Notariële archieven Eindhoven

Streekarchief Regio Eindhoven

Inventaris 12.7 Protocollen van Eindhovense notarissen.

Inv.nr. 36 (oud 1217) akte 36, de dato 25–06-1663:

Attestatie inzake de afstammelingen van Bastiaen sone Henrick Herman Denis, ingeboren der stadt Eijndouven.

Compareerde voor mij notaris openbaer bij den Ed: Mo: Rade / van Brabant geadmitteert, binnen de stadt Eijndouven resideerende, / en den getuijgen ondergenoempt, de eersaeme / Niclaes Claessen de Wael, out omtrent 80 jaeren, / ende Noeij Hendrick Hollarts, out omtrent /47 jaeren, beijde inwoonderen en borgeers deser / stadt Eijndouven, ende hebben ter instantie ende / requisitie van Bastiaen sone Henrick Herman / Denis [marge: ingeboren der stadt Eijndouven] verclaert en geattesteert, / sonder eenige persuasie ofte / inductie van iemanden maer in faveur van jusitie, waerachtich / te wesen [marge: ende haer welkennelijck te sijn] dat Bastiaen voorS hadde geprocreert / bij sijne ijerste echte vrouwe Maeijke dochter / van Michiel Houtepen, drije kijnderen alnoch in leven / wesende te weten Niclaes Bastiaens, nu out / wesende 23 jaren wesende getrouwt, Hendrick, nu out wesende / 21 jaeren, ende Jan Bastiaens, nu / out wesende 19 jaeren, Ende ditto Bastiaen voorS / bij [marge: Aelken dochter Henrick Rouers]  sijne tegenwoordige en tweede echte huijsvrouwe / heeft geprocreert drije kijnderen alnoch in / leven wesende, te weten Laureijns Bastiaens, out / wesende 14 jaren, Janneke Bastiaens, out wesende / 9 jaeren, en Peter Bastiaens, out wesende 5 jaren / verclare wijders sij attestanten lang doen bij malcanderen / gewoont te hebben en deshalve goede kennisse / daerin sijn hebbende oock  den ijersten comparant mits hij is gerechte oom van Bastiaen Henrick / Hermans voorS ende hij oock goede memorie / daerin is hebbende  / [marge: eijndende hier mede haer] verclaeringe die de / comparant altijt des versocht sijnde voor / alle hoven en gerechten ofte andere raede sij mede / willen resteren / conbuteren etc. Aldus gedaen binnen Eijndoven desen 25 junij 1663, ter presentie Lenart Ansems van Gemert / en Bastiaen Deckers, borgers en inwoonders deser / stadt Eijndoven als getuijgen hiertoe versocht.

Lenart Anssems van Gemert / Bastiaen Deckers / Claes Claessens de Wael / Nou Hendrick Janssen / Et me present, quod attestor / Deckers nots. publ.

 

Inv.nr. 12 (oud 1218) akte 11, de dato 19-01-1664:

Pachtcontract tussen Maeijken weduwe Claes Wouters en Dielis Willems van Oirschot.

Compareerden Maeijken wed. Claes Wouters / inwoorderse binnen Eijnhoven en heeft mitsdesen / verhuert haere woninge en huijsinge gestaen alsulcx  / buijten de Gestelssche poorte, soo ende gelijck / Dielis Houtepens ‘tselve tegenwoordigh in gebruijck / is hebbende en daer noch bij den schuerken daerneffen / is bij gelegen, ende dat aen Dielis Willems van / Oirschott, ende dat voor eende termijn van vier / achtereenvolgende jaren, ingaende te waarens(?) / tijt deses jaers de huijsinge, en de hoff te halff / meij nochtans wijer en partijen geheng sal  / met weer te scheijden, malcanderen voor Kersmis / voor den halven tijt op te seggen, en dat jaerlijcx /voor de somme sevenentwintich guldens te / betaelen los en vrij boven alle stadts lasten soo / van verpondige ofte contrabutie, die welcke den / pachter moet betaelen sonder cortinge, mits oock / noch jaerlijcx moet halen een carre heijtorff / oock all sonder corten des pachts, des sal hij pachter / alle drije maenden betaelen een vierde part der / selver hueringe, en oock sal hij pachter moeten / goede toesicht dragen datter bij hem ofte sijne / familie eenige schade en geschiede aen huijsinge / ofte gelaeasen, door brant of andersints, want / de schade daerdeur comende soude hij pachter / wederom moeten oprichten en goet doen naer / welijsen en goedemans seggen en voorts naer / alle costuijmen in desen gewoonlijck, hebben / sij contrahenten malcanderen naer te comen en te / aldan, daer voor verbindende sij contrahenten / haere persoone en guldens, nu hebbende ende / naermaels vercrijgende. Aldus gedaen ten / huijse des verpachterse voorS binnen Eijndoven, / plaetse mijner residensie, deser 19en Januarij / 1664, ter presentije Bastiaen Deckers en / Peter van Mierlo, inwoonende borgers alhier als getuigen hiertoe versocht.

 

Inv.nr. 12 (oud 1218) akte 42, de dato 25-04-1664:

Huurcontract tussen Dielis Willems en Jacobus Bailliou.

Compareerende voor mij notaris bij den Ed: / Raede van Brabant geamitteert, binnen de  / stadt Eijndoven residerende, en de getuijgen / ondergenoempt den eersaemen Dielis Willems / ende heeft midts desen verhuert voor een jaer, / aanvanck nemende te wonarent(?) tijt, / seeckere weeffcamer mette achtercamer in de  / woninge daer Dielis Houtepens nu is utt / treckende, soo en gelijck Dielis voorS deselve / in gebruijck heeft gehadt, en dat aen Jacobus / Bailliou voor de somme los en vrij boven alle / lasten voor het jaer te betalen alle drije maenden / een vierde part der geloofden sommen Alle / d’welcke sij contrahenten malcanderen belooven / naer te comen en te / voldoen en voorts naer alle costuijmen en seker gewoonlijck beloven / sij malcanderen te voldoen daervan, verbindende / sij contrahenten haere persoon en goederen, nu / hebbende en naermaels vercrijgende. Aldus / gedaen ter presentije Bastiaen Deckers ende / Peter van Mierlo getuigen hiertoe versocht desen / vijffentwintichsten April 1664.

Dielis Willems / Jacobus Bailliou / Baestiaen Deckers / Peter van Mierlo / Et me present quod attestor FDeckers nots.publ.

 

Inv.nr. 12 (oud 1218) akte 48, de dato 10-05-1664:

Testament van Wouter Janssen Houtepen, weduwnaar van Anneken Philipsen, ingezetene van de stad Eindhoven.

In den name ons heeren Amen. Bij den teneur / ende inhoude van desen openbaren instrumen / te van testamente sij kennelijck eenen / ijegelijcken dat in den jaere deselffs ons / heeren geboorte 1664 op den tienden dach der / maent maij voor mij, openbaar notaris bij den Ed: / Mo: Rade van Brabant geadmitteert, binnen de stadt Eijndoven residerende, ende / den getuijgen onder genoempt, in eijgenen persoone is erschenen ende gecompareert / Wouter Janssen Houtepen, naergelaten / weduwer wijlen Anneken Philipsen, / echte beddegenooten geweest, ingeseten / binnen de stadt Eijndoven, den selven / Wouter met sieckte in den lichaem be / vangen sijnde en te bedde liggende, maer nochtans sijn verstandt, memorie ende  / vijff sinnen welmachtich sijnde, volcomen / gebruijckende, soo dat ons ende alle de / gene hem siende ende hoorende spreecken / claerlijck scheen ende bleecke, vercla / rende, dat hij, aenmerckende de broos / heijt der menschelijcke natueren, datter / niet sekerder en is als de doot ende / niet onseekerder als de vre, der selver / nijet willende scheijdende van deser werelt / sonder voorgaende testamentelijcke / dispositie, daeromme wel bedacht //  sijnde heeft naer voorgaende deliberatie / ende rijpen rade ons alle onheijl in toe / comende tijden te voorcomen onder sijne / kijnderen en dat uijt sijnen eijgen vrijen wille, / onbedwongen van ijemanden, soo hij ver / claerde, gemaeckt, geordonneert ende  / gesloten, gelijck hij ordonneert, maeckt / en sluijt bij desen, sijnen testamente, / lesten ende uijtersten wille in der manieren / ende vuegen naervolgende, Ierst dan revo / seerende, casseerende, doot en teniet / doende alle voorgaende testamenten / ofte andere wettelijcke acten ofte con / tracten bij hem testateur voor datum / van desen eenichsints gemaeckt ende  ge / passeert, uijtterlijck begeerende dat dit / sijn testament ofte uijttersten willen / alleenlijck plaetsgrijpen ende / volcomen effect sorteeren, t’sij bij forme van testament, codicil ofte / andersints bij getuijchnis der waerheijt / dat hij nu op sijne siele salicheijt is / verclarende soo ijemants testament alder / best plaetsgrijpen ende effect sorteren / mach niettegenstaende dat alle en / ijegelijck de solemniteijt en rechte // wegen daertoe gerequireert hier inne / nijet en waren geobserveert, maer eenich / sints geomitteert niettegenstaende / oock eenige stadts steden ofte landt / rechten ter contrarijen, allen welcke / rechten en effecten van dijen hij testa / teur gederogeert heeft en derogeert / bij desen, Item beveelt hij testateur / sijne siele bij de wille Godts utten sterffelijcken lichaem gescheijden sijnde de grondeloose berm / herticheijt van Godt almachtich sijnen / schepper, verlosser ende salichmaecker / ende sijnen doden lichaem eene christe / lijcke begraefenisse om dat eerlijck naer sijnen staet ter aerden bestaeijt te wordden / Comende voorts daermede tot / dispositie van sijne tijdelijcke goederen / bij Godt almachtich hem op deser / aerden verleendt, die cleijn en weijnich / sijn, ende bij twee van sijne dochters, / te weten Aelken en Geertruijt, tot / noch toe is onderhouden geweest, mits / in sijne ouderdom weijnich heeft connen / verdienen, ende alsoo sijne vijff / sonen, getrout sijnde ende ambachten / connen en hunnen cost connen verdienen, / soo verclaert hij, bij mededelijden van sijne dochters, die hem onderhouden // en nijet willen verlaten, soo sij oock van Godts / wegen seggen schuldich te wesen all souden / sij voor hem moeten gaen bidden,  daeromme Soo / verclaert den testateur te alten, geven / ende maecken aen sijne vijff soonen / elcken eenen ducaten, soo hij testateur / t’selve voorts nijet en compt te verteeren / in sijn lanckduerich sieckbedde, en de reste van / sijne weijniger huijsraet en meubelen  / dier laet, geeft en maeckt hij testateur geheelijcken [marge: aen sijne verS twee dochters Aelken en Geertruijt] hoedanich die genoempt is / waer behouden mach werdden egeenen uugescheijden als oock / een weeffgetou dat den sone Reijnder  / heeft, waerin hij Reijnder sal moeten / geven aen Geertruijt de somme twelff / guldens [marge: en moet Geertruijt hebben het best bedde met sijn  toebehoort en Aelken het ander bedde bij haer ingecocht met eenige ander cleijnicheijt daer Geertruijt het birschapraeijken (?) tegen sal hebben], Aldus dan institueerdende sijne / kijnderen soo voorS is voor sijne gerechte erffgenamen pleno / iure institutionis en dat overmits / sijne dochters alle haer gewin aen den / vader sijn bestedende en noch sijn doende, / soo verclaert hij testateur bij sijne  / salicheijt alsoo te behooren van sijne / voorS dochters soo weijnich sullen hebben / en haer gewin [marge: sij hem altijt gedient en noch dienende boven haer gewin] en de soonen altijt voor / hun sleven hebben gewerckt en dat behoudens [marge: behalvens sijnen sone Reijnder, die als hij quam te trouwen / het gelt dat hij utt hollant mede brocht aen hem testateur /sijne vader in den noot heeft gegeven, waervoor hij hem / als boven het weefftegouw met alle het gereetschap heeft  / gegeven onder conditie van twelff guldens aen Geertruijden / daer aff te geven als boven], Daeromme wilt hij Wouter Jansen, // testateur, t’selve alsoo als voorS is achtervolcht / sal wordden, consenteeren mij, notaris, hier en / acte  ingepent te wordden in form als / ende verbant het sijne wille is, soo hij t’selve / voor Godt heeft aan verantwoorden heeft, / naer voorgane lecture daer bij gepersisteert, / Aldus gedaen ten  huijse des testateurs / binnen Eindhoven ten dage, maende en jaere als boven / ter presentijen Bastiaen Deckers ende / Joost Henricx van Postel, beijde borgers / en inwoonderen deser stadt Eijndoven als / getuijgen hiertoe versocht en gebeden / en overmits hij, testateur, verclaert niet te connen schrijven en den getuijge / Joost Henricx, soo sullen sij hier onder stellen / haer gewoonlijcke merckteeken

Den merck van Wouter X Janssen Houtepen, mits selver niet te connen schrijven / Dese drije teeckenen van Jost +x + Henricx van Postel verclaren niet te connen schrijven / Et me present quod attestor F Deckers nots.publ.

 

Inv.nr. 13 (oud 1218) akte 165, de dato 22-06-1665:

Mutueel testament van Philips sone Wouter Houtepens en Lijsken dochtere Thomas Dircx, ingezetenen van de stad Eindhoven.

In den naem ons lieffe heeren Jesu Christi / Amen. Bij den teneur ende inhouden van / desen tegenwoordigen openbaren instrumente / van testamente sij kennelijck eenenijer/ gelijcken, dat in den jaere deselffs ons / heeren geboirte XVIc vijffensestich op den / tweentwintichsten dach der maent  junij voor mij, openbaar notaris bij den Ed: / Mo: Raede van Brabant geadmitteert, / binnen de stadt Eijndoven residerende, / ende den getuijgen hierondergenoempt, / in eijgenen persoone sijn erschenen ende / gecompareert Philips sone Wouter / Houtepens ende Lijsken dochter Thomas / Dircx, / echte beddegenooten, ingesetenen / binnen de stadt Eijndhoven, den voorS / Philips Wouters met sieckte in den lichaem / bevangen sijnde te bedde liggende ende  / de voorS Lijsken gesont van lichame / gaende en staende, mette menschen con / verseerende nochtans beijde hun verstant, / memorie ende vijff sinnen over all / welmachtich sijnde ende degene / hun siende en hoorende spreecken claer / lijck scheen en bleeck, verclaerende, / dat sij, aenmerckende de broosheijt / der menschelijcker natuere, datter nijet / seeckerder en is als de doot ende nijet / onseekerder als de vre, der selver nijet / willende scheijden van deser werelt sonder / voorgaende testamentelijcke dispositie,  / ter wijle Godt Almachtich haere memorie  / ende verstandt laet gebruijcken, daer / omme wel bedacht sijnde hebben naer / voorgaende deliberatie ende rijpen raede / daer met volcomen wille ende consent / des anders uijt hunner eijgen vrijen  / wille, onbedwongen van jemanden, soo  / sij verclaerden,  gemaeckt, geordonneert / ende  gesloten, gelijck sij ordonneeren,  / maecken en sluijten bij desen, hunnen / testamente, leste ende uijtersten wille / in der manieren ender vuegen naervolgende,  / ende dat om alle onheijl ende questie / in toecomende tijden te voorcomen, Ierst / dan revoceerende, casseerende, doot ende / tenijet doende alle voorgaende testa / menten ofte andere wettelijcken acten ofte / contracten bij hun testateuren / samen voor datum van desen eenichsints / gemaeckt ende  gepasseert, uijtterlijck  / begeirende dat dit hunne testament / alleenlijck sal plaetsgrijpen ende vol // comen effect sorteeren, t’sij bij forme / van testament, codicille of ander / sints soo ijemants christenmensch / testament alderbest plaetsgrijpen / ende effect sorteeren mach, nijettegen / staende dat alle en ijegelijcken de solemniteijt van rechts wegen daer / toe gerequireert hier inne nijet en / waren geobserveert, maer eenichsints  /geomitteert nijettegenstaende oock  /eenich stadts steden ofte landt rechten / ter contrarijen, allerwelcke rechten en / effecten van dijen sij testamenteuren /  gederogeert hebben en derogeeren bij / desen, Item bevelen sij testamenteuren / hunne sielen bij den wille Godts uit / haren sterffelijcken lichaem gescheijden / sijnde de grondeloose bermherticheijt van / Godt almachtich hunnen schepper, / verlosser ende salichmaecker / ende hunne doode lichamen eene christelijcke / begraefenisse om die eerlijck naer / haren staet ter aerden bestaeijt te wordden / Comende voorts daermede tot / dispositie van hunne tijdelijcke goederen // bij Godt almachtich hun op desen / aerden verleendt, soo haefftelijck, erffe / lijck als erffhaeftelijcke, meubelen / huijsraet, oock schulden, actien ende / crediten, gereede penningen en geene daer / van uijtgescheijden soodanich genoemt, / waer ofte tot wat plaetse die gelegen / sijn ofte bevonden mochten wordden, daer/ sij testamenteuren cracht oft macht /over sijn hebbende, Voor d’ierste, soo hij / testateur ijerst quame affleijvich te wordden, / geeft last ende macht hij testateur / aen testatrice de helft van alle de / meubelen en huijsraet, die sij nu t’samen sijn / besittende, om daer mede haren eijgen vrijen / wille te doen all off sij noch beijde in den leven / waren, is deselve te mogen veralieneren en / vercoopen en daermede soude sij te vreden / wesen, voor de penningen en tgene voorts bij / haer is innegebracht, ende d’aender helfft / geven, laten en maecken sij aen keijndere des / testateurs bij Delijken, sijne ijerste huijsvrouw, / verweckt en bij soo verre de testatrice / quam ijerst afflivich te weden [marge: sonder wettige geboirte achter te laten] soo / geeft, laet en maeckt sij metten testaeur / allen den huijsraet ende meubelen t’samen / als voorS kijnderen, ofte bij afflijvigheijt // derselve aen kijndtskijnderen, de doode hant / mette levende te deijlen ende dat om der / liefde, eerbaarheijt en getrouwichheijt malcan / der altijt  bewesen is noch bewijsende, onaen / gesien egneene renten, gelt noch erffgoet en / hebben vercopen malcanderen altijt te connen / dienen en bijstaen, institueerende sij / testamenteuren malcanderen niet / haere kijnderen als boven voor hare gerecht erff / genamen pleno iure institutionis / Dit verclaren sij testamenteuren te / wesen haren testamente, leste en uijtersten / wille en hebben naer voorgaende lecture /  daer bij gepersisteert, consenteerende / mij, notaris, daeromme hiervan gemaeckt / te worden instrumente in behoorlijcker / forma, reserveerende altijt  hierinne / haer veranderen, minderen en meerderen / so ditmaels en menich werven als haer / gelieven ende goetduncken sal. Aldus / gedaen ten  dage, maende en jaere als / boven ten huijse des testateurs ter / presentijen Peter van Mierlo en Bastiaen / Deckers, inwoonderen binnen Eijndoven voorS / als geloofwaerdigen getuijgen hierover / geroepen en sunderlinge gebeden Ende alsoo de / testateuren naer voorgaende affvraginge /verclaerden niet te connen schrijven, soo // sullen sij testamenteuren hieronder / stellen haer gewoonlijcke merckteeken.

Dit merck # stelt Philips Wouter verclaert niet te connen schrijven / Dit merck ~~~~ stelt Lijsken Thomas verclaert niet te connen schrijven / Peter van Mierlo / Bastiaen Deckers / Et me present quod attestor F Deckers nots.publ.

 

Inv.nr. 16 (oud 1220) akte 62, de dato 14-06-1668:

Huurovereenkomst ter zake van een woning die op dat moment bij Wouter Janssen Houtepen in gebruik is.

Compareerende Joost Mathijssen Cloots / ende heeft mits desen in hueringe gegeven / seeckere sijne huijsinghe en wooninge, gelegen / buijten de Gestelsche Poorte soo en gelijck / Wouter Janssen Houtepen t’selve in gebruijck / is hebbende, en dat aen Jan van Delft voor / den tijdt en termijn van een jaer dat uitgaen / sal paesse vernarens (?) tijdt 1669 en is aengaen / vernarens (?) tijt 1668 en den hoff te halff / mert en teijnde oock alsoo te verlaten, en dat / voor de somme sesentwintich guldens te / betaelen alle drije maenden een vijerde part / der hueringe boven de contrabutie die de pachter / moet betaelen en de verpondige bij  / de verpachter te betaelen, des sal de pachter / d’huijsinge alsoo bewoonen datter bij hem ofte / sijne familie eegeen schade en geschiedde van huijsinge / ofte gelasen want de schade daerdeur gescheidende /soude hij pachter wederom moeten oprichten ende / goet doen naet wat wijs en goede mans seggen / en voort doen naer alle costuijmen in dese gewoonlijck, / daervoor verobligeerende haren persoon ende  / goederen hebbende en vercrijgende. Aldus gedaen ten comptoire mijns, geadmitteert notaris, / binnen Eijndoven desen 14 Junij 1668, ten presentijen / Peer van Mierlo, Bastiaen Deckers inwoonderen / binnen Eijndoven als getuijgen hiertoe versocht.

 

Inv.nr. 16 (oud 1220) akte 71, de dato 25-07-1668:

Huurovereenkomst tussen Joost Mathijssen Cloots en Wouter Janssen Houtepen.

Compareerende Joost Mathijssen Cloots, / ende heeft mits desen verhuert en in pachtinghe / uijtgegeven seeckere sijne [marge: huijsinge en de wooninge] gestaen en  gelegen / buijten de Gestelsche Poorte met de hoff / ende dat aen Wouter Janssen Houtepen soo en / gelijck Wouter t’selve voor desen in pachtinge / heeft gehadt en dat voor een jaer aen te vaerden /de huijsinge te verzwaren tijt 1669 en de hoff / te halff mert en t eijnde, oock wederom alsoo / te verlaten, en dat voor de somme 26 gl te / betaelen alle drije maenden de vierde part der / selve huering los en vrij, behoudelijck dat den pachter meer betaelt de contrabutie den / verpachter den verpondige dewelcke hij pachter / alsoo beloof te bewoonen datter bij hem ofte sijne / familie egeen schade is geschiedde aen huijsinge / ofte de gelasen want de schade daerdeur comende /soude hij pachter wederom moeten oprichten geen / daer naer uit wijzen in goede mans seggen en voort / naer alle costuijmen in desen gewoonlijck,  (-) sij / contrahenten malcander goet te doen en naer te comen / daervoor verobligeerende haere persoon ende goederen, / nu hebbende naermaels vercrijgende. Aldus / gedaen ten comptoire mijns, geadmitteert notaris, / binnen Eijdoven desen 25 Julij 1668, ten presentijen / Aerdt van Cruijthuijsen en Bastiaen Deckers / inwoonderen binnen Eijndoven als getuijgen hiertoe versocht.

Dit merck # stelt Joost MatijsS Cloots verclarende niet te connen schrijven / Dit merck + stelt Wouter JanS Houtepen verclarende nijet te connen schrijven

 

Inv.nr. 44 (oud 1229), akte 18, de dato 10-03-1671:

Mutueel testament van Jan Crop van Stockum en Alegunda Wouters Houtepen, echte beddegooten woonende binnen Eijndhoven.

In den naem des Heeren Jesu Christi Amen. Bij den / teneur ende inhoude van desen tegenwoordigh / openbaer instrumente van testament sij cond en / kennelijck eener jegelijck, dat inden jaere desselfs / ons Heeren geboirte duisent seshondert eenentseventich / op den thienden dach martij, voor mij, Pieter de Louwe, / openbaer notaris bij den Ed: Rade van Brabant in / ’s Gravenhage geadmitteert binnen der stadt / Eijndhoven residerende, ende inne presentie van de / ondergenoemde getuijgen in propre persoonen sijn / verschenen en gecompareert Jan Crop van / Stockum en Alegunda Wouters Houtepen, echte / beddegenooten, woonende binnen Eijndhoven voorS, / den voorS Jan gesont naer den lichaem, gaende en / staende en onder de menschen converserende, / en de voorn Alegunda iegenwoordich sieck van / kinde en in baerens noot, nochtans beijder / haer verstant memorie en vijff / sinnen overal / wel machtich en volcomen gebuijckende, soodat / de ghene haer siende en hoorende spreecken / opentlijck bleeck, verclaerden en bekenden sij / testateuren, dat zij, aenmerckende de broosheijt / en cranckheijt der menselijcker nature datter / nijet seeckerder en is van de doodt en nijet / willende scheijden van deser werelt sonder / voorgaende testamentelijck dispositie, daeromme / wel bedacht sijnde, / hebben naer voorsieniger  / deliberatie en met rijpen voorbedachten raede / de wijle Godt Almachtich haer verstant / en memorie volcomentlijck laet gebruijcken, uijt haeren vrijen wille daertoe onbedwongen van / iemanden soo sij seijden en verclaerden d’een met / volcomen wille en consent des anders, gemaeckt, / geordonneert en gesloten, maecken, ordoneren // en sluijten bij desen haeren testamenten lesten en / uijttersten willen uijtterlijck beginnende dat ’t selve / stadt grijpen en volcomen effect sorteren / t’sij bij forme van testamente, codicille, donatie / ofte anderssints, soo een iegelijcx goet christen / mensche testament aldereerst plaetsgrijpen / en volcomen effect sorteren mach, nijettegen / staende alle en ijgelijcke de solemniteijten / van rechte wegen daertoe gerequireert hierinne / nijet volcomentlijck en waeren onderhouden / ofte geobserveert, maer eenichsints geomitteert / derogerende alle omissies en versuijmenissen / bij desen, in den eersten van haere zielen uijtten / sterffelijcken lichaemen gescheijden sijnde, bevelen / recommanderen de testateuren, die inde / grondeloose bermherticheijt van Godt Almachtich / haeren schepper verlosser en salichmaecker, / en haere doode lichaemen eene christelijcke / begraeffenisse, comende daermede tot de dispositie van haere tijdelijcke goederen, / verclaert den testateur voor desen alnoch in / den houwelijcken staet geweest te sijn met / IJsabella Gerrits van Ricxtel, sijne eerste / geweesene huijsvrouwe ende bij de selve verweckt / te hebben eenen soone met naeme Jan, / en alsoo den testateur verclaert in den voorS / eersten houwelijck naer t’overlijden sijnder / voorS huijsvrouwe nijet anders overgehouden / te hebben als eenige weijnige haeve van weijnige / importantie behoudelijck alnoch eene rente / van hondert en vijfftich guls capitael, staende / tot laste van Goort Franssen de meetser / ofte deselffs huijssinghe als hypotecque, soo / verclaeren de testateurende selve rente / ten behoeve van proffijte van de voorS // Jan, des testateurs voorsone, te laeten / sonder dat hij testateur soo hij verclaert / eenege verdere ofte andere erfthaeftelijcke ofte / erftelijcke goederen van de voorS sijne eerste / huijsvrouwe als voorS is heeft behouden ofte / bij deselve met haer overlijden sijn achtergelaeten, / ende aengaende de goederen soo hauwelijcke, / erfthaeftelijcke als erftelijck alomme waer / en tot wat plaetsen die gelegen sijn ofte / bevonden mochten worden daerinne / bestaende dat de selve staende haerer testa / teuren houwelijck sijn geconquesteert ende  bij / de testatrice ingebracht egheene uijtgescheijden, / daerover de testateuren eenchsints crachten / ofte macht sijn hebbende, geven, laeten en / maecken sij testateuren malcanderen en d’een / den anderen reciproce te weten den eersten / aflijvigen den lancxtlevende van haer beijde, / om bij den selven lancxtlevende alle de voorS / goederen naer doode van eersten aflijvigen / te mogen aenvaerden, die te mogen vercoopen, / verthieren, veralieneren al oft sij beijder in / menschelijcker formen waeren levende ende /dat sonder tegenseggen van iemanden, oock / niet gehouden te wesen aen iemant ter werelt / ofte oock aen vrienden van eersten afflijvige, / daervan eenigen staet ofte inventaris te  / doen leveren, oock daervan naer doode van / eersten afflijvigen te mogen disponeren, genomen / den lancxtlevende oock tot anderen houwelijck / quame te geraecken, daer van bij desen voor soo / veel het den lancxtlevende inde institutie van desen / soude mogen verhinderen den eersten afflijvigen / van nu voor alsdan daer van renuntierende, / de testateuren d’een den anderen, mitsgaders // haere voorS wettige voorsoon in t’geene / voorS is noemende en instituerende bij desen verclaeren / gerechte erffgenaemen met volle recht van institutie, dit verclaerden de testateuren te / wesen haeren testamente lesten en uittersten / wille, begeirende dat t’selve alsoo als voorS / staet sal achtervolght worden, refererende / nijettemin haer minderen, meerderen ende / veranderen t’allen tijden en soo dickwils hen / dat normaels goetduncken en gelieven, sulx / consenterende hiervan, bij mij notaris gemaeckt / en geexpedieert te worden openbaer instrument / ofte instrumente een ofte meer inder bester en sterckster formen. Aldus gedaen en / getesteert binnen Eijndhoven voorS ten woonhuijse / der testateuren, gestaen en gelegen in de / vrijstraet ten dage maende en jaere als / boven in presentie en ten overstaen van Willem / Pauwels out borgem: en tegenwoordich schepen / en Peter Cornelis Verhoeven insgelijcx out / borgemr: binnen Eijndhoven voorS als / geloofwaerdige getuijgen hier over geroepen/ en specialijck versocht.

Jan Crop van Stockum / Dit is t X handmerck van Aelegunda Wouters Houtepen / testatrice verclarende mits haere impotentie en pijne / nijet anders te connen schrijven. / Willem Pauwels / Bij mij Peter Cornelis V / Mij nots present quod attestor P de Louwe Nots Publ 1671

 

Inv.nr. 19 (oud 1222) akte 170, de dato 28-03-1673:

Peter Dielis Houtepen verschijnt als getuige bij een attestatie.

(-) Aldus gedaen en gepasseert binnen Eijndhoven / desen 28 mert 1673 tot onsen / huijse ter presentijen van Peter Dielis / Houtepen, inwoonder alhier en Hijbert Woutersm inwoonder tot Son / getuijgen hiertoe versocht.

Dit merck + stelt Peter Delis Houtepen verclaert nijet te connen schrijven.

 

Inv.nr. 12 (oud 1241) akte 29a de dato 02-03-1691

Verklaring inzake de belofte tot betaling door Henrick Michiels van de Ven ten laste van zijn chirurgijnsloon inzake het behandelen van zijn zus Marij Michiels van de Ven, weduwe van Peter Dielis.

Compareerde voor mij Willem van de Hurck, openbaer / nots bij den Ed Rade van Brabant in sGravenhage / geadmitteert binnen de stadt Eijndhoven  residerende / ende inne presentie van de ondergenoemde getuijgen / juffr Maria Bogaerts, huijsvrouwe van Erasmus / Eliens, woonende binnen desen voorn stadt, de / welcke ter instantie van sr Nicolaes Huijgens, / chirurgijn alhier, sonder eenige inductie, persuasie / ofte stimulatie van ijmanden (soo zij zeijde ende / verclaerde) maer alleenlijck in reden van justitie / op hare christelijke vromicheijt in plaatse / van eede die sij des noodt ende versocht sijnde / willich ende bereijt is te presteren ende aff te leggen / heeft getuijgt, verclaert ende gedeponeert, sulcx / sij doet bij dese voor waerachtich, dat sij deponente/  aen bij present is geweeest, dat Henrick Michiels / van de Ven, woonende tot St OudenRode den / requirante in dese heeft gelooft als schuldenaer / principael te voldoen ende betaelen ‘tgeene hij / als chirurgijn soude comen te verdienen int cureren / en genesen van Marij Michiels van de Ven, wedwe / Peter Dielis, inwoondersse binnen deser voorS / stadt, sijne zuster, Ende want het goddelijcke / en redelijcke is van waerheijt getuijgenisse te geven / besonder des versocht sijnde als in dese is geschiet, / heeft de voorne deponente nade voorgaende prelecture / daer bij gepersisteert en gesubstijneert, desen / tweeden meert xvi eenennegentich inne / presentie en overstaen van Henr van den Broek en Peter van Dael / beijde burgeren alhier, getuijgen van gelove hier wel / specialijck versocht, die de minute dese beneffens / de comparante en mij notaris hebben onderteekend.

 

Familiewapen Houtepen