Schepenbank Breda

Akten gepasseerd voor schepenen van Breda

 

GAB, R. 162 f.85, 21-11-1646

  • Vordering door Cornelis Boenders tot betaling van zijn salaris in een zaak van Thomas Adriaensen Houtepen tegen Anthonij Cloostermans.
Aensprake / Voor / Cornelis Boenders, procureur, / tegens / Thomas Adriaenssen Houtepen, / woonende ten Rijen, ver(weerde)r/ contendeert bij inhalinghe tot beta / linghe ende ingevalle ca van de somme / van veerthien gulden sesthien stuijvers / ter saecken ende als reste van ver / schoten gelt en verdienden salaris / in sijne sake tegens Sr. Anthonij Clooster / mans, geinthimeerde, volgens de specificatie / daer van sijnde et pro expensis aut alias / salutariter ca onder alle ca / In ende op alles res
 

GAB, R.170 f.34, 30-04-1650

  • Vordering door de weduwe van Marcelis van Deuren tot terugbetaling van een lening, groot ƒ 200,00, met de daarover sedert 25–05-1639 verschenen rente ten laste van Thomas Houtepen.
Aenspraecke / Voor / De weduwe van Marcelis van Deuren, / geassisteert metten procureur Nedervens, / in dese saeck eiser/ tegens / Thomas Hoùtepen, woonend onder / Gils ten Rijen, ged(aagde) / Contendeert  bij inhaelinghe volgens de regtelijke citatie / tegens heden aende gedaagde gedaen tot betaling ende ingevalle / van de somme van tweehondert Rgulden, ter saecke van goede / geleenden gelden metten interest van dien verschenen tsedert / den xxven Meije xvic negenendertig ende soo voorts tot nu ende / totte effectuele betalinghe toe behoudelijck daer hier te / laten cortten achtentwintich Rgls salvo iusto middeller / tijt opden intrest betl volgens tbesegelt cc van / sijnde fine als salutariter  [-] exps / In ende op alles resp F.A. Renesse
 

GAB, R.530, f.120, 28-08-1637

  • Betaling door cessie van een schuldbrief op mr Peeter Adriaensen Houtepen, groot driehonderd gulden.
Quamen den eerweerdighen heer / Mr Frater Balthasar Cruijt, Proist, ende vrouwe Barbara Erluijcx, tesamenlijck buiten / Naeme ende van wegen den cloosters van St. Catharina Daele, alhiert binnen Breda, bekenden en zegden wettelijck / ondergetecenen opgedraegen ende getransporteerdt te hebben / tot schuld teniet desen aen, ende ten behoeve van Sr. / Jan de Bruijn, Schepen deser stadt, in voldoening sulcks / van alsulcks vijff duijsent achthondert Rgl, als den voorG / heere ende WE vrouw comparanten aen den Sch. de / Bruijn bij obligatie sij, dat den achtsten februari listleden, / volgens d'acte daervan sijnde, bekendt hebben schuldigh te wesen, voorst eenen schuldbrief op ... [enzo­voorts];
... noch eenen schuldbrief op Mr Peeter / Adriaensen Hoùtepen, tot Ghilse woonachtigh, ter somma / van drijhondert Rgl, nog ....[enzovoorts]…
Alleweghe getransporteerde sommen beloopende / vijfduijsent achthon­dert Rgl den voorG de Bruijn sal mogen maenen, innen, opbeuren, ontvangen en behouden / als sijne eijgene op eenigen Reinier Lieven (?) daer van / geheelijck; ende sullende de voorG Sr. Jan de Bruijn / daer aff in henne plaets, sonder daer aen eenigh reght / ofte actie meer te behouden in eeniger manieren is ondt. desen oock gerasseert, doot ende teniet, de voorsgd / obligatie, den welcke den voorG heere et mevrouw comparanten / te sijnen behuis hadden gelden.
 

GAB, R.535, f.11, 27-01-1651

  • Akte van scheiding en deling van de nalatenschap van de ouders van Neeltken Corstiaensen, vrouw van Thomas Adriaansen Houtepen, Peeter Corstiaan Andriessen, Eeltken Corstiaanssen, vrouw van Joh. Huijbrechts.
Quamen Neeltken Corstiaensen, huisvr. van / Thomas Adriaansen Hoùtepen, ten eersten partijen, / Peeter Corstiaan Andriessen ten tweeden partijen, Eeltken Cortiaanssen, huijsvr. van Joh. Huijbrechts, haren man en vooght ten derden partijen; hunne verclaerden en bekenden gedeelt hebbende naer doode en aflijvinghe van hunne vader en moeder metter minne gelijcklijk gedeelt is goeden / ende saacken.
So is de eerste, Neeltken Corstiaasen ende / haren man, bevallen het gedeelt op een parcheel / saijlandts, groot omtrent een halve buijnder, / geleghen onder desen vierschare van Breda, / ende oost Aert Adriaen Corls Henrickx, / suijt Jan Dingman Henricx, west Adriaen / Bartolomeeu­sen, Noort Corstiaen Jan / Peeters erven; te vrijen met 22 stuivers: 2 oort 's jaers / mr Johan van Nederven, binnen Breda / metter gerechten heeren sijns;
Item voor / Peeter Corstiaen Andriessen Willemken Andriessen sijne huisvrouw, als den tweede partijen, kavele bevallen sijnde met deselve gedeelt op / een stuk saijlandts is, groot omtrent een buijnder, / geleghen onder desen vierscharen van Breda, ter Teteringen in den Heijstraat: oost Jan / Huijbrechts, Suijt en West 's heerenstraat / et noort de Hr Johan van Ghilse erve, sijnde / een parcheel ende gerechten heeren / cijns;
Ende ten leste is de voorn. / Eeltken Corstiaensse ende haren man bevallen / eene gedeelt op een stuck saijlandt, groot / oock omtrent een buijnder metten huijsinghe daer / op staende, gestaen ende geleghen in de voorn. Heijstraaat; oijst R (?) Backx, suijt secr Wout van Oosterhout en Adriaan Henrickx erve, / west Aert Jan Peeter Lips et Nort / 's heerschstraat, ook vrijen ende commerloos / praeter 's Heerenscijns;
Ende in verlijkckinge / van cavelinghe bekenden de voorn Neeltken / Corsiaassen ende Thomas Adriaenssen / Houtepen, ten eersten partijen, van der tweeden en derde partijen / ontvangen te hebben de somma van eenhondert / ende vijftigh Rgl Ende dienachtervolgende bedancken partijen malkander goeder / scheijdingen en deijlinge der goederen / voorG; Renunchierende en vertijende / de een op de ander gedeelt sonder arg of list.
 

GAB, R.535, f.273, 18-06-1654

  • Verkoop door Thomas Adriaan Houtepen aan Cornelis Adriaan Machielsen van een halve bunder hooiland te Teteringen
Quam Thomas Adriaan Houtepen, woonende te Rijen, geast. vercoopt Corneels Adriaan Machielsen, / woonende tot Molenschot, beijde onder Ghilse, een parcheel / hoijlants, groot omtrent een half buijnder, gst en geleghen is / onder dese vierschare van Breda, ter Teteringen aan de brugge tussen de dijcken, Oistwaert Adriaen Cornelisse / Vermeulen, suijtwaert Jan Dinmans, westwaert Adriaen Bartholomeeus van Bavel ende noortwaert Corstiaen / Jan van Peeters erve. Te vrijen en met tweeentwintig / stuijvers twee oort 's jaers, diemen tegenwoordig betaelt / aen den procureur Johan van Nederven ende metter gerechten heeren 's cijns daar jaerlijcx. Gevest. Actum Anno 16vierenvijftig.
 

GAB, R.539, f.45,  03-03-1668

  • Verkoop door Peeter Peetersen Houtepen, als voogd van zijn vrouw, aan haar broer Peeter van haar aandeel in twee bunder hooiland onder Teteringen voor een koopsom groot tweehonderd gulden.
Peeter Peetersen Houtepen, als / man ende vooght van Heijltien Cornelis Adriaen Lieven, / sijne huijsvrouwe, hem daervoor sterckmaekende / bij desen, verclaerde ende bekende in dier qualiteijt / vercoght te hebben, ende Peeter Cornelis Adrian / Lieven, hier mede present ende accepterende, bekende van deselven gecogt te hebben het gerechte acht / ste part onverdeelt uijt een parcheel hoijlants, groot / int geheel omtrent twee buijnders, gestaen ende / gelegen onder de jurisdictie deser stadt Teteringe achter de hoogbrugge buijtendijcx; oostw / Adriaan Hoijdonck, van Bavel wnd., suijtw. Geerden / Vroom, Westw. Adriaen Kleijboers tot Teteringe / wnd. ende noortw. Aert Henricx van Teteringe; / Te vrijen int geheel met negen loopen rogge 's jaers aen Jan Janssen van Ghils tot Breda ende 's Heeren / cijns daer van den Cooper een achtste part / jaerlijcx aanneemt ende gelooft te voldoen, soo de vercooperen dat toebehoorende is, / om ende voor de somma van tweehondert gulden / cooppennighen te betalen in twee partijen ende termijnen: / d'eenen helft op de veste of als 't vercoghte goedt vestens / gereet sijn sal, ende d'ander helft over den jaer daer aenvolgende precies als erfpenninghe sonder interest / aen te vaerde het gereghte achtste part van de twee / buijnders beemden voorG terstond op de veste; / Ende in conditio, dat den cooper int geheel sijnen / laste moet nemen ende betalen, de gerechtshijt van / 'stadts daeldergelt ende 'slants vijftigsten penningh, / mitsgaders 'tgene van veste ende andere oncoste / int vercoopen deser te wijsen betalen sij, alsoo den vercooper vrij het van alles is bespreckende als / allelijck maar 't sijnen lasten houdende 'tgene / hij vercooper van wege stdt issengelt te betalen / hebben sal, sonder dat hij in eenige verdere oncoste / gehouden sal sijn; verbindende partijen over en weder voor / 'tgene voorG. eendrachtelijck se et sua bona, presentia et futura, met pande en te tijde voorG. Actum et supra.
 

GAB, R.541, f.124, 28-01-1676

  • Verkoop door de erfgenamen van Corn Adriaan Lieven van het een/vierde onverdeeld aandeel in twee bunder hooiland te Teteringen aan Peter Jan Wircken.
Quamen Jan ende Peeter Corn Adriaan / Lieven, soonen voor hen selven, Maeijken Corn Adriaen / Lieven, geassiteerd met Jan Claessen, haren man en / vooght, Item Adriaentien Corn Adriaen Lieven, weduwe / van Lambrecht Robbrechsen van de Pas, geassisteerd met den voorg Jan, haeren broeder als haren gecosen vooght in desen, Item Peeter Corn Spapen, als vooght en Peeter / Corn Adriaen Lieven, als toez.houder over de neefkinderen / van Jan Corn Spapen, daer moeder af was Anneken / Corn Adriaen Lieven, / ende Heijltien Corn Adriaen Lieven, / geassiteerd met Peeter Peeterssen Houtepen, haren man ende vooght, kenden en luijden de comparanten / voorgenoemt, ider in de namen en qt als voorS, dat / zij naerdien sij tot verscheijdene reijpen 'scheeren geboden / besloten hadden om aen den hoogsten en meestbiedende / te vercoopen, sij dien ten gevolge vercoght heeft aan Peter / Jan Wircken, het gerechte vierde paert onverdeelt in eens van twee bunderen hoijlants, gest. et gelegen is onder / Teteringen aen de hooghbrugh; oostw Adriaen Hoijen wnde, suijtwaert de vaert aldaer, westw. Adriaen / Bierhalen erve ende noortw. d'ervgens. van Franchoijs / den Tingiterswde. Te vrijen et int geheel met negen loopen ende een quarter rogge 'sjaers, dien den cooper / cop is hebbende ende metten gerechten heeren sijns daer jaerlijcx. Gevesten. Actum Anno Zesth.zesenzeventig achtentwintig januari.
 

GAB, R.547 f.78v, 01-07-1689

  • In de beschrijving van de nalatenschap van Peter Hulshouts komt voor een schuldbrief op Adriaen Janssen Vervoort en Jenneken Thomas Houtepen, groot tweehonderdvijftig gulden, waarvoor Maeijken Thomas Houtepen en Wouter Jan Lambrechts zich als borg hebben gesteld, gedateerd 18-03-1682.
In de nalatenschap van "Pr Hulshouts, in leeven borger en zakencooper alhier binnen Breda (...) Anthonij van Tilburg in qt als voogt aan Anna Barbara Pr. Huls­houts, minderjarige", komt onder ander voor:
...Item noch op eenen schepenen / schultbrief van tweehondert em / vijftigh gld capitaal ten laste van / Adriaen Janssen Vervoort ende / Jenneken Thomas Hoùtepèn, echte / luijden ten Rijen onder Ghilse, en haeren / borgen Wouter Jan Lambrechts / ende Maeijken Thomas Houtepen, / item Huijbrecht Corn Huijbrechts; / gepasseert voor schepenen van Ghilse in den vestcamer ter secretarije / van Breda, in date 18 maert 1682...
 

GAB, R.556 f.24v, 26-02-1701

  • In de nalatenschap van Perina van Bernage, weduwe van Johoan Wils, komt voor een schuldbrief groot driehonderd gulden op de gebroeders Corstiaen en Adriaen Houtepen gedateerd 14-01-1678.
In de "Lijste bij de erfgen. van Joffr Perina van Bernage, weduwe van wijlen Sr. Johan Wils van Breda overgebragt en dat van de erftgoederen, schepen­schult­brieven en renten bij de selven naergelaten ommedien volgende 't regt van collaterale succesie ten behoeve van het gemeene landt betaalt sal wor­den...", komt onder andere voor:
...Item de helft in en van eenen / schepenenschultbrieft van driehondert gulden cappitael, / luijdende ten laste van Corstiaen Hoùtepen en Adriaen Hoùtepen, / sijnen broeder en borger, gepasseert / voor schepenen van Gilse en Rijen / ter vestcamer in de secretarije / van Breda op den 14 januarij / 1678 ...
Als erfgenaam was benoemd d'heere Johan de Vroom, der medicijnen doctor binnen dese stadt, als vader en voogt over sijne kinderen, verwekt aan Joff Adriana van Rukven, en also mede erfgenaam van de voorn. overledene.
 

GAB, R.560 f.183, 15-05-1705

  • In de nalatenschap van Peeter Bartolomeeus van Dongen komt voor een schuldbrief op Jan Peeters Houtepen, wonende te Rijen, groot tweehonderdvijftig gulden, gedateerd 02-11-1683.
In de nalatenschap van Peeter Bartolomeeus van Dongen, / "naegelaten ende bij monde van Jacob van Rijkevorssel, notaris en procureur / alhier, in den name van en vanwege D'heere Lambertus Blijsackert (?) / der medicheijnen doctor, alhier als testamentair erfgenaam / ...", komt onder andere voor:
...Item noch eenen schuldbrief/ luijdende ten lasten van Jan Pr / Hoùtepen, woonende ten Rijen, / en sijne verbondene onderpanden, / gepasst voor schepenen van Ghilse / en Rijen ter vestcamer in de / secretarije van Breda op den 2e novemb: 1683, inhoudende / in capitaal de somme van 250-0- / ...
 

GAB, R. 597, f.125v, 18-12-1749

  • Verkoop door de erfgenamen van Daniel Bouwens aan Catarina Houtepen, vrouw van Johanes Rullens, van een huis met grutmolen en zes kleine huisjes, genaamd het Wit Kruijs,  aan het Ginnekenseind voor een koopsom van ƒ 3575.
Voor de heeren Anthony Geerts en doctor / Pieter Snellen, schepenen in Breda / quam Sr Johan Babtist Bouwens, / soo voor sich selve en daeren boven / fort en sterckmakende ende nota / caveerende voor Anna Maria Bouwens, / Maria Catarina Bouwens, Maria / Adriana Bouwens en Dingena Adriana / Bouwens, huijsvr. van Jan Servaessen, / tesamen Leg. Erfgen. van Daniel / Bouwens, bekende ende zegde uitter / hant verkoght te hebben aan Catarina / Houtepen, huijsvr. van Johannes Rullens, die ten dese vermelt de / indepositie van haere man, den / coop is aangaande (-) / noot is geadsisteert met mijn secretaris / als hare gecozenen vooght in deze, die bekent gekocht te hebben / Eene huijsinghe, stallinghe gelegene hoff en / erve met allen de toebehoren / mistgaders de grutmolen met nogh / ses kleijne huijssens ofte woonighe daartoe behoorende, genaemt Het Wit / Cruijs, gestaen en gelegen aan de / oostzijde van het Ginnekenseijnde / alhier ende voorts, soo gelijck / Daniel Bouwens voorm. vercregen / heeft bij decreet van Ed. Raede / van Brabant in 's Hage in date / van 19 december 1736, alhier / gevestigt den 29 januari 1738. Te vrije ende te waren met eene / rente van Drie Gls 's jaars aan de / erfgen. van Wouter Adriana Schrauwers, met nogh gelegene // drie gls. 's jaars aan de cappelaan / alhier, met nogh eene rente van / twee 's jaars aan de erfgen. / van D'heer Severeijn Kerkwegh / sonder meer, indien die daer op / bevonden met daer op uijtgaan, / Ende dat om en voor de somma van / drie duijsent vijfhondertvijf en / seventigh gls. te betalen in cave / page op de vest 1. De vercooper reserveert de achter / stallige huur tot den 1 meij 1750 / en van der weghe en in gevalle de / huijrgelde in quam genadert / te werden, sullende haer jaeren blijven continuerend van de casteele / tot de veste toe, volgens de / haer ceels daer van sijnde, waer / toe wort gerefereert. / De cooperste sal alleen moeten / betaelen stadsdaeldergeld / te sekeren van het contract copers / zegels vestingh tot den vest / toe incluijs met een gaande en / staende jaer loopen en renten, / alsoo de vercooper vrijgelt is / bespreeken­de, // stemde tot laste percheel en avonture van de cooperste na dato deses / Tot naercoominghe en voldoeninge / van alle 't gene voorstaat verbinden partijen haer personen / en goederen onder verbant als / naer regten. Actum desen / XVIII december XVII et negenenveertig.
1. De cooppenn. in dese ter somma van ¦ 3575 als dan voldaan en betaelt in de casteel in de vest op heijden den 5 januarij 1750)
 

GAB, R.598, f.8, 05-01-1750

  • Levering door de erfgenamen van Daniel Bouwens aan Catarina Houtepen, vrouw van Johanes Rullens, van een huis met grutmolen en zes kleine huisjes, genaamd het Wit Kruijs,  aan het Ginnekenseind voor een koopsom van ƒ 3575.
Wij, Andreas David Knallaert ende Docter Philips Wilm Croijzee, / schepenen in Breda, accorden dat voor ons quam Sr. Jan Babtist / Bouwens, meerderja­righ jongheman […enzovoorts…] / ende en seijde soo in eijge name als nog met kennis / van de verdere verkoopens uitterhand verkoght te hebben / (-) verclaert ende vervolgens althier wettelijck te transporteeren / op te dragen ende aen te geven bij dese, om en / voor de somma van drie duijsent vijfhon­dert vijffen­seventigh / guldens hem vercoght (?) en al betaelt soo hij op het / passeere dezen bekende aan Juffre. Catarina Hoùtepen, / huijs­vrou­we van Johannes Rullens, een huijs, stallingh / naest pleijn en erve genaemt het Wit Kruijs item de Grutmolen / met soodanigh recht en privilege als aen oft met den naam Grutmolen / bekent, ende metten wegh ende erve daer nevens / na luijd van den vestbrief daervan de dato 18 januari 1675 / waertoe werd gerefereert, gestaen ende geleghen aen de oostsijde / van het Ginnekenseijnde alhier tot Breda nevens de huijsinghe / ende erve toebe­hoorende Bella de Vos, wede. Johannes van Galderne (?) / op de eene sijde suijdens ende de huijsinghe ende de erve toebehoorende / Petronella van Galden op de andere sijde, noortwaerts / ende voort soo eens gelijk Daniel Bouwens van (?) verkregen / heeft bij Deecreet oft Executio van den Hooghe Raade / van Brabant per 'sHage dd 19 december 1736 en alhier geregistreerd op den 29 januari 1738.
 

GAB, R.599 f.243v, 02–05-1752

  • Johan Houtepen uit Rijen treedt op als executeur-testamentair bij de verkoop van vastgoed uit de nalatenschap van Gijsbrecht van Dorst.
Johan Hoùtepen te Rijen verschijnt voor notarissen als executeur van den boedel en naelatenschap en tot vercoopinghen daarvan geauthoriseerd bij den testament van Gijsbrecht van Dorst (...), Gepasseert 8 april 1746 Breda voor notaris Jacob de Bruijn.
 
 
Familiewapen Houtepen