jongh openbaar verkocht. Saillant is dat Cornelis Huijben van Dongen (zoon van Maria Thomas Houtepen) eigenaar werd van de aanstede, bestaande uit een huis, schuur, twee kooien, hof en erf en voorts nog twee kavels heide van vier en een bunder groot (SAB R672 en De Mulder 97). Gesteld kan worden dat Niclaes en Jan (bijna) zijn meegetrokken in het "faillissement" van Huijbrecht Corn Huijbrechts. 
Na zijn overlijden verkopen zijn (klein)kinderen (te weten Jan en Claes, kinderen van Claes Jan Peeter Houtepen, Pitronella Jan Peeter Houtepen (gehuwd met Willem Huijb van Spaendonck), Jenneken Jan Peeter (gehuwd met Jan de Wilde) en Maria Jan Peeter Houtepen (ongeveer vijfentwintig jaar oud) op 3 februari 1711 voor een koopprijs van f860,00 hun een/derde deel in een drie bunder grote aanstede met huis, schuur en erf alsmede in een anderhalf bunder grote kavel zaailand genaamd Den Inneem aan Christoffel Goris Thielen en zijn echtgenote Margo van Gils voor de ene helft en aan diens moeder Eva Verhoff, weduwe van Goris Thielen, voor de andere helft. De resterende twee/derde gedeelten behoorden voor de ene helft toe aan de medekoper, Christoffel Goris Thielen en zijn echtgenote Margo van Gils, en voor de andere helft aan zijn zus Dingena Peeter Houtepen, weduwe van wijlen Adriaen Dielis Huijben (SAB V674 f8). 

[2] Achtergrond informatie bij Petronella (Pitronella):
Petronella Joannis Houtepen is doopgetuige bij de doop van Nicolaus, zoon van haar broer Nicolaus Joannis Houtepen en Joana Cornelis van Arendonck, op 02-12-1698, tezamen met Adrianus Dielisse, die afwezig is blijkens de Index op de doopboeken van Gilze-Rijen, nummer 683 (32/39v).
Na hun huwelijk in Tilburg wordt er op 23 maart 1702 in Tilburg een borgbrief afgegeven aan Willem Huijberts van Spaendoncq, geboren te Tilburg, en Pietronilla Jan Houtepen, geboren te Rijen, om naar Rijen te gaan (RAT, DB/Borgbrieven 1687-1810, inv.nr.137, f.13). In Rijen worden ook hun acht kinderen gedoopt: Hubertus op 24 oktober 1702, Joanna op 26 januari 1705, Joannes op 3 september 1707, Adriana op 11 januari 1710, Elisabetha op 11 februari 1711, Petrus op 2 mei 1714, Marynus op 10 juni 1706 en Wilhelmus op 2 november 1717.
Na het overlijden van haar vader verkopen Pitronella tezamen met haar twee zussen en haar twee neefjes op 3 februari 1711 hun een/derde deel in een aanstede met huis, schuur en erf, groot drie bunder, alsmede in een kavel zaailand genaamd Den Inneem, waarvan de resterende een/derde gedeelten toebehoren aan de koper, Christoffel Goris Thielen en zijn echtgenote Margo van Gils, alsmede aan zijn zus Dingena Peeter Houtepen, weduwe van wijlen Adriaen Dielis Huijben (SAB V674 f8). Op 7 februari van dat jaar geven Thomas Houtepen en Huijbrecht van Dongen als schepenen van Rijen en Provisores van de armenmiddelen te Rijen een borgbrief af voor het gezin ten behoeve van de armmeesters van Oosterhout (RAT 2006 nr 364 f90). 

[3] Achtergrond informatie bij Joanna (Jenneken Jan):
Joanna Joannis Houtepen is doopgetuige bij de doop van Huibert Willem Huiberts, zoon van Wilhelmus Huberti (van) Spaendonck en haar zus Petronella Joannis Houtepen, tezamen met Antonius Joannis Hilarii, afwezig, op 24 oktober 1702 blijkens de index op de doopboeken nr. 1250, 32/46v.
In 1711 woonden zij zeer waarschijnlijk in de polder van Lillo (Zeeland) aangezien zij na het overlijden van haar vader aan haar man blijkens een akte van procuratie, voor schepenen van Lillo gepasseerd, een volmacht geeft om namens haar met haar twee zussen en haar twee neefjes het een/derde deel in een aanstede met huis, schuur en erf, groot drie bunder, alsmede in een kavel zaailand genaamd Den Inneem, waarvan de resterende een/derde gedeelten toebehoren publiekelijk te verkopen en te leveren aan de koper, Christoffel Goris Thielen en zijn echtgenote Margo van Gils, alsmede aan zijn zus Dingena Peeter Houtepen, weduwe van wijlen Adriaen Dielis Huijben. Deze akte werd op 3 februari van dat jaar getekend (SAB V674 f8).

[4] Achtergrond informatie bij Maria (Maria Jan Peeter):
Maria is doopgetuige bij de doop van twee kinderen van haar zus Petronella en Wilhelmus van Spaendonck, te weten bij Joanna van Spaendonck op 26 januari 1705 en bij Elisabetha van Spaendonck op 11 februari 1711.
Op 3 februari 1711 is zij nog ongehuwd als de publieke verkoop plaatsvindt van het een/derde onverdeeld aandeel in een drie bunder grote aanstede met huis, schuur en erf aan de Heikant te Rijen alsmede in een kavel zaailand, genaamd Den Inneem, behorende tot de nalatenschap van haar vader. De resterende een/derde gedeelten behoorden toe aan de koper, Christoffel Goris Thielen en zijn echtgenote Margo van Gils, enerzijds en hun tante Dingena Peeter Houtepen, weduwe van wijlen Adriaen Dielis Huijben, anderzijds (SAB V674 f8). Uit haar huwelijk worden in ieder geval twee kinderen geboren: Franciscus Raijmakers wordt op 14 maart 1721 in Goirle gedoopt (met als doopgetuigen Geijsbertus Joannes Melis en Joanna Classen) en Joannes Raijmakers wordt op 15 september 1724 in Goirle gedoopt (met als doopgetuigen Hubertus van Spaendonck en Joanna Joannes Hutepen!). Adrianus Raijmakers wordt ook als vader vermeld van drie kinderen, waarvan de moeder bij de doop te Goirle wordt aangeduid als Maria, Maria van Spandonk en Maria Hubertus van Spandonck, te weten van Adriana op 6 augustus 1714, van Catharina op 6 oktober 1715 en van Elisabetha op 13 december 1717. 

Familiewapen Houtepen
Joannes (Jan Peeter) Houtepen