Successiememories Breda

Cornelis Houtepen, overleden te Al­phen op 11 juli 1825

RANB inv.nr.036.03.03.11, Breda, memorienummer 3
Wij ondergetekenden, Catharina van den Corput, weduwe van wijlen Jan Heiliger Houtepen, Eva Houtepen, weduwe van wijlen Nicolaas van den Nouweland, en Johanna Houtepen in huwelijk en ten dezen geassisteert met Francus Heuvelmans, wonende in de gemeente van Alphen, provincie Noord-Brabant, kiezende domicilie ten woonhuize van de eerste ondergetekende, Wijk B, nummer 74, verklaren:
dat Cornelis Houtepen den elfden juli eenduizendachthonderd vijfentwintig te Alphen is overleden en laatst aldaar gedomicilieerd is geweest;
dat het actief van den boedel bestaat in de volgende goederen, te weten:
  1. een derde part in de helft en dat 1/6 part van een stede, bestaande in huis, stal, schuur, schop, bakhuis­je, hof en ongeveer vijf bunder land, weide, beemd en heijde, ge­staan en gelegen in diffe­rente perceelen te Alphen onder Vijf­huizen, niet verhuurd geweest, waardig voor de nage­laten erfportie, honderd zes en zestig gulden zeven en zestig cent, ƒ 166,67;
  2. een derde part in de helft en dat 1/6 van eene os, drie koebeesten en een kalf, waardig voor de nagela­ten erfpor­tie vijfentwintig guldens vijf en veertig cent, ƒ 25,45;
  3. gelijk part in den te velde staande oogst, bestaande in boekweit, rogge, haver, aardappelen, waardig voor de nage­laten erfpor­tie twintig guldens, ƒ 20,00;
  4. gelijk part in allerlij bouwgereedschappen en huismeu­belen, waardig voor de nagelaten erfpor­tie zeventien gul­dens ƒ 17,00;
  5. gelijk part in de kontraktspenningen op het afstaan in den boedel bevonden, bedragende voor het nagela­ten aan­deel vier guldens en zeventien cent,  ƒ 4,17;
  6. de kleederen en linnen tot het lijf van de overledene behoord hebbende zijn waardig bovendien dertig gulden, ƒ 30,00
Bedragende alle het totaal der waarde van het actief den nalaten­schap tweehonderd drieenzestig gulden negen en twintig cents,  ƒ 263,29;
Dat het passief is samengesteld uit de navolgende lasten te weten:
  1. aan dood en begraffeniskosten negen en zestig gulden, ƒ 69,00;
  2. aan grondlasten tot op het overlijden verschenen voor 1/6 part vijftig cents, ƒ 0,50;
Bedragende alzo het totaal van het passief der nalatenschap negen en zestig gulden vijftig cents, ƒ 69,50;
dat dienvolgende het zuiver saldo van de boedel slechts be­draagt den som van honderd drie en negentig gulden negen en zeventig cents  ƒ 193,79;
dat erfgenaam ab intestato in den boedel zijn de eerst ondergetekende, moeder, en de twee laatst ondergetekenden, dochters van den overledene, en wel de eerste voor 1/4 part en de laat­ste voor de resterende 3/4 parten;
dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolueerd nog vruchtgebruik vervallen is.
Alphen, 28 december 1825
       +     Signum Catharina van den Corput, wed. Jan Hou­te­pen, die verklaarde niet te kunnen schrijven
       Eva Houtepen   Johanna Houtepen
       +     Signum Francus Heuvelmans, die verklaarde niet te kunnen schrijven.
Ons present.
 
Extract uit de minuten, berustende ter Griffie van de Regtbank van eerste aanleg, zitting houdende te Breda.
No 243  Geweezen voor zegel gratis te Breda, den zestiende februarij 1800 zes en twintig.
Op heeden den dertiende februarij des jaars eenduizend achthonderd zes en twintig, zijn ter Openbare Rolle van de Regt­bank van eersten aanleg, zitting houdende te Breda, gecompa­reerd:
  1. Franciscus Heuvelmans, bouwman,
  2. Eva Houtepen, weduwe Nicolaas van den Ouweland, landbouwster en
  3. Johanna Houtepen, huisvrouw van den voornoemden Franciscus Heuvelmans,

allen wonende onder de gemeente Alphen, welke comparanten de eerstge­noemden achtervolgens een schriftelijke toestemming is afge­ge­ven door den heer ontvanger van het regt van successie te Breda op den dertiende februarij achttien honderd zes en twintig te Breda ten zelven dag geregistreerd, en de speciale volmagt daartoe op hun verstrekt door Catharina van den Corput, weduwe van wijlen Jan Heiliger Houtepen, wonende te Alphen, bij akte gedagteekend aldaar den tiende februarij achttien honderd zes en twintig te Breda mede ten zelve dage geregistreerd, voor en in name van de genoemde lastgeeftser en mede in eigen naam de tweede en derde comparanten in eigen naam ter Rolle voorschreven bij Eede hebben verklaard, dat zij in gemoede vermeenen bij de aangifte der nalatenschap van wijlen Cornelis Houtepen, ge­woond hebbende en overleden te Alphen den elfden Julij eendui­zendachthonderd vijfentwintig, niets verzwegen te hebben, dat tot diens boedel behoort en voor de regeling van het regt van succesie heeft moeten worden aangegeven, zoo en in dier voege als zulks is voorgeschreven bij de wet van de zeventwintigste December eenduizendachthonderd zeventien no. 37.

Gedaan ter openbare rolle voornoemd, present de heeren Le Hen, President, Begram en Hoppenbrouwers, Regters, en Van den Heuvel, officier, geteekend. AWC Zetten, Le Storm.
      
No 338 Gratis geregistreerd te Breda, den zestiende februarij 1800 zes en twintig deze twintig blad vierenzeventig verso. Afgegeven voor eensluidend afschrift.
 

Michiel Houtepen, overleden te Gilze op 21 augustus 1825

RANB, inv.nr. 036.03.03.11, Breda,  memorienummer 36

Memorie van Aangifte van Michiel Houtepen, overleden te Gilze, provincie Noord-Braband.

De ondergetekenden, Jan Houtepen en Anna Maria van Gestel, echtelieden, wonende op de Haansberg te Gilze, wijk H, no 131, alwaar zij ten opzichte van de aangifte domicilie verkiezen, verklaren bij dezen:
dat hun kind Michiel Houtepen op den 21 augustus 1825 te Gilze is overleden en laatst aldaar woonachtig is geweest;
dat hetzelve geen roerende noch onroerende goederen heeft nagelaten;
dat de erfgenamen, welke ab intestato tot de nalatenschap gerechtigd zouden zijn geweest, zijn zij ondergetekenden, wettige ouders van de overledene benevens hunne nog minderjarige kinderen, met name Jan Batist, Anna en Adriana Cornelia, broeder en zusters van de overledene;
dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolueerd nog vruchtgebruik vervallen is.
Te Gilze, den 20 Februarij 1826.
Jan Houtepen
X         handmerk van Anna Maria van Gestel, verklarende niet te kunnen schrijven.
In presentie van mij, secretaris van Gilze en Rijen.

 

Gerardina Houtepen, overleden te Gilze op 18 december 1825

RANB, inv.nr. 036.03.03.11, Breda, memorienummer 116

Memorie van Aangifte van Gerardina Houte­pen, overle­den te Gilze, provincie Noord-Braband.

De ondergetekenden, Jan Houtepen en Anna Maria van Gestel, echtelieden, wonende op de Haansberg te Gilze, wijk H, no 131, alwaar zij ten opzichte van de aangifte domicilie verkiezen, verklaren bij dezen:
dat hun kind Gerardina Houtepen op den 18 december 1825 te Gilze is overleden en laatst aldaar woonachtig is geweest;
dat hetzelve geen roerende noch onroerende goederen heeft nagelaten;
dat de erfgenamen, welke ab intestato tot de nalatenschap gerechtigd zouden zijn geweest, zijn zij ondergetekenden, wettige ouders van de overledene benevens hunne nog minderjarige kinderen, met name Anna Cornelia, Anna en Jan Batist Houtepen, zusters en broeder van de overledene;
dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolueerd nog vruchtgebruik vervallen is.
Te Gilze, den 17 Mei 1826.
Jan Houtepen
X         handmerk van Anna Maria van Gestel, verklarende niet te kunnen schrijven.
In presentie van mij, secretaris van Gilze en Rijen.

 

Antonetta Houtepen, overleden te Ginneken op 28 september 1825

RANB, inv.nr. 036.03.03.10, Breda, memorienummer 319

Memorie van Aangifte van Antonetta Houtepen, overle­den te Ginneken, provincie Noord-Braband.

De ondergetekenden, Willem Houtepen en Joanna Jansen, echtelieden en arbeiders, woonende te Ginneken, Provincie noord-Braband, kiezen­de domi­ci­lie ten huize van ons ondergetekenden te Ginneken in Bavel, Wijk I, no 367, verklaren:
dat onze dochter Antonetta Houtepen, in de ouderdom van zes­tien dagen den achtentwintigsten september 1825 te Ginneken is overleden en laatst is gedomicilieerd geweest aldaar;
dat door de overledene niets hoegenaamd van eenige waarde, en dus ook geen roerende noch onroerende goederen zijn nagelaten, ter­wijl in geval van nalatenschap wij alleen daartoe ge­rechtigd zouden zijn geweest, en dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolu­eerd nog vruchtgebruik ver­vallen is.
Ginneken, den 11 november 1825
Handmerk + van Willem Houtepen
verklarende niet te kunnen schrijven.
Joanna Jansen

 

Jan Batist Houtepen, overleden te Gilze op 5 maart 1826

RANB, inv.nr. 036.03.03.11, Breda, memorienummer 120

Memorie van Aangifte van Jan Batist Houtepen, over­leden te Gilze, provincie Noord-Braband.

De ondergetekenden, Jan Houtepen en Anna Maria van Gestel, echtelieden, wonende op de Haansberg te Gilze, wijk H, no 131, alwaar zij ten opzichte van de aangifte domicilie verkiezen, verklaren bij dezen:
dat hun kind Jan Batist Houtepen op den 5 maart 1826 te Gilze is overleden en laatst aldaar woonachtig is geweest;
dat hetzelve geen roerende noch onroerende goederen heeft nagelaten;
dat de erfgenamen, welke ab intestato tot de nalatenschap gerechtigd zouden zijn geweest, zijn zij ondergetekenden, wettige ouders van de overledene benevens hunne nog minderjarige kinderen, met name Anna Cornelia en Anna Houtepen, zus­ters van de overledene;
dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolueerd nog vruchtgebruik vervallen is.
Te Gilze, den 17 Mei 1826.
Jan Houtepen
X         handmerk van Anna Maria van Gestel, verklarende niet te kunnen schrijven.
In presentie van mij, secretaris van Gilze en Rijen.

 

Cornelis Houtepen, overleden te Gilze op 15 februari 1832

RANB inv.nr. 036.03.03.23, Breda, memorienummer 42

Memorie van Aangifte van Cornelis Houtepen, overle­den te Gilze, provincie Noord-Braband.

Wij ondergetekenden, Heijliger Houtepen, bouwmansknecht, en Johannes Houtepen, bouwman, beiden wonende te Gilze, Provin­cie Noord-Braband, kiezen­de aldaar domicilie ten woonhui­ze van laatstgenoemden op den Haans­berg Wijk H, no 131, verklaren:
dat Cornelis Houtepen, in leven bouwmansknecht, op den 15 februarij 1832 ab intestato te Gilze voornoemd is over­leden en laatst aldaar is gedomi­cilieerd geweest;
dat het actief zijnen nalatenschap bestaat in:
  1. de onverdeelde helft in een perceel Zaailand, genaamd Het Achterste Plek, groot twee en veertig Roeden en tien ellen, gelegen op de Haansberg onder Gilze, geschat deze helft op zeven en dertig gulden vijftig cents  ƒ 37,50
  2. Idem in een perceel zaailand, genaamd Groten Akker, gelegen als voor, groot vier en twintig roeden, waardig geschat deze helft van achttien gulden vijfenzeventig cents  ƒ 18,75
  3. Idem in een perceel weiland, gelegen als voor, groot zeven en vijftig roeden tien ellen, geschat den helft op  ƒ 50,00
  4. Idem in een perceel beemd, gelegen op het Rik (Rek?) te Rijen onder Gilze, groot drie en vijftig roeden veertig ellen, geschat deze helft op  ƒ 65,00
  5. de onverdeelde helft in een perceel hooiland, gelegen onder Gilze Schoot op den Agensche Langenberg onder Gilze, groot een bunder acht roeden twin­tig ellen, geschat den helft op  ƒ 50,00
  6. De contante penningen op de dag des overlijdens in den boedel aanwezig bevonden, bedragende ƒ  650,00
  7. Eene kist met kleederen en lijfsieraden van den overlede­ne te zamen waardig geschat   ƒ  48,00
Derhalve het actief beloopt eene som van  ƒ 919,25
Dat het passief dezer nalatenschap bestaat in:
  1. eene rekening van den heer Jansen, Medicine doctor, te Gilze wegens gedurende de laatste ziekte van de overlede­ne verstrekte medicamenten en visites ten bedrage van            ƒ 7,00
  2. de dood en begrafeniskosten bedragende tezamen de som van  ƒ 85,00
Derhalve het passief bedraagt  ƒ 92,00
Dat alzoo het zuiver saldo dezer nalatenschap be­draagt een som van  ƒ  827,25
dat het vorenstande overschot ab intestato wordt geërfd door de aangevers in deze namelijk Heiliger Houtepen, heelen broe­der, en Johannes Houtepen, halven broeder van den overledene, ieder voor de helft.
dat door dit over­lijden geen fideï-commis gedevolu­eerd nog vruchtgebruik ver­vallen is.  Gilze, den
Handmerk van Heiliger Houtepen,  Jan Houtepen (Tevens werd in dezen een eed afgelegd bij de rechtbank te Breda)

 

Jan Baptist Houtepen, overleden te Gilze op 24 februari 1832

RANB, inv.nr. 036.03.03.23, Breda,  memorienummer 56

Memorie van Aangifte van Jan Baptist Houte­pen, over­leden te Gilze, provincie Noord-Bra­band.

Wij ondergetekenden, Jan Houtepen, bouwman, en Anna Maria van Gestel, echtelieden en woonende te Gilze, Provincie Noord-Braband, kiezende aldaar domicilie ten onze woonhuize in Wijk H, no 131, verklaren:
dat Jan Baptist Houtepen, onze zoon op den 24e Februarij 1832 te Gilze in de ouderdom van zeven maanden is overleden, en laatst aldaar gedomicilieerd is geweest;
dat door de overledene geen roerende noch onroerende goederen zijn nagelaten, terwijl in geval van nalatenschap daartoe wij, ondergetekenden, benevens onze vier nog minderjarige kinderen, met namen Adriana Cornelia, Anna, Gerardina en Mechelina Houtepen, zouden zijn geweest, mitsgaders dat door dit over­lijden geen fideï-commis gedevolueerd nog vruchtge­bruik ver­vallen is.
Gilze, den 24e augustus 1832
Jan Houtepen
Hand X merk van Anna Maria van Gestel, verklarende niet anders te kunnen schrijven of teekenen.
De Burgemeester der gemeente van Gilze en Rijen verklaart dat voorzoveel hem bekend is de overledene Jan Baptist Houtepen geen goederen heeft nagelaten.

 

Johannes Houtepen, overleden te Chaam op 4 mei 1832

RANB, inv.nr. 036.03.03.23, Breda, memorienummer 133

Memorie van Aangifte van de nalatenschap van Johan­nes Houte­pen, overleden te Chaam den 4 mei 1832.

Wij ondergetekenden, Willem Houtepen, Johannes Houtepen, bouwlieden, woonende te Bavel onder Ginneken, Cornelis Houtepen en Josina Houtepen, bouwlieden, woonende te Chaam, verkla­ren bij deze domicilie kiezende te Chaam wijk A no twintig,
dat de nalatenschap van wijlen onzen vader Johannes Houtepen, laatst gedomicilieerd hier op den vierden mei achttien­honderd twee en dertig ab intestato overleden te Chaam, Noord-Braband, bij ons, zijne kinderen, geërfd wordt,
dat tot deze nalatenschap de volgende onroerende goederen behoren:
  • Een huis met stal, schuur, hof en aanstede, gehuchten A nummer twintig, gestaan en gelegen op Snijders onder Chaam, groot omtrent zes en negentig roeden;
  • Een perceel land, genaamd de Plek over de straat, groot omtrent vier en zestig roeden, gelegen als voor;
  • een perceel land, groot omtrent vijf en twintig roeden, genaamd Westschooten, gelegen als voor;
  • een perceel land, genaamd Oostereind, groot twee en zestig roeden, gelegen als voor;
  • een perceel land, mede het Oostereind genaamd, groot twee en dertig roeden, gelegen als voor;
  • een perceel land, genaamd Jan Theeuwenakker, groot vijftig roeden, gelegen als voor;
  • een perceel beemd, groot omtrent vier en zestig roeden, gelegen als voor in het broek;
  • een perceel weide, genaamd de weide over de straat, groot omtrent twee en dertig roeden, gelegen als voor;
  • een perceel heide, groot omtrent zes en negentig, gelegen als voor;
  • een perceel heide, genaamd het Moervenneken, groot zes en vijftig roeden, gelegen als voor;
  • een perceel heide, groot twee en dertig roeden, gelegen onder Gilze;
  • een perceeltje heide, groot vijftien roeden, gelegen als voor;
  • een perceel heide, groot twee en dertig roeden, gelegen onder Alphen;
  • een perceel heide, groot twee en dertig roeden, gelegen als voor;
Verklaren wij, dat door niemand buiten de genoemden iets uit deze nalaten­schap wordt verkregen als mede dat door dat overlijden geen fideï commis wordt gedevolueerd noch vruchtgebruik vervallen is.
Chaam, den tienden october achttien honderd twee en dertig.
Hand X merk van                 Hand X merk van
Willem Houtepen                Johannes Houtepen
Hand X merk van                 Hand X merk van
Cornelis Houtepen              Josina Houtepen

 

Eva Houtepen, overleden te Gilze op 23 augustus 1840

RANB, inv.nr. 036.03.03.39, Breda, memorienummer 156

Memorie van Aangifte van Eva Houtepen, overle­den te Gilze, provincie Noord-Braband.

Wij ondergetekenden, Johannes Houtepen en Anna Maria van Gestel, zijne huisvrouw, bouwlieden, wonende te Gilze, kiezende aldaar domicilie ten onze woonhuize op Haansberg Wijk H, no 131, verklaren:
dat ons kind Eva Houtepen, op den 23 augustus 1840 te Gilze in de ouderdom van vijf weken is overleden en laatst aldaar gedomicilieerd is geweest;
dat door de overledene geen roerende noch onroerende goederen zijn nagelaten, terwijl in geval van nalatenschap daartoe wij, ondergetekenden, benevens onze zeven nog minderja­rige kinde­ren, met namen Adriana Cornelia, Anna, Gerardina, Meche­lina, Cornelis, Johanna en Antonia Houtepen, zouden zijn geweest, mitsgaders dat door dit over­lijden geen fideï-commis gedevolu­eerd nog vruchtgebruik ver­vallen is.
Gilze, den 23 november 1840
Jan Houtepen
Hand + merk van Anna Maria van Gestel, verklarende niet anders te kunnen schrijven of teekenen.
De Burgemeester der gemeente van Gilze en Rijen verklaart dat voorzoveel hem bekend is de overledene Eva Houtepen geen goederen heeft nagelaten.

 

Johanna Houtepen, overleden te Riel op 10 juni 1841

RANB, inv.nr. 036.03.03.41, Breda, memorienummer 41

Memorie van Aangifte der nalatenschap van Jo­hanna Houte­pen, huisvrouw van Jan Francis Heu­velmans, over­leden te Riel den 10 juni 1841.

Jan Francis Heuvelmans treedt bij de aangifte op als vader en voogd over de minderjarigen kinderen Maria, Corne­lis en Jan Bap­tist Heuvelmans, die enig erfgenaam zijn.
Onroe­rende goederen in de nalatenschap: een huis, schuur en erf met drieentwintig percelen heide, bouw en weiland, tuin, dennenbosch, hakhout, alles gelegen te Alphen en Riel, bekend bij het kadaster onder artikel 140 sectie B en C no. 65, 66, 67, 68, 99, 100, 109, 123, 124, 242, 25­6, 25­9­, 268, 269, 270, 272, 279, 343, 348, 349, 350, 351, 36­4, groot tezamen in 't geheel 10 bunders 70 roeden 30 ellen.
Verder wordt niets verkregen.
De memorie is opgemaakt te Alphen, 9 september 1841

 

Petrus Josephus Houtepen, overleden te Rijen op 3 januari 1841

RANB, inv.nr. 036.03.03.40, Breda, memorienummer 73

Memorie van Aangifte der nalatenschap van wij­len Petrus Josep­hus Houtepen

Wij, ondergeteekenden, Christoffel Houtepen, bierbrouwer, wonende te Rijen onder Gilze, zoo voor zich zelven als in kwaliteit van voogd over de vier minderjarige kinderen van wijlen zijnen zuster Johanna Houtepen, in leven weduwe van Adriaan Adriaansen, met namen Catharina, Maria, Lucia en Petro­nilla Adriaansen, Petronilla Houtepen, huisvrouw van en bijge­staan door Peter Frijters, bouwlieden, wonende te Rijen, Maria Cecilia Houtepen, huisvrouw van en bijge­staan door Adriaan Oomen, bierbrouwer, wonende te Waalwijk, Dingena Houte­pen, huisvrouw van en bijgestaan door Jan Kerkhof, schipper, wonen­de onder Oosterhout, Anna Maria Houtepen, huisvrouw van en bijgestaan door Jan van Drunen, bouwman, wonende te Baardwijk, kiezende alle domicilie ten woonhuize van den eerstonderge­teekende te Rijen onder Gilze wijk M nummer 321.
Verklaren:
Dat onzen vader Petrus Josephus Houtepen, in leven particulier, op den 3 januarij 1841, te Rijen onder Gilze ab intestato is overleden en laatst aldaar is gedomicilieerd geweest;
Dat de onroerende goederen die door de overledene zijn nagela­ten, en door ons ondergeteekenden als de gezamenlijke door den overledene nagelaten kinderen  geërfd wordende be­staan in:
Een bierbouwerij met stede, bestaande in Huizinge, stal, schuur, hof en erve, met de daartoe behoorende percelen bouw­land, weide, hakhout, dennebosch, heide, alles ge­staan en gelegen te Rijen onder Gilze, groot tezamen 23 Bunders 48 roeden en 9 ellen.
En verklaren wij voorts dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolueerd noch vruchtgebruik vervallen is, mitsgaders dat door niemand buiten genoemde erfgenamen iets uit den nalatenschap wordt genoten.
Gedaan te Rijen onder Gilze den 4 april 1800 een en veertig.
Christoffel Houtepen
C. Houtepen als voogd van de bovengenoemde kinderen
P. Frijters                            Petra Houtepen
A. Oomen                           Maria C. Houtepen
J. v. Drunen                        Anna Maria Houtepen
Dingena Houtepen
Dit handmerk stelde X jan Kerkhof

in tegenwoordigheid van de ondergetekenden als getuigen

G. v.d. Corput                                              Oorkonden

 

Maria Houtepen, overleden te Ginneken op 6 mei 1843

RANB, inv.nr. 036.03.03.44, Breda, memorienummer 162
De ondergeteekenden, Johannes Houtepen en Catharina van Alphen, arbeidslieden, wonende te Ginneken zoo voor hen zelve als voor hunne nog minderjarige kinderen bij hun in huwelijk verwekt, met namen Antonius, oud 14 jaar, Johannes, oud 8 jaar, Adriaan, oud 5 jaar, Elisabeth, oud 3 jaar, en Petronella, oud 3 weken, kiezende domicilium ten hunne woonhuize gemerkt sie Q n. 10, verklaren
Dat hun kind Maria Houtepen, oud elf jaren, op den zesden mei 1843 te Ginneken ab intestato is overleden en laatst aldaar is gedomicilieerd geweest,
Dat door dit overlijden hoegenaamd niets is nagelaten, terwijl in geval van nalatenschap niemand anders dan de eerdergeteekenden benevens voornoemde minderjarigen daarvan erfgenaam zouden zijn geweest en dat door dit ovelijden geen fideï commis gedevolueerd nog vruchtgebruik of erfpacht vervallen is.
Ginneken den 30 mei 1843
Handmerk + van Johannes Houtepen gesteld in tegenwoordigheid van ..                
Handmerk + van Catharina van Alphen gesteld in tegenwoordigheid van ..

 

Josina Houtepen, overleden te Chaam op 24 september 1846

RANB, inv.nr. 036.03.03.51, Breda, memorienummer 5

Memorie van Aangifte der nalatenschap van Josina Houte­pen, overleden te Chaam den 24 september 1846

Ik, ondergetekende, Adriaan Wagemans, landbouwer, wonende te Chaam, provincie Noord-Brabant, kiezende aldaar domicilie te huize van Willem Karel van Breda, wijk D, nummer honderd vier en twintig, verklaar bij deze op kwaliteit van vader en voogd over mijn enig dochter Johanna Wagemans,
dat de nalatenschap van wijlen mijn huisvrouw Josina Houtepen, moeder der genoemde minderjarige, landbouwster, laatst ge­woond hebbende en den vier en twintigste september ab intes­ta­to te Chaam overleden, bij gezegd minderjarig kind wordt geërfd.
dat tot die nalatenschap behoort:
de onverdeelde helft in een perceel bouwland, groot dertig roeden twintig ellen, gelegen sectie A nummer 152 op Snijders te Chaam,
alsmede gelijke helft in een perceel bouwland en weide, groot een bunder zes en zestig roeden zeventig ellen, gelegen sectie nummers 185 en 186 op Snijders te Chaam en
endelijk de onverdeelde helft van een perceel bouwland, groot twee en zestig roeden zestig ellen, gelegen sectie A nummer 210 op Snijders te Chaam.
dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolueerd noch vruchtgebruik vervallen is, mitsga­ders dat door niemand buiten genoemde minderjarige iets uit den nala­ten­schap wordt genoten.
Chaam

 

Cornelis Houtepen, overleden te Chaam op 25 februari 1847

RANB, inv.nr. 036.03.03.2, Breda, memorienummer 50

Memorie van Aangifte der nalatenschap van Cor­nelis Houtepen, overleden te Chaam den 25 februari 1847

Ik, ondergetekende, Petronella Blous, weduwe Cornelis Houtepen, arbeidster, wonende te Chaam, te mijnen woonhuize domici­lie kiezende wijk A nummer 21, verklaart bij deze, als moeder en voogdes over mijne twee minderjarige dochters Anna Maria en Johanna Houtepen,
dat tot de nalatenschap behoort:
  • een huis met stal, hof, erf, bouwland en weide (gestaan en gelegen te Alphen) sectie B nummer 21, gestaan en gelegen op Snijders te Chaam, tezamen groot 46 roeden en 58 ellen, sectie A nummmers 483, 484, 949 en 950, en
  • een perceel bouwland over den bosch en heide, groot een bunder negen en tachtig roeden negentig ellen, gelegen sectie A nummer 317, 318, 319, 320, 321 en 322 op Kalistraat te Chaam.
dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolueerd noch vruchtgebruik vervallen is, mitsga­ders dat door niemand buiten genoemde minderjarigen iets uit den nala­ten­schap wordt genoten.
Chaam            (volgt het Handmerk van Petronella Blous)

 

Eva Houtepen, overleden te Riel op 15 juni 1850

RANB, inv.nr. 036.03.03.57, Breda, memorienummer 301

Memorie van Aangifte der nalatenschap van Eva Houte­pen, weduwe van Nicolaas van den Nouweland, overleden te Riel den 15 juni 1850.

De ondergetekende, Jan van den Nouweland, Adriaan van den Nouweland, Cornelis Jan van den Nouweland, Anna Catharina van den Nouweland en Maria Catharina van den Nouweland, bouwlieden wonende te Riel, kiezende domicilie ten onzen woonhuize wijk G No 206, verklaren:
dat hunne moeder Eva Houtepen, weduwe van Nicolaas van den Nouweland op den 15 juni 1850 te Riel, alwaar zij haar laat­ste domicilie had ab intestato is overleden en aldaar het laatst gedomicilieerd is geweest.
Dat door de overledene, tot welkens nalatenschap de onderge­te­kende als kinderen gerechtigd zijn, zijn nagelaten de navol­gende onroerende goederen gelegen te Riel.
de helft in 16 percelen, huize, bouwland, dennenbosch, weiland en tuin, schuur in Riel, kadastraal bekend sctie B en C no, 11, 101, 012, 217, 148, 151, 160, 161, 162, 163, 272, 273, 274, 277, 279 en 280, groot tezamen voor het geheel 9 bunders 39 roeden 20 ellen.
dat door dit overlijden geen fideï-commis gedevolueerd noch vruchtgebruik vervallen is, mitsgaders dat door niemand buiten de opgenoemden iets uit den nalatenschap wordt genoten.
Riel den 17 october 1852
J. v.d. Nouweland,  H. v.d. Nouweland
X         handmerk Adriaan van den Nouweland, die verklaarde niet te kunnen schrij­ven
X         Idem Anna Catharina, die verklaarde alsvoor van den Nouwe­land
X         Idem Maria Catharina van den Nouweland
Bovenstaande drie handmerken zijn gesteld in tegenwoordigheid van ondergetekende.

 

Johannes Houtepen, overleden te Gilze 27 december 1864

RANB, inv.nr. 036.03.03.78, Breda,  memorienummer 155

Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Johannes Houtepen, overleden te Gilze den 27 December 1864.

De ondergeteekenden
  1. Cornelis Houtepen, bouwman, wonende te Gilze,
  2. Anna Cornelia Houtepen, weduwe van Adriaan van Genk,
  3. Hendrik Roelen, bouwman te Oosterhout, de regten uitoefenen­de zijner echtgenoote Anna Houtepen,
  4. Gerardina Houtepen, landbouwster, wonende te Gilze,
  5. Mechelina Houtepen, landbouwster, wonende te Gilze,
  6. Johannes van Broekhoven, bouwman te Gilze, de regten uitoefe­nen­de zijner echtgenoote Johanna Houtepen,
  7. Antonia Houtepen, landbouwster, wonende te Gilze,
te zamen uitmakende of vertegenwoordigende de wettige nakomelingen en ab intestato erfgena­men van den erflater.
Kiezende allen domicilium ten kantore van den Notaris J. Verhoeven te Gilze huis Letter A No 54.
Verklaren:
Dat hunne vader en behuwd vader respectievelijk Johannes Houtepen in leven landbouwer, op den 27e December 1864 te Gilze abintestato is overleden en laatst  aldaar is gedomicilieerd geweest.
Dat zijne nalatenschap welke door de in den hoofde genoemde aangevers zijne kinderen wordt geërfd en daartoe behooren de volgende vaste goederen, allen gelegen onder de gemeente Gilze en Rijen en kadastraal bekend:
Onder sectie B en de nummers en grootte:
803, heide, 1 Bunder 26 Roeden 30 Ellen, 
985, weiland, 14 Roeden 70 Ellen,
1000,     ,,  , 71 Roeden 10 Ellen,
1283, bouwland,  63 Roeden 60 Ellen
Onder sectie C en de nummers en grootte:
368, heide, 28 Roeden 30 Ellen,
750, ontgonnen grond,  48 Roeden 20 Ellen,
Onder sectie I en de nummers en grootte:
62, hakhout, 16 Roeden 80 Ellen,
62a, bouwland, 81 Roeden,
64,         ,,    ,  33 Roeden 50 Ellen,
88,  weiland, 46 Roeden 90 Ellen,
89, schuur en erf, 03 Roeden 46 Ellen,
91, tuin, 04 Roeden 75 Ellen,
92, bouwland, 64 Roeden 20 Ellen,
96, huis, schuur en erf, 06 Roeden 30 Ellen,
99,  bouwland, 17 Roeden 30 Ellen,
103, weiland, 09 Roeden,
129, dennebosch, 19 Roeden 80 Ellen,
132, Idem,  88 Roeden 50 Ellen,
133, bouwland, 21 Roeden 30 Ellen,
134,  weiland, 70 Roeden,
135, Bouwland, 98 Roeden 30 Ellen,
236, weiland, 38 Roeden 90 Ellen,
217,  dennenbosch, 69 Roeden 80 Ellen,
En de huwelijks gemeenschappelijke helft in de volgende vaste goederen kadastraal bekend onder Gilze en Rijen
sectie C en de nummers en grootte:
362, heide, 39 Roeden 10 Ellen,
sectie I en de nummers en grootte:
100,       bouwland,                                   73 Roeden 10 Ellen,
120,       idem,                                            15 Roeden 50 Ellen,
121,       weiland,                                       26 Roeden 90 Ellen,
93,         bouwland,                                   23 Roeden 70 Ellen,
94,         tuin,                                              07 Roeden 30 Ellen,
95,         huis en erf,                                   03 Roeden 46 Ellen,
90,         weiland,                                       01 roede 94 Ellen,
97,         weiland,                                       04 Roeden 86 Ellen,
sectie B en de nummers en grootte:
1346,     weiland,                                       80 Ellen,
1355,     hakhout,                                       04 Roeden 20 Ellen,
En verklaren de ondergeteekenden voorts dat den overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en door zijn overlijden geene periodieke uitkeering bij opvolging is overgegaan of vervallen, alsmede dat door niemand dan door des erflaters kinderen iets dezer nalatenschap wordt geërfd of verkregen,
Gilze den 27 Junij 1800 vijf en zestig
 

 

Petronilla Houtepen, overleden te Rijen op 21 augustus 1864

RANB, inv.nr. 036.03.03.78, Breda, memorienummer 36
De ondergeteekenden
  1. Jan Baptist Frijters,
  2. Willem Frijters,
  3. Jacobus Oomen, de regten uitoefenende zijner echtge­noote Johanna Frijters, en
  4. Pieter Pee­ters, de regten uitoe­fenende zijner echtge­noote Anna Catharina Frijters, allen bouwlieden, wonende te Gilze en Rijen, ter zake dezer aangifte woonplaats kiezende ten kantore van notaris J. Verhoeven
verklaren
Dat hunne moeder, Petronilla Houtepen, weduwe van Pieter Jan Baptist Frijters, in leven landbouwster op den een en twintigsten Augustus 188 vier en zestig te Rijen onder Gilze ab intestato is overleden en laatst aldaar gedomicilieerd is geweest,
Dat haar nalatenschap door de in den hoofd genoemde hare kinderen wordt geërfd en daartoe behoren de huwelijksgemeenschappelijke helft in de volgende vaste goederen onder de Gemeente Gilze en Rijen en kadastraal bekend:
onder sectie A en de nummers en grootte
4,       bouwland,  1 bunder   13 roeden 80 ellen,
1,       bouwland,  1 bunder   76 roeden 50 ellen,
7,       ,,    , 31 roeden 30 ellen
onder sectie B en de nummers en grootte
346,   weiland,  1 bunder   19 roeden,
456,   Bouwland, 71 roeden 70 ellen,
159,     ,,  , 57 roeden 60 ellen,
460,   ,,  , 40 roeden 20 ellen,
461,   hakhout, 08 roeden 50 ellen,
463,   bouwland, 38 roeden 90 ellen,
464,   hakhout, 07 roeden,
517,   weiland, 31 roeden 10 ellen,
545,   bouwland, 1 bunder   10 roeden 60 ellen,
546,   ,,   , 52 roeden 30 ellen,
547,   dennenbosch, 96 roeden 20 ellen,
549,   weiland, 7 05 roeden 10 ellen,
550,    ,,  ,  56 roeden,
551,   moeras, 86 roeden 60 ellen,
552,   weiland, 1 bunder 19 roeden 40 ellen,
553,   huis, schuur en erf,  14 roeden 10 ellen,
554,   tuin, 23 roeden 70 ellen,
515,   weiland, 43 roeden 50 ellen,
556,   bouwland, 2 bunder   10 roeden 80 ellen,
580,   weiland, 29 roeden 80 ellen,
580a, hakhout, 53 roeden 80 ellen,
581,   bouwland, 89 roeden 30 ellen,
582,   heide, 11 roeden 30 ellen,
583,   weiland, 81 roeden,
1353, hooiland, 1 bunder 08 roeden 80 ellen,
260,   hooiland, 03 roeden 36 ellen,
216,   dennebosch, bunder 53 roeden 40 ellen,
1374, heide, 1 bunder   04 roeden 20 ellen,
543,   hakhout, 68 roeden 80 ellen,
sectie C en de nummers en grootte
107,   hooiland, 82 roeden 10 ellen
107a, dennebosch, 18 roeden 10 ellen
125,   weiland, 1 bunder   41 roeden 40 ellen.
En verklarende ondergeteekenden voorts dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en door haar overlijden geen periodieke uitkering bij opvolging is overgegaan of vervallen; alsmede dat door niemand dan door de erflaatsters kinderen iets uit deze nalatenschap wordt geërfd of verkregen.    
Gilze den 10 Maart 1800 vijfenzestig.
 
 

Johanna Houtepen, overleden te Ginneken op 21 oktober 1867

RANB, inv.nr. 036.03.03.84, memorienummer 91
 
De Burgemeester der Gemeente van Ginneken en Bavel verklaart dat Johanna Houtepen, weduwe van Johannes Wagemakers, overle­den te Ginneken den 21 October 1867 en op den sterflijst over de maand als onroerende goederen nalatende vermeld, geene roerende of onroerende zaken heeft nagelaten en dat door haar overlijden geen vruchtgebruik fideïcommis of periodieke uitkering is vervallen of overgegaan, alles voor zooveel hem bekend is.
                                                Ginneken, 6 Junij 1868
                                                De Burgemeester voornoemd
 
 

Christoffel Houtepen, overleden te Rijen op 13 november 1868

RANB inv.nr. 036.03.03.85, Breda, memorienummer 229
 
De ondergeteekenden: Willem Pieterzoon Frijters, bouwman, wonende te Rijen onder Gilze, en Christianus Johannes van Lommel, koopman, wonende te Oosterhout, handelende als executeuren in den boedel van den erflater in deze, als zoodanig benoemd bij diens testament op den 18 Januarij 1865 voor den Notaris J. Verhoeven gevestigd te Gilze verleden en op den 16 november 1868 te Breda geregistreerd; kiezende ter zake dezer aangifte domicilium ten kantore van evengenoemde Notaris te Gilze
verklaren:
Dat op den 13 November 1868 te Rijen onder Gilze, zonder ad- of descendenten nalatende is overleden en laatst aldaar is gedom­icilieerd geweest Christoffel Houtepen, weduwnaar van Helena van Lommel.
Dat den overledene bij testament van den 12 Augustus 1859 verleden voor den Notaris J. Verhoeven gevestigd te Gilze, geregistreerd te Breda den 16 November 1868, de volgende beschikkingen na doode heeft gemaakt:
"Ik verlang behalve eene fatsoenlijke begrafenis, eene kerke­lijke uitvaartdienst den Eerste Klasse met het stellen van mijnen naam op het Weldoenersboek in de Parochiekerk mijner woonplaats; mitsgaders dat onmiddelijk na mijn overlij­den tot rust mijner ziel zullen worden gelezen vijftig zielmis­sen.
Ik benoem tot mijne eenige en algeheele erfgenamen mijne echtgenoot Helena van Lommel; ingeval echter dezelve vóór mij mogt zijn overleden, beschik ik verder over mijn nalatenschap als volgt:
Ik wil, dat behalve de bovenvermelde pieuse werken, in de Parochiekerk te Rijen de eerstvolgende vijfentwintig jaren na mijn overlijden jaarlijks omtrent den sterfdag tot rust mijner ziel en die van gemelde mijne echtgenoote voor ieder eene lezende jaargetijde zal worden gehouden met de gebruikelijke gebedsafroeping; zullende de daartoe verrichte kosten binnen één jaar aan den tijdelijke pastoor der parochie moeten worden ter hand gesteld.
Ik legateer aan den tijdelijken pastoor der gemelden Parochie­kerk van Rijen vrij van successieregten, eene som van tweehon­derd gulden om te worden bestemd: eenhonderd gulden voor de kerk en eenhonderd gulden voor de armen der parochie.
Wijders benoem ik tot erfgenamen mijner nalatenschap voor de eene helft de wettelijke erfgenamen van mijne echtgenoote Helena van Lommel en voor de wederhelft de wettelijke erfgena­men (behoudens de na te melden uitzonderingen) van mij testa­teur.
Met opzigt tot eenige der wettelijke erfgenamen van mij testa­teur is het mijnen wil eerstelijk dat Maria Adriaansen gehuwd met Adriaan Teurlings of bij vooroverlijden hare wettige nakomelingen bij plaatsvervulling eenig en alleen zal of zullen representeren mijne zuster Johanna Houtepen, gehuwd geweest met Adriaan Adriaansen, alzoo met uitsluiting der overige afstammelingen doch daarentegen genoemde Maria Adriaansen of hare nakomelingen zal of zullen zijn belast en verpligt aan mijn achternicht Johanna Christina van Dongen, dochter van wijle Catharina Adriaansen gehuwd geweest met Adriaan van Dongen, uit te keeren vrij van successieregten eene som van vijfhonderd gulden en zulks zoodra zij den ouder­dom van drie en twintig jaren zal hebben bereikt of eerder huwende binnen drie maanden na de voltrekking daarvan, terwijl inmiddels van af den dag mijns overlijden tot aan dien der uitkeering jaarlijks aan haar als interest zal moeten worden betaald eene som van twintig gulden, zullende echter indien de gezegde Johanna Christina van Dongen voor het bereiken van den bepaalden ouderdom of eerder huwelijk mogt overlijden daardoor alle uitkeering vervallen en de belaste erfgename alzoo van dien last zijn ontheven; en eindelijk: dat het kind van wijle mijne zuster Anna Maria Houtepen, gehuwd geweest met Johannes van Drunen, genaamd Johannes van Drunen, religieus in het kloos­ter der Fraters te Tilburg, niet zal mede erven, maar diens aandeel door de overige afstammelingen van wijle gezegde mijne zuster bij aanwas verkregen worden;"
Terwijl bij het later in den hoofde gemelde testament nog is beschikt als volgt:
 "Ik legateer aan Johanna Christina van Dongen, thans bij mij inwoonende, indien zijn zij op mijn overlijden nog in mijnen dienst zal zijn tegen inbreng tot mijne nalatenschap een som van twaalfhonderdvijftig gulden, Een huis met schuur, erf en tuin en weide, bij mij in gebruik, staande en gelegen aan de Kerkstraat te Rijen onder Gilze, kadastraal bekend sectie A nummers 488, 239 en 487, te zamen groot vijfentwintig roeden vier en dertig ellen, zullende daartoe behooren al hetgeen op den zolder tot drooging, op de werf tot Heining en in de schuur tot schoring dient.
Ik benoem tot uitvoerder van dezen uiterste wil zoowel als van dien door mij op den twaalfden Augustus achttienhonderd negen en vijftig voor den ondergeteekenden Notaris verleden, Willem Pieterszoon Frijters, bouwman, wonende te Rijen onder Gilze, en Christianus Johannes van Lommel, zoon van Christiaan van Lommel en Cornelia Luijkx, wonende te Oosterhout, inzulks wat Willem Pieterszoon Frijters betreft met magt van inbezitneming van alle de goederen mijner nalatenschap; zullende zij als belooning hunner diensten zuiver uit mijnen Boedel genieten elk eene som van eenhonderd gulden.
Ik wil dat de Notaris die in mijnen boedel zal worden gebruikt en ten wiens overstaan de roerende en onroerende goederen zullen worden verkocht, door mijnen executeur Willem Pieters­zoon Frijters bovengenoemd zal worden aangewezen en dat de veilingen der vaste goederen zullen worden gehouden ten her­berge van Martinus van Drunen te Rijen."
Dat het bovenvermelde huis met toebehooren aan Johanna Christi­na van Dongen gelegateerd, door den erflater verkocht zijnde zonder gevolg moet blijven.
Dat den overledene zijne echtgenoote Helena van Lommel hebbende overleefd tot de erfenis zijner nalatenschap heeft geroe­pen:
a Voor de eene helft de wettelijke erfgenamen van zijne echtgenoote Helena van Lommel, zijnde de volgende drie broeders van heelen bedde of hunne wettige nakomelingen bij repesen­ta­tie en drie broeder en zusters van halven bedde als
van heelen bedde:
  1. haren broeder Christianus van Lommel, wonende te Leijden,
  2. acht kinderen van wijlen haren broeder Marinus van Lommel als: Christianus van Lommel te Antwerpen, Cornelis van Lommel te Rotterdam, Helena van Lommel te Hoogstraten, Hendricus van Lommel, Alberdina van Lommel gehuwd met Petrus Adrianus Daamen, Marina van Lommel te Klundert, Johanna van Lommel te Zwaluwe en Anna Maria van Lommel gehuwd met Hendrik Zijlmans te Raamsdonk woonachtig,
  3. twee kinderen van wijlen haren broeder Lambertus van Lommel als: Johannes Hubertus van Lommel en Anna Elisabeth van Lommel, gehuwd met Christiaan Abraham de Boer te Oosterhout woonachtig, en
van halven bedde
  1. haren broeder den Eerwaarden Heer Antonius van Lommel te Rotterdam,
  2. hare zuster Petronella van Lommel, en
  3. hare zuster Antonetta van Lommel, gehuwd met Hubertus Snoeks, beide te Standaardbuiten woonachtig;
b. en voor de wederhelft:
de kinderen en wettige nakomelingen van de erflaters vooroverleden vijf zusters, als van:
  1. wijle Petronella Houtepen, gehuwd geweest met Pieter Frijters: vier kinderen met namen: Jan Baptist Frijters, Willem Frijters, Johan­na Frijters gehuwd met Jacobus Oomen en Anna Catharina Frijters, gehuwd met Pieter Peeters, alle te Gilze en Rijen woonachtig,
  2. wijle Maria Cecilia Houtepen gehuwd geweest met Adriaan Oomen twee kinderen met namen: Hubertus Oomen wonende te Waalwijk en mede wijle Pieter Oomen, waarvan een kind met namen: Adrianus Hubertus Oomen, wonende te Besoijen.
  3. wijle Anna Maria Houtepen, gehuwd geweest met Johannes van Drunen, vijf kinderen met namen: Pieter van Drunen te Waalwijk, Anna van Drunen gehuwd met Pieter van Hulten, Cornelis Adrianus van Drunen, beide te Baardwijk, Martinus Cornelis van Drunen te Rijen en Johannes van Drunen religieus te Tilburg woonachtig, zijnde de laatstgenoemde bij het testament laatstgenoemd van de erfenis uitgesloten, om bij aanwas door de anderen broeders en zusters te worden verkregen,
  4. wijle Dingena Houtepen gehuwd geweest met Johannes Kerkhof, vier kinderen met namen: Pieter Kerkhof, Adriaan Kerkhof, Christoffel Kerkhof, alle woonende te Oosterhout, en wijle Maria Kerkhof gehuwd geweest met Roeland van Gool, waarvan een kind Maria van Gool onder voogdij van Hendrik van Boxel te Dongen woonachtig,
  5. En wijle Johanna Houtepen gehuwd geweest met Adriaan Adriaansen, vier kinderen met namen: Maria Catharina Adriaansen gehuwd met Adriaan Teurlings te Tilburg, Lucia Adriaansen en Petronella Adriaansen, religieusen te Tilburg, en wijle Catharina Adriaansen, gehuwd geweest met Adriaan van Don­gen, waarvan een kind, genaamd Johanna Christiana van Don­gen, gehuwd met Willem Hoefnagels te Rijen woonachtig, zijnde echter bij het Testament de eerstgenoemde Maria Catharina Adriaansen met uitsluiting der drie overigen in deze staak alleen tot de erfenis geroepen doch met last tot uitkeering aan Johanna Christina van Dongen voornoemd eener som van vijfhonderd gulden.
Dat de nalatenschap van den erlater bestaat in
Actief
  1. Eene vordering op Wilhelmus Hoefnagels te Rijen, ter somme van twaalfhonderdvijftig gulden, na doode van den erflater als koopprijs van een huis en erf te Rijen te voldoen krachtens koopakte van den 16 december 1865 voor den Nota­ris J. Verhoeven te Gilze verleden, dus ƒ 1.250, =
                  De volgende vorderingen ten laste van:
  1. Pieter Peeters te Rijen groot  ƒ 12, =
  2. Pieter Kerkhof te Oosterhout en Johannes Kamp te Waspik, zonder interessen, groot ¦ 600,=, welke vanwege de mindere ­gegoedheid van de debiteuren door de aangevers wordt begroot op vierhonderd gulden ƒ 400, =
  3. Johannes van Drunen te Baardwijk, rentende ad 4%, groot driehonderd gulden ƒ 300, =
  4. Martinus van Drunen te Rijen, rentende als voor, groot vierhonderd gulden ƒ 400, =
  5. Willem Frijters te Rijen, rentende ad 5%, groot per resto tweehonderd gulden ƒ 200, =
  6. Willem Frijters te Rijen, rentende ad 4%, groot vijfhonderd gulden ƒ 500, =
  7. Adriaan Kerkhof te Oosterhout, groot ¦ 200,=, wegens onvermogen van den debiteur door de aangevers begroot op eene waarde van eenhonderd vijftig gulden ƒ 150, =
  8. Chistoffel Kerkhof te Oosterhout, groot eenhonderdvijftig gulden ƒ 150, =
  9. Adriaan van Alphen te Oosterhout, groot ¦ 100,=, rentende ad 4%, welke wegens het onvermogen van den debiteur wordt begroot op vijf gulden ƒ 5, =
  10. Pieter Jan Bapstist Frijters te Rijen, rentende 4%, groot zevenhonderd gulden ƒ 700, =
  11. Leonardus Smulders te Tilburg, rentende ad 4%, groot tweeduizend gulden ƒ 2.000, =
  12. Vranken en Verschure te Tilburg ad 4%, groot achthonderd gulden ƒ 800, =
  13. Willem Hoefnagels te Rijen rentende ad 4%, groot driehonderd gulden ƒ 300, =
  14. Franciscus Hendrik Stoffels, Bierstekers te Rotterdam wegens voor 1832 geleverde Bieren, groot ƒ 600,=, door de aangevers zonder waarde beschouwd, alhier alleen voor Memorie
  15. Johannes Hermans te Gouda ter zake als voor, groot ƒ 777,72 door de aangevers begroot op eene waarde van tweehonderd gulden  ƒ 200, =
  16. Willem Hoefnagels te Rijen, groot dertig gulden ƒ 30, =

N.B. voor geene enkele der genoemde vorderingen bestaat Hypothecaire zekerheid.

  1. Eene hypothecaire schuldvordering ten laste van Antonie de Rooij te Rijen, rentende ad 4½ %, groot in kapitaal driehon­derd vijftig gulden ƒ 350, =
  2. De interessen op voorschreven vorderingen tot en met den dag van het overlijden des erflaters verschuldigd bedragen zestig gulden vijf cents ƒ 60,05
  3. Contante penningen des boedels tweehonderd vierenzeventig gulden achtenveertig cents ƒ 274,48
  4. Meubelen en huisraad, kleederen en lijftoebehoorten en verdere roerende goederen door de aangevers begroot op eene waarde van vijfhonderd negen en zestig gulden vijftien cents  ƒ 569,15
Totaal van het Actief Achtduizend zeshonderd vijftig
gulden acht en zestig cents  ƒ 8.650,68
 Passief
De kosten van dood- en begrafenis des erflaters met in begrip der bij testament besproken vijftig dadelijk te doene lezende zielmissen, bedragen tezamen tweehonderd achtendertig gulden twintig cents ƒ 238,20
Eene rekening van Doctor Loonen te Gilze voor geneeskundige hulp in 1868, groot ƒ 39,90
Eene dito van den heer van der Bom te Oudenbosch voor geleverde wijn in 1868 ƒ 3,20
Aanslag in den Hoofdelijken Omslag der Gemeente Gilze en Rijen over 1868, ad ƒ 2,59
Totaal van het Passief tweehonderd drie en tachtig gulden tachtig cents ƒ 283,80
        Recapitulatie
Het Actief bedraagt Achtduizend zeshonderd vijftig gulden acht en zestig cents  ƒ 8.650,68
Het Passief beloopt tweehonderd drie en tachtig gulden tachtig cents ƒ 283,80
Saldo Achtduizend driehonderd zesenzestig gulden achtentach­tig cents  ƒ 8.366,88
Waaruit blijkens de in den hoofde gerelateerde
Testamentaire beschikkingen moet worden gekweten:
  1. De kosten van twee jaargetijden gedurende 25 jaren in de kerk te Rijen te houden, en aan de tijdelijken Pastoor ter hand te stellen bedragende  ƒ 50, =
  2. De gelegateerde ¦ 200,=, aan den tijdeljken Pastoor te Rijen, bestemd ƒ 100,= voor de kerk en ¦ 100,00 voor de armen der Parochie aldaar, dus ƒ 200, =
  3. De legaten elk der beide executeuren ad ƒ 100,=, dus  ƒ 200, =
Tezamen ƒ 450, =
Blijft alzoo ƒ 7.916,88
Welk bedrag tengevolge der verdere beschikkingen van den erflater wordt verkregen:
voor de eene helft voor de wettelijke erfgenamen van des erflaters vóóroverleden echtgenoote Helena van Lommel, in den hoofde opgenoemd, (niet aan den erflater verwant) dus ƒ 3.958,44
En voor de wederhelft aan den wettelijke erfgenamen van den erflater; met uitsluiting van enkelen ten behoeve van anderen als hierboven is aangeduid dus mede ƒ 3.958,44
Dat door het overlijden van den erflater is vervallen het vruchtgebruik van een huis, tuin en weide te Rijen onder Gilze sectie A, Nummers 239, 487 en 488, hetwelk door den Erflater bij akte voor den Notaris J. Verhoeven gevestigd te Gilze verleden den 16 December 1865, aan Wilhelmus Hoefnagels, leerlooijer te Rijen, met voorbehoud van vruchtgebruik het leven van den verkooper gedurende, is verkocht, zoodat gemelden Hoefnagels alsnu in het volle genot daarvan is gekomen.
Dat den overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam noch vruchtgebruik, anders dan zoo even vermeld, bezat; en door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen.
En dat door niemand dan door de in deze vermelde personen ter zake van dit overlijden iets wordt geërfd of verkregen.
                                                W.P.zoon Frijters
                                                C. van Lommel
 
Op deze nalatenschap is alzoo verschuldigd voor regt van successie met 38 opcenten (doorgehaald: negenhonderdveertig gulden drie en veertig cent) zegge Negenhonderd vierendertig gulden eenennege­ntig cent
                                                De ontvanger
 
In ontvang gebragt bevonden op den 14 April 1869, deel 13 no 151 voor regt van successie zeshonderd (doorgehaald: eenentach­tig) zevenenzeventig gulden vijftig cent. 
                                                Breda, den 4 Juni 1869
                                                De inspecteur
 
 
Berekening der Regten, verschuldigd op de nalatenschap van Christoffel Houtepen, te Rijen onder Gilze overleden den 13 November 1868, ingevolge memorie van aangifte, ten dezen kantore ingediend den 27 Maart 1869, deel 20 no 4452
 
Zuiver saldo ƒ   8.366,88
Te verminderen met ƒ 1,= zijnde de kosten van de ten dienste des erflaters te vieren jaargetijden gedurende het 1e jaar bij het testament besproken en niet in het passief gebracht                   ƒ 1, =
Blijft ƒ  8.365,88
De kosten der te vieren jaar getijden gedurende 25 jaren bedra­gen ƒ 50, =
Na aftrek van de vieren jaar getijden, het 1e jaar ten dienste des erflaters ƒ 1, =, ƒ 49, =
Legaat aan den tijdelijken pastoor te Rijen voor de kerk ƒ 100,=
voor de armen  ƒ 100,=  ƒ 200, =
,,  ,, de beide executeurs, ieder ƒ 100,=, dus ƒ 200, =   ƒ 449, =
Blijft voor de erfgenamen  ƒ 7.916,88
 
Tot voormeld saldo ad ƒ 8366,88 zouden ab-intestato geregtigd zijn:
 
I     a  Jan Baptist Frijters, zusterskind, 1/4 in 1/5  ƒ   418,34 2/5      
      b  Willem Frijters, id, 1/4 in 1/5  ƒ   418,34 2/5      
      c  Johanna Frijters, id, 1/4 in 1/5  ƒ   418,34 2/5      
      d  Anna Catharina Frijters, id, 1/4 in 1/5  ƒ   418,34 2/5       ƒ   1673,37 3/5
II    a  Hubertus Oomen, id, 1/2 in 1/5  ƒ   836,68 4/5      
      b  Adrianus Hubertus Oomen, zusterskleinkind, 1/2 in 1/5            ƒ     836,68 4/5            ƒ              1673,37 3/5
III   a  Pieter van Drunen, zusterskind, 1/5 in 1/5  ƒ   334,67 13/25
      b  Anna van Drunen, id, 1/5 in 1/5  ƒ  334,67 13/25
      c  Cornelis Adrianus van Drunen, id, 1/5 in 1/5, ƒ 334,67 13/25
      d  Martinus Cornelis van Drunen, id, 1/5 in 1/5, ƒ 334,67 13/25
      e  Johannes van Drunen, id, 1/5 in 1/5, ƒ 334,67 13/25,  ƒ 1673,37 3/5
IV  a  Pieter Kerkhof, id, 1/4 in 1/5, ƒ 418,34 2/5
      b  Adrianus Kerkhof, id, 1/4 in 1/5,  ƒ 418,34 2/5
      c  Christoffel Kerkhof, id, 1/4 in 1/5, ƒ 418,34 2/5
      d  Maria van Gool, zusterskleinkind, 1/4 in 1/5  ƒ 418,34 2/5, ƒ 1673,37 3/5
Transporteren     ƒ   6693,58 2/5
Transport             ƒ   6693,58 2/5
V   a Lucia Adriaansen, zusterskind, 1/4 in 1/5, ƒ 418,34 2/5
     b Maria Catharina Adriaansen, id, 1/4 in 1/5, ƒ 418,34 2/5
     c Petronella Adriaansen, id, 1/4 in 1/5, ƒ 418,34 2/5
     d Johanna Chr. van Dongen, id, 1/4 in 1/5, ƒ 418,34 2/5, ƒ 673,37 3/5
Weder uitmakende het zuiver saldo ad ƒ 8366,88
 
Krachtens testament wordt geërfd of verkregen door:
I   den tijdelijke pastoor te Rijen, voor zielemissen ƒ 50,=
    af de te vieren missen het 1e jaar, ten dienste des erflaters ƒ 1,= 
49,=             10      4,90        1,86         6,76
II  den tijdelijken pastoor te Rijen, voor den armen          100,=             10   10,=          3,80      13,80
III den tijdelijken pastoor te Rijen, voor de kerk        100,=   10                 10,=  3,80      13,80
IV a  Christianus van Lommel, niet verwant, 1/8 989,61    10            98,96          37,60½  136,56½
    b 1. Christianus van Lommel, id, 1/64  123,70 1/8   10   12,37        4,70      17,07
       2. Cornelis van Lommel, id, 1/64  123,70 1/8   10   12,37        4,70      17,07
       3. Helena van Lommel, id, 1/64  123,70 1/8   10   12,37        4,70      17,07
       4. Hendricus van Lommel, id, 1/64  123,70 1/8   10   12,37        4,70      17,07
        5. Alberdina van Lommel, id, 1/64  123,70 1/8   10   12,37        4,70      17,07
        6. Marinus van Lommel, id, 1/64  123,70 1/8   10   12,37        4,70      17,07
        7. Johannes van Lommel, id, 1/64  123,70 1/8   10   12,37        4,70      17,07
        8. Anna Maria van Lommel, id, 1/64  123,70 1/8   10   12,37        4,70      17,07
      c 1. Johannes Hubertus van Lommel, id, 1/16  494,80½        10   49,48      18,80      68,28
         2. Cornelis van Lommel, id, 1/16  494,80½        10   49,48      18,80      68,28
      d  Antonius van Lommel, id, 1/24  329,87           10   32,98½   12,53½   45,52
      e  Petronella van Lommel, id, 1/24  329,87           10   32,98½   12,53½   45,52
      f   Antonetta van Lommel, id, 1/24  329,87           10   32,98½   12,53½   45,52
V   a  1. Jan Baptist Frijters, zusterskind, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          2. Willem Frijters, zusterskind, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          3. Johanna Frijters, zusterskind, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          4. Anna Catharina Frijters, zusterskind, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
      b  1. Hubertus Oomen, zusterskind, 1/20  395,84 2/5   6     23,75        9,02½   32,77½
          2. Adrianus Hubertus Oomen, zusterskleinkind, 1/20  395,84 2/5   6     23,75        9,02½   32,77½
Transporteren                 5790,81 3/5   -   515,73½ 195,96    711,69½
Transport                         5790,81 3/5   -   515,73½ 195,96    711,69½
      c  1. Pieter van Drunen, zusterskind, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          2. Anna van Drunen, id, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          3. Cornelis Adrianus van Drunen, id, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          4. Martinus Cornelis van Drunen, id, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
      d 1. Pieter Kerkhof, id, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          2. Adrianus Kerkhof, id, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          3. Christoffel Kerkhof, id, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
          4. Maria van Gool, zusterskleinkind, 1/40  197,92 1/5   6     11,87½     4,51      16,38½
      e  1. Maria Catharina Adriaansen, zusterskind ƒ 791,688
             af uitkering aan J.C. van Dongen ƒ 500,00   291,68 4/5              6     17,50        6,65      24,05
             (verkrijgt aldus minder dan haar erfdeel a.i.)
          2. Johanna Christina van Dongen, zusterkleinkind, 500,00
          ƒ 418,29 ab intestato gerechtigd tot ƒ 418,344                                   6     25,10
                      verkrijgt meer           ƒ  81,656                                 10                 8,16½ 12,64   45,90½
VI   den executeur Willem Pieterszoon Frijters  100,00           6       6,00        2,28         8,28
      (zie suppl.mem.) V.a.2 is dezelfde, zusterskind                 
VII  den executeur Christianus Johannes van Lommel  100,00 10                 10,00 3,80      13,30
8365,88           -    677,50    257,41    934,91.
Breda, den 27 maart 1869
De ontvanger,
 
Nadere aangifte voor het regt van successie in den boedel van wijlen Christoffel Houtepen overleden te Rijen onder Gilze den 13 November 1868.
 
De ondergeteekenden Willem Pietersoon Frijters, bouwman te Rijen, en Christianus Johannes van Lommel, koopman te Oosterhout woonachtig, handelende als executeuren in den boedel van den erflater in deze Christoffel Houtepen, gewoond hebbende en overleden te Rijen onder Gilze den 13 November 1868, als zoodanig benoemd bij diens testament van den 18 Januari 1865 voor den notaris J. Verhoeven te Gilze verleden, kiezende ter zake dezer aangifte woonplaats ten kantore van evengenoemden notaris, verklaren:
ter aanvulling der op den 27 Maart 1869 over hun ten kantore te Breda ingeleverde Memorie van aangifte der nalatenschap van opgenoemde erflater Christoffel Houtepen,
dat den executeur Willem Pieterszoon Frijters, aan wien eene som van ƒ 100,- is gelegateerd, is dezelfde persoon welke in die aangifte als mede erfgenaam voorkomt onder de afstammelingen van wijle Petronella Houtepen, gehuwd geweest met Pieter Frijters, en als zoodanig bij ab intestato overlijden van den erflater voor een twintigste part in diens nalatenschap zoude zijn geregtigd geweest.
Gedaan te Gilze den 7 April 1869
 W.Pzn. Frijters
 C. van Lommel
 

Wilhelmus Houtepen, overleden te Ginneken op 28 september 1869

RANB, inv,nr. 036.03.03.87, Breda, memorienummer 66
 
De ondergeteekenden, Johannes Houtepen en Cornelis Houtepen, bouwlieden te Ginneken, domicilie kiezende ten kantore van de te Ginneken gevestigde notaris P.H.J.G. Jonekker,
verklaart dat op den 28 september 1869 te Ginneken, zijne laatste woonplaats, ab intestato is overleden Wilhelmus Houtepen,
Dat de overledene tot zijn eenige erfgenamen heeft nagelaten zijn beide kinderen voornoemd, elk voor de helft,
Dat de overledene heeft nagelaten
  • de onverdeelde helft van een perceel weiland, groot 73 aren 60 centiaren gelegen onder Ginneken sectie B no 285,
dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en dat door diens overlijden geen periodieke uitkering bij opvolging is overgegaan of vervallen.
Ginneken den Mei 1870
J. Houtepen
C. Houtepen
 
 
Heijliger Houtepen, overleden te Gilze op 30 april 1869
RANB, inv.nr. 036.03.03.86, Breda, memorienummer 96
 
De ondergeteekenden: Cornelis Houtepen, bouwman, Cornelia Houtepen, weduwe Adriaan van Genk, smederesse, Hendrik Roelen, bouwman, de regten uitoefenende zijner echtgenoote Anna Houtepen, alle wonende onder Oosterhout, Johannes van Broekhoven, de regten uitoefenende zijner echtgenoote Antonia Houtepen, Mechelina Houtepen, alle bouwlieden en Gerardina Houtepen, naaister, alle woonende te Gilze, kinderen van wijlen Johannes Houtepen, vooroverleden broeder van de na te noemen erflater, kiezende domicilium ten kantore van den notaris J. Verhoeven te Gilze, verklaren,
Dat hunne Oom Heijliger Houtepen, op den 30 April 1869 te Gilze abintestato is overleden en aldaar is gedomicilieerd is geweest,
Dat zijne nalatenschap welke door de ondergetekenden abintestato wordt geërfd, bestaat in
Actief
1. De volgende vaste goederen gelegen onder Gilze en Rijen, kadastraal bekend onder 
    Sectie B en de nummers en grootte
        980,       weiland,           38 roeden 90 ellen
        981,       weiland,           30 roeden 80 ellen
        986,       bouwland,       65 roeden 80 ellen
        Sectie I en de nummers en grootte
        32,         bouwland,       23 roeden 70 ellen
        212,       heide,               16 roeden 60 ellen
        214,       bouwland,       15 roeden 20 ellen
        215,       weiland,           39 roeden 30 ellen
        te zamen begroot op eene waarde van achthonderd
        gulden                                                                                                           ƒ 800,00
2.     zeven achtste parten in de volgende mede onder Gilze en Rijen gelegen vaste goederen, kadastraal bekend onder:
        Sectie B nummer 868,hooiland,1 bunder 8 roeden 20 ellen,
        Sectie C nummer 82, hooiland, 1 bunder 53 roeden 40 ellen,
        Sectie I en de nummers en grootte
        26,         bouwland,       42 roeden 10 ellen
        33,         bouwland,       24 roeden
        106,       weiland,           57 roeden 10 ellen
        210,       dennenbosch,  36 roeden 70 ellen
        Voor gezegde aandelen begroot op eene waarde van eenduizend gulden ƒ 1000,00
3.     Eene onderhandsche schuldvordering wegens geleende gelden dd 7 October 1831 ten laste van nu wijlen Antonij Quirijnen te Rijen rentende ad 4% groot pro resto eenhonderdvijftig gulden ƒ 150,00
4.     Huren en Interessen van voorschreven vaste goederen in kapi­taal ten behoeve van den erflater tot en met den dag van deszelfs overlijden berekend in te vorderen een en zestig gulden vijftig cents ƒ 61,50
5.     Een bed met toebehoorten, eene kist en de kleederen en lijfsieraden van den erflater te zamen begroot op eene waarde van drieenveertig gulden ƒ 43,00
Totaal van het Actief des boedels tweeduizend vier en vijftig gulden vijftig cents ƒ 2054,50
Passief
Eene hypothecaire vordering wegens geleende gelden, verschenen interessen en kostgelden, ten behoeve van Anna Maria van Gestel, weduwe Johannes Houtepen te Gilze ten laste van den erflater door hem schuldig beleden bij akte van den 16 Mei 1868 gepasseerd voor de Notaris J. Verhoeven te Gilze gevestigd, rentende ad 4% groot in kapitaal achttienhonderd gul­den  ƒ 1800,00
Interessen hierop tot en met de dag van overlijden verschuldigd bedragen negenenzestig gulden ƒ 69,00
eene rekening wegens geneeskundige hulp van Doctor Loonen te Gilze ad vijf gulden ƒ 5,00
De dood en begrafeniskosten des erflaters met de kerkelijke diensten tot en met het eerste jaargetijde, bedragen ƒ 90,00
Totaal van het passief eenduizend negen honderd vier en zestig gulden zestig cents ƒ 1964,60
Recapitulatie
Het actief bedraagt  ƒ 2054,50
Het Passief bedraagt  ƒ 1964,60
Zoodat den boedel een zuiver saldo oplevert van negen en tachtig gulden negentig cents ƒ 89,90
En verklaren de ondergteekenden alverder dat de overlede­ne geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen, alsmede dat door niemand buiten de aangevers ter zake van dit overlijden iets wordt geërfd of verkregen.
Aldus gedaan te Gilze den 20 October 1869
Cornelius Houtepen
Cornelia Houtepen
Hendrik Roelen
hand + merk van Jan van Broekhoven    
testor B.van?
Joannes de Swart
Gerardina Houtepen
Mechelina Houtepen
 
 

Antonie Houtepen, overleden te Ginneken op 1 december 1874

RANB, inv.nr. 036.03.03.97, Breda, memorienummer 145
 
De ondergeteekende, Geertruid van Beuren, als moeder en wettelijke voogdes over haare minderjarige kinderen
  1. Petronilla Houtepen, oud 19 jaren,
  2. Johannes Houtepen, oud 16 jaren,
  3. Adriana Houtepen, oud 12 jaren,
  4. Adrianus Houtepen, oud 9 jaren,
allen kinderen bij haar ten huwelijk verwekt door wijlen Antonie Houtepen, als eenige wettige erfgenamen, Kie­zen­de domicilie te Bavel wijk B no 101, verklaart dat haren echtgenoot Antonie Houtepen op den 1e December 1874 te Ginneken ab intestato is overleden en laatst aldaar is gedomicilieerd geweest,
Dat tot den nalatenschap behoren het een tiende gedeelte in de navolgende onroerende goederen gelegen te Ginneken Artikel 684 van den legger als
-      Tuin, groot 13 aren 20 centiaren, Kadastraal Bekend sectie K, no 704,
-      Huis en erf, groot 2 aren 60 centiaren, kadastraal bekend sectie K no 705,
dat tot de nalatenschap geen erfpacht of grondrenten behoren, dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en dat zijn overlijden geen periodieke uitkeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen.
Gedaan te Ginneken den 30 September 1875.
 

Johanna Houtepen, overleden te Gilze op 7 juni 1876

RANB, inv.nr. 036.03.03.100, Breda, memorienummer 211
 
De ondergeteekende, Johannes van Broekhoven, bouwman wonende te Gilze, handelende als vader en wettige voogd over zijn vier alle nog minderjarige kinderen met namen Gerardus, Johannes, Adrianus en Anna Maria van Broekhoven, bij zijne na te melden echtgenoote in huwelijk verwekt, ter zake dezer aangifte woonplaats kiezende ten kantore van de notaris J. Verhoeven te Gilze,
verklaart:
Dat zijn echtgenoote Johanna Houtepen op den 7e Junij 1876 te Gilze ab intestato is overleden en laatstelijk aldaar gedomicileerd geweest is,
Dat haar nalatenschap door hare kinderen bovengenoemd wordt geerfd en daartoe behoort: de huwelijksgemeenschappelijke helft in:
1.     een perceel heide, gelegen in het Broek onder Gilze, kadastraal bekend sectie C nummer 473, groot 63 aren 80 centia­ren,
2.     Een onverdeeld veertiende part in de volgende onder de gemeente Gilze en Rijen gelegen vaste goederen, kadastraal bekend onder
                        Sectie B en de nummers en grootte
         980,     weiland,                     38 aren 90 centiaren,
         981,     idem,                          30 aren 80 centiaren,
         986,     bouwland,                 65 aren 80 centiaren,
         868,     hooiland,                   1 hektare 8 aren 20 centiaren,
                     Sectie C en nummers en grootte
         82,       hooiland,                   1 hektare 53 aren 40 centiaren,
                     Sectie I en de nummers en grootte
         32,       bouwland,                 23 aren 70 centiaren,
         26,       ,,    ,                             42 aren 10 centiaren,
         33,       ,,    ,                             24 aren,
         106,     weiland,                     57 aren 10 centiaren,
         210,     dennenbosch,            36 aren 70 centiaren,
         212,     heide,                         16 aren 60 centiaren,
         214,     bouwland,                 15 aren 20 centiaren,
         215,     weiland,                     39 aren 30 centiaren,
                     Onder sectie B en de nummers en grootte
         803,     heide,                         1 hektare 26 aren 30 centiaren,
         985,     weiland,                     14 aren 70 centiaren,
         1000,   ,,  ,                              71 aren 10 centiaren,
         1283,   bouwland,                 63 aren 60 centiaren
         1346,   weiland,                     80 centiaren,
         1355,   hakhout,                    4 aren 20 centiaren,
                     Onder sectie C en de nummers en grootte
         368,     heide,                         28 aren 30 centiaren,
         362,     heide,                         39 aren 10 centiaren,
         750,     ontgonnen grond,    48 aren 20 centiaren,
                     Onder sectie I en de nummers en grootte
         62,       hakhout,                    16 aren 80 centiaren,
         62a,     bouwland,                 81 aren,
         64,        ,,    ,                            33 aren 50 centiaren,
         88,       weiland,                     46 aren 90 centiaren,
         89,       schuur en erf,             3 aren 46 centiaren,
         91,       tuin,                             4 aren 75 centiaren,
         92,       bouwland,                 64 aren 20 centiaren,
         96,       huis, schuur en erf,  6 aren 30 centiaren,
         99,       bouwland,                 17 aren 30 centiaren,
         102,     weiland,                     9 aren,
         129,     dennenbosch,            19 aren 80 centiaren,
         132,       ,,      ,                         88 aren 50 centiaren,
         133,     bouwland,                 21 aren 30 centiaren,
         134,     weiland,                     70 aren,
         135,     bouwland,                 98 aren 30 centiaren,
         216,     weiland,                     38 aren 90 centiaren,
         217,     dennenbosch,            69 aren 80 centiaren,
         100,     bouwland,                 73 aren 10 centiaren,
         120,     idem,                          15 aren 50 centiaren,
         121,     weiland,                     26 aren 90 centiaren,
         93,       bouwland,                 23 aren 70 centiaren,
         94,       tuin,                            7 aren 30 centiaren,
         95,       huis en erf,                3 aren 46 centiaren,
         90,       weiland,                     1 are 94 centiaren,
         97,       idem,                          4 aren 86 centiaren,
En verklaart de ondergeteekende voorts dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en door haar overlijden geen periodieke uitkering bij opvolging is overgegaan of vervallen alsmede dat door niemand buiten de kinderen den erflaatster ter zake dit overlijden iets geërfd wordt.
Gilze den 15 December 1800 zes en zeventig
hand + merk van Johannes van Broekhoven
 

Adriana Houtepen, overleden te Princenhage op 17 februari 1882

RANB inv.nr. 036.03.03.113, Breda, memorienummer 76
 
Memorie van aangifte voor het recht van successie der nalatenschap van Adriana Houtepen, weduwe Marijn Hoendervangers, gewoond hebbende te Prinsenhage en aldaar overleden den 17 februari 1882.
 
De ondergeteekenden
  1. Christiaan Hoendervangers, kleermaker, wonende te Prinsenhage, en
  2. Leonardus Hoendervangers, metselaar, wonende te Breda,
ten effecte dezer aangifte domicilie kiezende ten kantore van notaris G.W. Bossers te Prinsenhage, verklaren:
dat Adriana Houtepen, in leven zonder beroep te Prinsenhage ab-intestato is overleden den 17den februari 1882;
dat zij tot eenige erfgenamen haren nalatenschap, volgens wet heeft achtergelaten, hare 2 uit haar gemeld huwelijk geboren kinderen, de ondergeteekende aangevers, ieder voor de helft;
dat de nalatenschap bestaat:
Actief
  1. de onroerende goederen te Prinsenhage, kadastraal bekend sectie O nummers 671, moestuin, groot 3 aren 18 centiaren, en 672, huis en erf, groot 1 are 17 centiaren Door de aangevers gewaardeerd op eene verkoopwaarde ten dage van het overlijden der erflaatster ƒ 1800, -
  2. 2/3 gedeelten in de perceelen te Prinsenhage, kadaster sectie ) nrs 697, moestuin, groot 6 aren 10 centiaren,698, huis, schuur en erf, groot 75 centiaren, en 699, huis en erf, groot 61 centiaren,gewaardeerd als voren op ƒ 700, -
  3. 2/3 gedeelten in meubelen en inboedel (art. 570 BW) gewaardeerd als voor op  ƒ 100, -
  4. Contante gelden bij het overlijden aanwezig ƒ 50, -
Samen  ƒ 2650, -
Passief
  1. 2/3 gedeelten in eene hypothecaire schuldvordering wegens geleend geld, ten behoeve van den heer Willem Pieter Baert, geneesheer te Prinsenhage, groot voor het geheel ƒ 1700,- rentende jaarlijks op 8 December naar 5 %, ingevolge akte verleden voor notaris Bossers te Prinsenhage den 8 December 1879, voor het geheel ƒ 1700, - met interest van 8 December 1881 tot en met den dag van het overlijden den erflaatster, ad ƒ 16,53, Samen ƒ1716,53, dus voor 2/3 gedeelten ƒ 1144,39
  2. 2/3 gedeelten in een hypothecaire schuldvordering wegens geleend geld, ten behoeve van genoemde heer Baert, groot ¦ 400,-, rente jaarlijks op 1 Januari naar 5 %, ingevolge akte verleden voor genoemden notaris Bossers den 1 januari 1882, Voor het geheel ƒ 400,-, interest van 1 Januari 1882 tot en met alsvoren ƒ 2,66,  Samen ƒ 402,66, dus voor 2/3 gedeelten ƒ 268,44
  3. aan de heer de Lint, geneesheer te Prinsenhage, wegens gedane visites en geleverde geneesmiddelen in 1881 en 1882 ƒ 60, -
  4. De begrafeniskosten der erflaatster met inbegrip van van kerkelijke diensten tot en met het eerste jaargetijde, hebben bedragen ƒ 95,50
Samen ƒ 1568,29
Het Actief bedraagt  ƒ 2650,-
 ,, Passief ,, ƒ 1568,29
 ,, Zuiver saldo dus ƒ 1081,71
Voorts verklaren de aangevers dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en dat door haar overlijden geen periodieke uitkeeringen zijn overgegaan of vervallen.
Prinsenhage, 7 maart 1882
C. Hoendervangers
L. Hoendervangers
 

Anna Maria Houtepen, overleden te Chaam op 6 juni 1884

RANB inv.nr. 036.03.03.119, Breda, memorienummer 164
 
De ondergeteekende, Petrus van Opstal, bouwman, wonende te Chaam, als langstlevende ouder wettige voogd over zijn enig minderjarige kind, genaamd Adrianus van Opstal, woonplaats kiezende ten kantore van den Notaris van Hel te Chaam, verklaart,
dat zijn echtgenote, des minderjarige moeder Anna Maria Houtepen, in leven zonder beroep te Chaam hare laatste woonplaats ab intestato was overleden den 6 juni 1884 tot erfgenaam bij versterf nalatende den bovengenoemde minderjarige
dat haar nalatenschap bestaat uit de onverdeelde helft in de beschreven huwelijksgemeenschappelijke zaken als
Onroerende goederen, bij het kadaster bekend gemeente Chaam
A    317,          weiland,                      Hectare                        0.16.80
       318,          heide,                             ,,                                  1.12.10
       319,          weiland,                        ,,                                  0.46.40
       320,          dennenbosch,               ,,                                  0.09.10
       321,          bouwland,                     ,,                                  0.06.30
       322,          heide,                             ,,                                  0.49.20
       433,          tuin,                                ,,                                  0.09.90
       434,          bouwland,                     ,,                                  0.99.80
       949,          huis schuur erf,            ,,                                  0.03.38
       990,          weiland,                        ,,                                  0.33.80
       239,          heide,                             ,,                                  0.40.40
       301,          heide,                             ,,                                  0.26.90
       239,          heide,                             ,,                                  1.38.00
In eigen gebruik geweest en geschat op de verkoopwaarde ten tijde van het overlijden ƒ 1000,00
Roerende goederen
Inboedel art 57 BW geschat als voor (inventaris van Not. van Hal, Ae 6 febr 1884) ƒ 858,10
Vordering wegens geleend geld ten laste van Johannes Pelkmans te Chaam ƒ 100,00
                                                                                                                             ƒ   1958,10
Gereed geld ƒ 100,00
Samen ƒ 2058,10
schulden memorie waarvan 1/2 is ƒ 1029,05
Begrafeniskosten der overledene art 27 der Wet ƒ 100,00
Zuiver over ƒ 929,05
Dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en dat door haar overlijden geen periodieke uitkeringen bij opvolging overgegaan of vervallen zijn.
 

Adriana Houtepen, overleden te Princenhage op 14 oktober 1887

RANB inv.nr. 036.03.03.131, Breda, memorienummer 138
 
De ondergeteekenden
  1. Jacobus Lips, arbeider, woonende te Princenhage, in hoedanig­heid van vader en wettelijke voogd over zijne minderja­rige kinderen Adrianus en Wilhelmina Lips,
  2. Goverdina Lips,
  3. Cornelia Lips, arbeiders te Princenhage,
te zamen ter zake dezer aangifte woonplaats kiezende ten Raadhuize van Princenhage, verklaren:
dat op den 10 October 1887 te Princenhage, alwaar zij haare laatste woonplaats had, ab intestato is overleden Adriana Houtepen, in leven echtgenoote van Jacobus Lips, tot haare enige erfgenamen nalatende haar vier kinderen: Goverdi­na, Cornelia, Adrianus en Wilhelmina Lips voornoemd.
Dat de overledene geen goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en dat door haar overlijden geene periodieke uitkering bij opvolging zijn overgegaan of zijn verval­len.
dat haar nalatenschap bestaat uit de onverdeelde helft van het navolgende actief:
  1. Een huisje en erf met bouwland, staande en liggende op de overvelsche heide onder Princenhage, kadas­traal bekend sectie E n= 833 en 899, samen groot 9.55 aren, geschat op eene ver­koopwaarde ten dage van het overlij­den van ƒ 400,=
  2. Inboedel geschat als voor op ƒ 100,=
samen  ƒ 500,=
Hiervan de helft ƒ 250,=
Eindelijk dat door niemand behalve de opgenoemde erfgenamen iets uit deze nalatenschap wordt geërfd of verkregen.
Princenhage 6 November 1887
 
 

Johannes Houtepen, overleden te Rijen op 21 december 1889

RANB, inv.nr. 036.03.03.137, Breda, memorienummer 119
 
Memorie van aangifte voor het recht van successie der nalatenschap van Johannes Houtepen, overleden te Rijen den 21 December 1889.
 
De ondergeteekende Dimphna Adriana van Alphen, weduwe Johannes Houtepen, zonder beroep te Rijen, als moeder voogdes over hare minderjarige kinderen
a. Petronella Geertruida,
b. Adrianus Antonius Houtepen;
ter zake dezen aangifte domicilie kiezende ten kantore van notaris Schmid te Gilze, Verklaart:
dat op den 21 december 1889 te Rijen onder Gilze alwaar hij gedomicilieerd was ab intestato is overleden haren echtgenoot Johannes Houtepen, tot zijne eenige en algehele erfgenamen nalatende zijne bovengenoemde twee minderjarige kinderen;
dat zijne nalatenschap van bestaat uit:
Actief
De onverdeelde helft in ¼ of 1/8 in
  • Een huis met erf, tuin en bouwland te Rijen onder Gilze in sectie A nrs 198, 908, 909, 910, groot te samen 37 aren 57 centiaren, voor het geheel gewaardeerd op ƒ 600,00 voor dit 1/8e gedeelte op vijfenzeventig gulden ƒ 75,00
Dat tot deze nalatenschap geene effecten of rentegevende schuldvorderingen behooren;
dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en door dit overlijden geene periodieke uitkeering bij opvolging zijn overgegaan of vervallen en eindelijk dat door niemand dan de bovengenoemde minderjarige wordt geerfd of verkregen.
Rijen den 13 juli 1890
Adriana van Alphen
 

Joanna Houtepen, overleden te Ginneken op 16 januari 1891

RANB, inv.nr. 036.03.03.142, Breda, memorienummer 43
 
De ondergeteekenden,
  1. Hendrik Boogers, arbeider, wonende te Geenbroek, gemeente Ginneken en Bavel, in hoedanigheid van vader en wettige voogd voor zijn minderjarige dochter Cornelia, oud 20 jaren,
  2. Adrianus Boogers, molenaarsknecht, wonende te Teteringen, en
  3. Johannes Boogers, winkelknecht, wonende te Geenbroek, gemeente Ginneken en Bavel,
Ter zake dezes woonplaats kiezende ten Gemeentehuize te Ginneken, verklaren:
Dat op den 16 Januari 1891 te Ginneken, alwaar zij hare laatste woonplaats had, is overleden Joanna Houtepen, tot eenige erfgenamen ingevolge de Wet nalatende hare kinderen, de aange­vers voornoemd bij haar door Hendrik Boogers voornoemd in huwelijk verwekt,
Dat de nalatenschap van de erflaatster bestaat uit:
  • de helft in het navolgende vastgoed gelegen in de gemeente Ginneken en Bavel, Kadastraal bekend sectie D bouwland no 1227, no 1618, bouwland; no 1619 huis en erf; no 1620 huis en erf en no 1621, bouwland, groot te samen 46 aren 49 centiaren te samen waardig geschat op ƒ 550,= of voor de helft op ƒ 275,=
  • een koe en twee varkens, waardig geschat voor de helft ƒ 75,=
  • Meubelen, linnen, beddengoederen en arbeidersgereedschap, waardig geschat voor de helft  ƒ 37,60
zoodat het actief bedraagt  ƒ 387,60
Passief
  • Eene rekening van D.J.P. Loonen wegens geneeskundige behandeling van de erflaatster over het jaar 1890, voor de helft  ƒ 13,50
  • Begrafeniskosten met de te vieren missen en verdere kerkelijke diensten tot en met het eerste jaargetijde ƒ 65,00
zoodat het passief bedraagt  ƒ 78,50
Het Actief bedraagt  ƒ 387,60
Het Passief bedraagt ƒ 78,50
Zoodat de nalatenschap bedraagt ƒ 309,10
Hiertoe zijn gerechtigd de aangevers sub 1, 2, en 3 genoemd ieder voor een 1/3 gedeelte of  ƒ 103,03 1/2
Dat de erflaatster geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en door haar overlijden geen periodieke uitkering is vervallen of bij opvolging overgegaan.
Getekend te Ginneken den 18 April 1891
H. Boogers
A. Boogers
Johannes Boogers
 

Mechelina Houtepen, overleden te Gilze op 22 januari 1892

RANB, inv.nr. 036.03.03.145, Breda, memorienummer 115
 
Memorie van aangifte voor het recht van successie der nalatenschap van Mechelina Houtepen, overleden te Gilze den 22 januari 1892.
 
De ondergetekende Gerardina Houtepen, zonder beroep te Rijen onder Gilze; ter zake deze aangifte domicilie kiezende ten kantore van de notaris Schmid te Gilze verklaart:
dat op den 22 Januari 1892 te Rijen onder Gilze, alwaar zij gedomicilieerd was, is overleden hare zuster Mechelina Houtepen;
dat de erflaatster bij haar testament voor notaris Schmid te Gilze van 26 December 1883, geregistreerd te Breda 8 maart 1892 deel 151 folio 134 recto vak 7, haar, aangeefster, benoemd heeft tot haar erfgename;
dat ingeval van ab-intestato overlijden, der erflaatster erfgenamen zouden geweest zijn:
  1. de aangeefster,
  2. hare zuster Antonia Houtepen, huisvrouw van Johannes de Swart te Gilze,
  3. de kinderen van eene vooroverleden zuster Johanna Houtepen in huwelijk bij wijle Johannes van Broekhoven,
  4. hare zuster Anna Cornelia Houtepen, weduwe Adriaan van Genk te Dorst, en
  5. de kinderen van eene vooroverleden zuster Anna Houtepen in huwelijk bij Hendricus Roelen onder Oosterhout;
dat de nalatenschap bestaat uit:
de onverdeelde helft in
Actief
Gemeente Gilze
  • Huis met tuin in het Rijensch oostelijk gedeelte sectie A no 1098 groot 4 aren, ter waarde van ƒ 600, =
  • Inboedel ter waarde van ƒ 105, =
  • Onderhandsche obligatie ten laste van J. Jansen te Rijen dd 1 januari 1890 rentende op datum 4% groot ƒ 500, =
  • lopende interesten tot en met de dag van overlijden  ƒ 1,22
  • Hypothecaire obligatie ten laste van A. Verheijen te Alphen voor notaris Schmid d.d. 25 februari 1883, rentende 4% op 18 februari, groot ƒ 200, =
  • loopende interest alsvoor ƒ 7,39
  • Contanten ƒ 216, =
Totaal Actief  ƒ 1629,62
Waarvan 1/2  ƒ 814,81, Kleederen van de erflaatster gewaardeerd op ƒ 35, =, ƒ 849,81
af:
  • kosten van begrafenis, uitvaart en kerkelijke diensten tot en met het eerste jaargetijde ƒ 163,60
  • rekening van Dr Ledel te Gilze wegens geneeskundige behandeling over 1892 ƒ 15,60, ƒ 179,20
Zuiver saldo der nalatenschap  ƒ 670,61
dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en door dit overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen en eindelijk dat door niemand dan de aangeefster iets uit deze nalatenschap wordt geërfd of verkregen.
Rijen, den 30 Juli 1800 twee en negentig
G. Houtepen
Op deze nalatenschap is blijkens aangehechte berekening verschuldigd voor regt van successie dat van overgang en opcenten de som van een en negentig gulden tien en een halve cent. Nota verg. 13 augustus 1892. De ontvanger.
In ontvang gebracht bevonden den 9 september 1892 deel 25 A 251, een bedrag van zes en zestig gulden een en een halve cent, te Breda den 6/11/92. De inspecteur.


Cornelis Houtepen, overleden te Ginneken op 5 januari 1895

RANB, inv.nr. 036.03.03.155, Breda, memorienummer 27
 
Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Cornelis Houtepen, overleden te Ginneken den 5 januari 1895.
 
De ondergeteekende Johannes Houtepen, landbouwer, wonende te Bavel, gemeente Ginneken en Bavel,
Ter zake dezes woonplaats kiezende ter secretarie der gemeente Ginneken, Verklaart:
dat op den 5e Januari 1895 te Ginneken alwaar hij zijne woonplaats had is overleden Cornelis Houtepen, tot eenigen erfgenaam naar den wet nalatend de aangever als broeder voor het geheel,
Dat de nalatenschap van den erflater bestaat uit:
  • de helft in de navolgende onroerende goederen, als een bouwhoefje gelegen te Bavel, gemeente Ginneken en Bavel, kadastraal bekend sectie B Nrs 319, 1007, 1008, 1013, 1014, 1015, 1016, 1017, 1026, 285, 1023, 1024 en 1025, groot te zaamen 4,31,70 hectaren na aftrek van 3,60 aren, waarvoor medeeigenaren zijn in deze goederen, de gemeente Ginneken en Bavel voor 3,50 aren en B.E.M. de Bruijn voor 10 caren alsmede de helft van circa 80 ca in een perceel weg, gelegen alsvoor kadaster sectie B no 1012, waarvoor de erflater daarin medeeigenaar is, waardig geschat ƒ 1575 of de helft  ƒ  787,50
  • de helft van den inboedel, behoorende tot het landbouwbedrijf, waardig geschat ƒ 475,70 of de helft  ƒ 237,85
  • de helft der meubelen, linnen en beddengoederen, waardig geschat ƒ 120,30 de helft ƒ 60,15
Totaal van het actief  ƒ 1.085,50
Passief
  • de helft van eene schuldvordering wegens geleend geld groot geheel ƒ 1060 ten laste van den erflater en ten voordeele van Arn. Janssen, landbouwer, wonende te Beek, gemeente Princenhage, rentende jaarlijks op den 7 mei naar 5% ingevolge akte verleden voor P.H.J.G. Jonkheer, destijds notaris te Ginneken, den 1 Mei 1866 waarvan de renten tot den laatsten verschijndag geregeld zijn betaald de helft ƒ 536,00
  • voor de helft: een schuldvordering wegens geleend geld, groot ƒ 425,00 ten laste van Gerardus Schoenmakers te Bavel, overgedragen bij onderhandsche akte op 6 maart 1875 behoorlijk geregistreerd aan Petrus Hendrikus Meeuwissen, landbouwer te Bavel, rentende jaarlijks op den 5 october naar 4% ingevolge akte verleden voor P.H.J.G. Jonkheer, destijds notaris te Ginneken, den 5 october 1847, waarvoor de renten tot den laatsten verschijndag geregeld zijn betaald, [waardoor de verjaring is geschiet en de schuld voor wettig wordt erkend, hetgeen aangever onder inroeping van den af te leggen eed verklaart (goedgekeurd dit renvooi in den achttienden regel op nevenstaande bladzijde J.H.)], de helft ƒ 212,50
  • verschenen renten van den 5 october 1894 tot den dag van het overlijden ƒ 4,33 of de helft ƒ 2,16 ½
  • de helft van een vordering van J.P. Loonen te Ginneken, docter, wegens geneeskundige behandeling van den erflater ad ƒ 7,75 of de helft  ƒ 3,37 ½
  • Begrafeniskosten en verdere kerkelijke diensten tot en met het eerste jaargetijde ƒ 65,88 ½
totaal van het passief  ƒ  832,00
Het actief bedraagt  ƒ 1.085,50
Het passief bedraagt ƒ 832,00
zoodat het zuiver saldo van de nalatenschap van den erflater bedraagt   ƒ     253,50
dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en door zijn overlijden geene periodieke uitkeering is vervallen of bij opvolging overgegaan.
Geteekend te Ginneken den 5 augustus 1896
J: Houtepen
 

Petronella Houtepen, overleden te Ginneken op 17 september 1895

RANB, inv.nr. 036.03.03.157, Breda, memorienummer 62
 
Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Petronella Houtepen, overleden te Ginneken den 17 september 1895.
 
De ondergeteekende Fransiscus Doms, arbeider, wonende te Ulvenhout gemeente Ginneken en Bavel, in hoedanigheid van vader en wettige voogd over zijn minderjarig kind Catharina, oud acht jaren, Ter zake dezes woonplaats kiezende ter secretarie der gemeente Ginneken en Bavel,
Verklaart dat op den 17 september 1895 te Ginneken alwaar zij hare woonplaats had is overleden Petronella Houtepen, tot eenige erfgename volgens de wet nalatende haar genoemd kind Catharina, oud 8 jaren, bij haar door den aangever in tweede huwelijk verwekt,
Dat den nalatenschap van de erflaatster bestaat in:
  • 1/4de gedeelte in den aanbreng van haar echtgenoot Fransiscus Doms, die eerstmaal was gehuwd met de op den 24 mei 1881 te Ginneken overleden echtgenoot Adriana van der Velden, welke aanbreng bij het aangaan van zijn tweede huwelijk volgens onderhandschen inventaris opgemaakt den 3 september 1882, geregistreerd te Breda den 16 september 1882 No. 1808, bedroeg aan roerende goederen de helft van ƒ 517 of 258,50 waarvan het aandeel der erflaatster bij het aanwezen van twee kinderen uit het eerste en een kind uit het tweede huwelijk bedraagt 1/4de of ƒ 64,62 ½
  • 1/4de gedeelte in den aanbreng van alsvoren aan onroerend goed: zijnde een huis en erf met boomgaart, gelegen te Ulvenhout onder Ginneken, groot 9,15 aren kadaster sectie D No 1604 en 1399, waardig geschat ƒ 450 of ƒ 225, alzoo 1/4de gedeelte ƒ 56,25
  • de helft van de tijdens het 2e huwelijk uit de oversints aankochte onroerende goederen, bestaande in bouwland, heide en dennenbosch, gelegen onder Ginneken kadastraal bekend sectie D No 1616, 529, 530, 531, groot tezamen 1,46,15 hektaren, waardig geschat ƒ 750 of de helft ƒ 375,00
  • de ten dage van het overlijden aanwezige roerende goederen bestaan in: een klein landbouwinboedel als vee, gereedschappen, meubelen, linnen, beddengoederen met veldvruchten, waardig geschat ƒ 598,75
  • kontanten ten sterfdag aanwezig ƒ 51,25
  • kleederen van de overledene ƒ 10,00
  • gemeene baten roerend goed ƒ 660,00
waarvan afgetrokken een schuldvordering van de minderjarige kinderen uit het eerste huwelijk Maria en Johanna Doms, wonende te Ginneken, op hun vader Fransiscus Doms wegens hun aandeel in eenen inboedel die niet meer bestaat volgens onderhandschen inventaris opgemaakt te Ginneken den 3 september 1882, zijnde de helft in een bedrag van ƒ 517,00 alzoo ƒ 258,50
aan roerend goed zuiver aanwezig  ƒ  401,50
aangebracht door F. Doms ƒ  258,50
winst aan roerend goed ƒ 143,00
Mitsdien heeft de overledene Johanna Houtepen nagelaten:
1/4de gedeelte in den aanbreng van haar echtgenoot F. Doms bedragend:
aan roerend goed  ƒ  64,62 ½
aan onroerend goed ƒ  56,25
aan winst staande tweede huwelijk gemaakt de helft
aan roerend goed  ƒ 71,50
aan onroerend goed aangekocht ƒ 375,00
samen ƒ 567,37 ½
de begrafeniskosten en verdere kerkelijke diensten tot en met het eerste jaargetijde bedragen ƒ 51,25 ½
zoodat het zuiver saldo der nalatenschap bedraagt  ƒ  516,12
dat de erflaatster bij het aangaan van haar huwelijk niets heeft aangebracht
dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en door haar overlijden geen periodieke uitkeering is vervallen of bij opvolging overgegaan.
Geteekend te Ginneken den 1 juni 1896
F. Doms
 

Gerardina Houtepen, overleden te Rijen op 14 januari 1899

RANB, inv.nr. 036.03.03., Breda, memorienummer 17
 
De ondergeteekenden
1.   Johannes de Swart, landbouwer te Gilze als gehuwd met Antonia Houtepen,
2.   Johannes van Genk, smid te Dorst,
Beide voor zich en lasthebbers van:
A.  1.   Gerardus van Broekhoven, huurhouder te Dongen,
      2.   Gerardus Schilders, looijersknecht te Baardwijk, als gehuwd met Anna Maria van Broekhoven,
      3.   Johannes,
      4.   Adrianus van Broekhoven, bouwlieden te Gilze,
      eenige 4 kinderen van wijle Johanna Houtepen, in huwelijk bij Johannes van Broekhoven,
B.   1.   Adrianus,
      2.   Cornelis van Genk, beiden smid te Dorst,
      3.   Jacobus de Leeuw, landbouwer onder Oosterhout, als gehuwd met Catharina van Genk,
      4.   Hendricus van Dorst, landbouwer te Dorst, als gehuwd met Hendrica van Genk,
      5.   Jacobus van Dongen, schoenmaker te Rijen, als gehuwd met Anna Maria van Genk,
      met de aangever sub 2 de eenige 6 kinderen van wijle Anna Cornelia Houtepen, in huwelijk bij Adriaan van Genk,
C. Cornelis Houtepen, arbeider te Goirle,
D.  1.   Adrianus,
      2.   Johannes Roelen, bouwlieden te Oosterhout,
      3.   Martinus Roelen, landbouwer te Dongen,
      4.   Johannes Akkermans, landbouwer aldaar, als gehuwd met Cornelia Roelen,
      5.   Antonius Timmermans, landbouwer onder Oosterhout, weduwnaar van Antonia Roelen:
            a.   als voogd over de minderjarige Willem Akkermans, uit haar 1e huwelijk met Nicolaas Akkermans, en
            b.   als vader-voogd over de twee minderjarigen uit haar huwelijk met hem aangever, genaamd:
                  1.   Cornelia Christina en
                  2.   Maria Timmermans.
      6.   Pieter Horsten, arbeider onder Oosterhout, weduwnaar van Maria Roelen, als vader-voogd over de minderjarigen:
            a.   Antonius,
            b.   Hendricus Horsten
      7.   Johanna Roelen, geestelijke zuster ter Terheijden,
      te samen de eenige 7 kinderen of nakomelingen dezer van wijle Anna Houtepen, in huwelijk bij Hendricus Roelen,
krachtens akten van lastgeving gehecht aan procesverbaal van boedelbeschrijving en toewijzing van notaris Schmid te Gilze, waarvan uittreksels aan deze memorie zijn  gehecht,
ter zake dezer aangifte domicilie kiezende ten kantore van notaris Schmid te Gilze, verklaren:
dat op 14 januari 1899 te Rijen, alwaar zij was gedomicilieerd, ouder- en kinderloos is overleden Gerardina Houtepen, die bij haar testament voor notaris Schmid te Gilze verleden 26 december 1883, tot algemeen erfgename hare zuster Mechelina Houtepen, die voor haar was overleden op 22 januari 1892;
dat de erflaatster als ab intestato erfgenamen heeft achtergelaten, haar zuster Antonia Houtepen, huisvrouw van Jan de Swart sub 1 en haren broeder Cornelis Houtepen sub C, ieder voor 1/5; de 4 kinderen harer overleden zuster Johanna Houtepen sub A te samen voor 1/5 of ieder voor 1/20; de 6 kinderen harer overleden zuster Anna Cornelia Houtepen sub B te samen voor 1/5 of ieder voor 1/30; de 5 kinderen harer overleden zuster Anna Houtepen sub D 1.2.3.4. en 7 met de kleinkinderen van deze sub D 5 en 6 te zamen voor 1/5 of de sub 1.2.3.4 en 7 genoemde ieder voor 1/7 in 1/5 = 1/35, de 3 minderjarige sub 5 te samen en de 2 minderjarige sub 6, te samen voor 1/35;
dat de nalatenschap van de erflaatster bestaat uit:
Gemeente Gilze c.a.
  1. Huis met tuin te Rijen sectie A nr 1098, groot 4 aren, publiek verkocht voor ƒ      820,-
  2. Huisraad en kleederen ƒ 319,-
  3. Spaarbankboekje ƒ 517,52
  4. Onderhandsche schuldvordering ten laste van de wede A. van Rosendaal te Gilze d.d. 20 januari 1884 4% op datum ƒ 200,-
  5. Hypothecaire obligatie ten laste van Adriaan Verheijen te Alphen akte nots Schmid dd 25 februari 1883 4% op 18 februari ƒ 200,-
  6. Intresten den beide tot en met den dag van overlijden ƒ 1,53
  7. Contanten ƒ 55,-
Totaal  ƒ   2.113,15
Te verminderen met passief
  • Aan het kerkbestuur te Rijen plaats in de kerk over 1898/99 ƒ 15,-
  • Aan wede A. Aarts te Rijen wegens metselwerk over 1898 ƒ 6,34
  • Kosten van begrafenis, uitvaart en kerkelijke diensten tot en met het 1e jaargetijde ƒ 170,23, ƒ 191.-
zuiver saldo der nalatenschap ƒ  1921,-
dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en dat door dit overlijden geen periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen;
dat door niemand dan door de aangevers en hunne lastgevers iets uit deze nalatenschap wordt geerfd of verkregen;
dat het de aangevers niet bekend is dat de bewijzen in het passief opgenomen, werden opgemaakt om betaling van successierechten te ontgaan en -onder inroeping van den af te leggen eed- dat de erflaatster geene voor de successiewet belastbare schenkingen of andere overeenkomsten of handelingen heeft gesloten of gedaan. Gilze 12 juli 1899
Goedgekeurd de renvooije vorige bladzijden
J. de Swart
J. van Genk
Op deze nalatenschap is verschuldigd voor recht van overgang art 1 ƒ 1 en 38 opcenten honderdachtenveertig gulden vierennegentig cent, spec nota nagez 28 aug 1899 De Ontvanger a.i.
 
[in de marge:
cf. Publ verkoop roer.goed ger(egistreer)d 7 maart 1899 dl 161 f 167 recto v 3
cf. Publ verkoop vastgoed ger(egistreer)d 7 april 1899 dl 161 f 188 verso vak 6]
 
Op den twee en twintigste Januari achttien honderd negenennegentig, compareerden voor Louis Jean Francois Aloijs Schmid, notaris ter standplaats Gilze,
Arrondissement Breda:
A.
  1. Gerardus van Broekhoven, huurhouder te Dongen
  2. Johannes Schilders, looijersknecht te Baardwijk, als gehuwd met Anna Maria van Broekhoven,
  3. Johannes van Broekhoven,
  4. Adrianus van Broekhoven, beiden landbouwers te Gilze, Eenige kinderen van Johanna Houtepen, in huwelijk verwekt bij Johannes van Broekhoven
B.
  1. Adrianus van Genk, smid op den Hout,
  2. Johannes van Genk, mr smid, en
  3. Cornelis van Genk, smid te Dorst,
  4. Jacobus de Leeuw, als gehuwd met Catharina van Genk, landbouwer op Vragchelen,
  5. Hendricus van Dorst, als gehuwd met Hendrica van Genk, landbouwer te Dorst,
  6. Jacobus van Dongen, schoenmaker te Rijen, als gehuwd met Anna Maria van Genk, eenige kinderen van wijle Anna Cornelia Houtepen, in huwelijk bij Adriaan van Genk,
C. Cornelis Houtepen, arbeider te Goirle,
D.
  1. Adrianus Roelen, 2
  2. Johannes Roelen, landbouwers te Oosterhout/Beenthof,
  3. Martinus Roelen, landbouwer te Dongen/Vaart,
  4. Johannes Akkermans, landbouwer onder Dongen, als gehuwd met Cornelia Roelen,
  5. Adrianus Timmermans, landbouwer onder Oosterhout, weduwnaar van Antonia Roelen: a. als voogd over de minderjarige Willem Akkermans, uit haar eerste huwelijk met Nicolaas Akkermans, en b. als vader-voogd over de twee minderjarigen uit haar huwelijk met hem aangever, genaamd: a. Antonius, b. Hendricus Horsten, met Johanna Roelen, geestelijke zuster ter Terheijden, de eenige kinderen en nakomelingen van wijle Anna Houtepen, in huwelijk bij Hendricus Roelen,
E. Johannes de Swart, landbouwer te Gilze, als gehuwd met Antonia Houtepen en nog enzoovoort.
De comparanten verklaarden tot hunne  lasthebber te benoemen: die sub A.B.C.D. en E genoemden Johannes de Swart en Johannes van Genk, zoo te samen als ieder afzonderlijk.
Ten einde hunne belangen waar te nemen en hunne personen te vertegenwoordigen in den nalatenschap van Gerardina Houtepen, overleden te Rijen den veertienden Januari achttien honderd negen en negentig; die nalatenschap zuiver of enzovoorts memoriën voor het recht van successie en van overgang op te maken, in te leveren en te beëedigen, alle rekeningen enzovoorts
Waarvan akte, om in originali te worden uitgegeven, is verleden te Gilze op datum als boven, in tegenwoordigheid van Cornelis Everts, herbergier, en Petrus Hamels, arbeider, beiden te Gilze, als getuigen.
Na voorlezing is deze akte door de comparanten, den notaris en de getuigen onderteekend
G.v.Broekhoven, A.v.Broekhoven, J. Schilders, J.v.Broekhoven, A.v.Genk, J.v.Genk, C.v.Genk, Jacobus de Leeuw, Jacobus van Dongen, Hendrik van Dorst, A.Roelen, M.Roelen, J.Roelen, A.Timmermans, J.Akkermans, C.Houtepen, J.de Swart, behalve door Pieter Horsten voornoemd, die verklaarde dit wegens ongeleerdheid niet te kunnen, Schmid Not C. Everts en P.Hamels.
Geregistreerd te Breda den vierentwintigsten Januari 1800 negen en negentig Deel 161 folio 133 verso vak 1 Een blad geen renvooi Ontvangen voor recht een gulden twintig cent
De Ontvanger/Heijl/ 
Uitgegeven voor woordelijk gelijkluidend uittreksel eener akte van lastgeving gehecht aan een akte van boedelbeschrijving voor den ondergeteekenden notaris verleden den acht en twintigsten Januari achttienhonderd negenennegentig
 

Johannes Houtepen, overleden te Ginneken op 21 juni 1901

RANB, inv.nr. 036.03.03.178, Breda, memorienummer 92
Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Johannes Houtepen, overleden te Ginneken den 21 juni 1901.
 
De ondergeteekenden
  • Martinus Houtepen,
  • Wilhelmus Houtepen, landbouwer, wonende te Bavel, gemeente Ginneken,
  • Johannes Bernardus Josephus Meijvaert, kelner, wonende te Breda, in algeheele wettige gemenschap van goederen gehuwd met Johanna Cornelia Houtepen
Ter zake dezes woonplaats kiezende ter gemeentesecretarie te Ginneken,
Verklaren dat op den 21 juni 1901 te Ginneken alwaar hij zijne woonplaats had ab intestato is overleden Johannes Houtepen, tot eenige erfgenamen ingevolge de wet nalatende zijne kinderen, de aangevers voormeld, door hem bij Adriana Buijks, landbouwster wonende te Bavel voormeld in huwelijk verwekt,
Dat de nalatenschap van den erflater bestaat uit:
  • voor de helft een bouwhoefje gelegen te Bavel, gemeente Ginneken en Bavel, kadastraal bekend sctie B Nrs 319, 1007, 1008, 1013, 1014, 1015, 1016, 1017, 1026, 285, 1023, 1024 en 1025, [HH: blijkens de aantekening in de marge vernummerd naar 925, 2228 en 2229] groot te zaamen 4,31,70 hectaren na aftrek van 3,60 aren, woorvoor medeeigenaren zijn in deze goederen, de gemeente Ginneken en Bavel voor 3,50 aren en B.E.M. de Bruijn voor 10 caren alsmede de helft van circa 80 ca in een perceel weg, gelegen alsvoor kadaster sectie B no 1012 [HH: blijkens de aantekening in de marge vernummerd naar 2373], waarvoor de erflater daarin medeeigenaar is, waardig geschat ƒ 1696 of de helft ƒ 843,00
  • de helft van den inboedel, behoorende tot het landbouwbedrijf, waardig geschat ƒ 430,00 of de helft ƒ 215,00
  • de helft der meubelen, linnen en beddengoederen en kleederen, waardig geschat ƒ 342,00, de helft ƒ 171,00
Totaal van het actief ƒ 1234,00
Passief
  • Begrafeniskosten en verdere kerkelijke diensten tot en met het eerste jaargetijde ƒ 58,00
  • een vordering aan E.M. Gommers arts te Ginneken wegens geneeskundige behandeling van den erflater in 1901, ½  ƒ 11,00
  • voor de helft: een hypothecaire schuldvordering wegens op den 17 augustus 1899 geleend geld groot ƒ 1500 ten laste van den erflater en ten voordeele van Arn. Janssen, landbouwer, wonende te Beek, gemeente ‘s Princenhage, rentende jaarlijks op den 17 augustus naar 4% ingevolge akte verleden voor notaris Van Hal te Chaam, den 17 augustus 1899 blijkens op dien datum door den debiteur ondertekeende akte, ½  ƒ 750,00
  • interest hiervan tot en met den dag van overlijden ƒ 50,46, ½  ƒ 25,23
totaal van het passief  ƒ 844,23
Het actief bedraagt ƒ  1234,00
Het passief bedraagt  ƒ     844,23
zoodat het zuiver saldo van de nalatenschap van den erflater bedraagt   ƒ     389,77
hiertoe zijn gerechtigd de aangevers voornoemd, ieder voor 1/2e gedeelte of ƒ 129,92 1/3;
dat de erflater geene goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en door zijn overlijden geene periodieke uitkeering is vervallen of bij opvolging overgegaan;
dat de aangevers overtuigd zijn dat de onderhandsche geschriften die als bewijsmiddelen zijn vermeld reeds voor het overlijden in de macht van de schuldeischers zijn geweest;
dat de aangevers niet gebleken is dat de hierin vermelde bewijzen werden opgemaakt of afgegeven om de betaling van successierechte te ontgaan en eindelijk;
dat de overledene geene successiewet belastbare schenkingen of andere overeenkomsten of handelingen heeft gedaan of gesloten.
Ginneken den 15 januari 1902
M. Houtepen
W. Houtepen
J.R.J. Meijvaert
 
 

Adrianus Houtepen, overleden te Teteringen op 23 februari 1903

RANB, inv.nr. 036.03.03., Breda, memorienummer 1725
 
De ondergeteekende Johannes Houtepen, landbouwer, wonende te Teteringen, ter zaker dezer aangifte domicilie kiezende ten kantore van den notaris R.F.M.A. de Roy te Teteringen, verklaart:
dat op den 23 februari 1903 te Teteringen, alwaar zijn domicilie was, ab-intestato is overleden zijn vader Adrianus Houtepen, in algehele gemeenschap van goederen zonder het maken van huwelijksvoorwaarden gehuwd geweest met Adriana van Enschot, nalatende tot zijnen eenigen erfgenaam ingevolge de wet zijnen uit gemeld huwelijk geboren zoon Johannes Houtepen voornoemd;
dat zijne nalatenschap bestaat uit ½ in:
  1. Roerende lichamelijke zaken door den aangever geschat op eene verkoopwaarde ten dage van het overlijden ad ƒ 2.275,-
  2. Kontanten ad ƒ 300,-
  3. Deposito bij den Kassier Ingenhousz te Breda ƒ 600,-
totaal aktief  ƒ  3.175,-
waarvan ½ behoort tot deze nalatenschap ad ƒ 1.587,50
Passief
  1. aan Dokter Huijbers te Oosterhout wegens geneeskundige hulp aan den overledene over 1902 en 1903 tot en met den dag van overlijden ad ƒ 79,50
  2. aan den Heer Jan Meinars, timm te Teteringen, wegens in 1902 gekocht hout ƒ 11,-
  3. De navolgende schulden wegens huis- en landhuur sedert de laatste verschijndagen tot en met den dag van het overlijden, als

 

  1. aan Petrus van Beek te Teteringen ad ƒ 150,- per jaar in 2 termijnen op 1 Mei en 1 november, dus ƒ 47,08
  2. aan Adrianus Aartsen te Teteringen ad ƒ78,- op 1 november van ieder jaar, dus ƒ 24,48
  3. aan Piet van Gool te Teteringen ad ƒ33,- op 1 november van ieder jaar, dus ƒ 10,36
  4. aan mejufrouw Petronella Stuijck te Breda ad ƒ 33,- op 1 november van ieder jaar, dus ƒ 10,36
Totaal passief   ƒ 182,78
Waarvan ½ ten laste dezer nalatenschap ad  ƒ 91,39
Saldo der nalatenschap  ƒ 1.496,11
Hiervan afgetrokken de begrafeniskosten van den overledene Alsmede de kosten voor uitvaart en kerkelijke diensten sedert het Overlijden tot en met het eerste jaargetijde ad  ƒ      100,-
Rest van de nalatenschap  ƒ  1.396,11
Ten slotte verklaart de aangever dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en dat door zijn overlijden geen periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen.
Ondertekeend den Juli 1903
J. Houtepen
 

Anna Maria Houtepen, overleden te Princenhage op 29 juni 1904

RANB, inv.nr. 036.03.03., Breda, memorienummer 3378
 
De ondergeteekenden,
  • Hendrikus Frijters, herbergier te Princenhage, als vader voogd over Wilhelmina Frijters,
  • Anthonius Frijters, rietdekker aldaar,
  • Cornelis Tielen, bewaarder op het RC Kerkhof te Princenhage als in algeheele gemeenschap van goederen gehuwd met Maria Frijters,
  • Willem van Poppel, stucadoor te Princenhage, als in gelijke gemeenschap gehuwd met Anna Frijters,
  • Johannes Frijters, slachter te Princenhage,
Allen domicilie kiezende ten kantore van den practizijn J. Sevensma te Breda Sophiastraat 5
Verklaren dat op den 29 juni 1904 te Princenhage, haar laatste woonplaats, is overleden Anna Maria Houtepen tot hare eenige erfgenamen nalatende hare vijf voornoemde kinderen geboren uit haar huwelijk met sub a,
Dat de erflaatster bij testament verleden voor notaris Van Heul te Chaam d.d. 17 september 1901 aan hare echtgenoot sub a genoemd legateerde het vruchtgebruik harer geheele nalatenschap met vrijstelling van de verplichting om daarvoor zekerheid te stellen,
Dat de legataris is geboren onder de gemeente Princenhage den 3 october 1839 blijkens overgelegd geboorte extract,
Dat de nalatenschap van erflaatster bestaat uit de helft der gemeenschap van goederen bestaan hebbende tusschen haar en aangever sub a,
Dat gemelde gemeenschap ten dage van erflaatsters overlijden bestaat uit
  • Een huis, schuur en erf, gelegen onder de gemeente Princenhage sectie E no 1509, groot 7 aren 40 centiaren geschat op ƒ   2.000,-
  • Aardappelen, hout, steenkolen enz ƒ 145,-
  • Twee varkens ƒ 50,-
  • Kleeren van erflaatster en hare echtgenoot ƒ 60,-
  • Diverse meubelaire goederen ƒ  80,-
  • Dranken en contanten ƒ  50,-
Totaal  ƒ   2.485,-
Passief
  • Aan Dr Batenburg te Princenhage wegens geneeskundige diensten en geleverde medicijnen gedurende het jaar 1904 tot en met den sterfdag ƒ 90,-

Rest zuiver                                                                                                           ƒ   2.395,-

Hierbij gevoegd nog
  • een tot de gemeenschap behorende hypotheciare vordering ten laste Johannes Chantzel te Princenhage krachtens akte verleden voor notaris Schmid te Gilze 18 juni jl groot  ƒ 1.550,-
  • Rente ad 4% tot en met den sterfdag ƒ 2,10
Totaal ƒ   3.947,10
Waarvan de helft uitmaakt erflaatsters nalatenschap ad ƒ   1.973,55
Hieraf de begrafeniskosten en kosten van uitvaart tot en met het eerste jaargetijde ad ƒ 160,-
Rest zuiver  ƒ 1813,55
Dat door het overlijden geen vruchtgebruik, fideicommis of periodieke uitkeering is vervallen of overgegaan.
Ten slotte verklaren de aangevers onder inroeping van den af te leggen eed, dat de overledene geen voor de successiewet belastbare schenkingen, kwijtscheldingen of andere overeenkomsten heeft gedaan of gesloten.
Aldus gedaan en geteekend in de maand November van het jaar 1904 onder bijvoeging en goedkeuring van drie woorden.
Volgen handtekeningen
Vrij van successierechten
 
 
Familiewapen Houtepen