Steekpartij in een herberg in Strijp

In 2005 werd op de website van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven een artikel geplaatst op de pagina van het Oud Strijps Nieuwsblad naar aanleiding van een dossier uit het Rechterlijk Archief Gestel-Stratum-Strijp nummer 36.

In de nacht van 10 op 11 september 1663 waren een aantal personen, waaronder Jacob Wouters alias Cardinael en Peeter Hautepen, in het huis annex tapperij van Joost Henricx te Strijp, waar bier en brandewijn werd geschonken. Op enig moment ontstond er echter onenigheid over een bepaalde kwestie die Peeter ter sprake had gebracht.

Blijkens het verhoor, dat werd afgenomen door de geautoriseerde van de drossaard van Cranendonck, riep deze Peeter vervolgens dat hij en Jacob de rekening voor de gedronken brandewijn niet zouden betalen. Alhoewel Joost de zaak nog probeerde te sussen met tact en kalmerende woorden en te zeggen dat ze dat toch echt niet konden maken, stak Jacob Wouters zonder daarop te reageren Joost Henricx met een mes onder het rechterschouderblad, of zoals in de verklaring staat omschreven“den voors. gequetste met name Joost Henricx was invaderende ende invallende metten blooten messe oft opsteier in de hand”.

De verklaring van de dokter, die bij de zwaargewonde man was geroepen, luidt als volgt:
“Mr. Gerart van de Cauwenberch, chirurgijn binnen de Stadt Eijndoven, verhoort en geëxamineert op zeeckere mondelinge interrogatien tuijght en verclaert, dat hij onder handen genomen heeft als te voorleden nacht daertoe speciaelijck ontbooden ende gehaelt sijnde, den persoon van Joost Henricx woonende tot Strijp, gesteken ofte gequetst sijnde achter in de rugh onder her rechter schauwerbladt, dienvolgens te bevienden de selve wonde ende quetsure letael te wesen zonder noch precise te konnen deponeren dat die penetrerende ende doorgaende is, daer erstel weijnich aen getwijvelt wort, doch en heeft tot noch toe niet pertinent geïnquireert connen werden, mits de debiliteijt van de gequeststen: aldus verclaert ten overstaen van Schepenen in Eijndoven desen XI 7 bris 1663.”

Uit de getuigenissen van de andere aanwezige personen kon niets afgeleid over de oorzaak van de steekpartij en wie als eerste was begonnen. Jacob Wouters werd veroordeeld tot een boete van 25 gulden.

De hiervoor genoemde Peeter is naar alle waarschijnlijkheid dezelfde persoon als de Petrus Dijlisen Houterpen, die op 22 februari 1672 bij notariële akte een huurovereenkomst laten opmaken. Hieruit blijkt, dat deze Peter Dielis, inwoonder tot Eijndhoven, het achterste van een huijsinge in de Toorenstraet te Eindhoven huurt van Huijbert van Buel, soo en gelijck Maeijken van Ven t'selve in gebruijck is hebbende metten hoff etcetera. De huurprijs bedraagt 20 guldens mits alle drije maenden.
Peter Dielis Houtepen wordt ook als getuige genoemd in een akte die op 28 maart 1673 voor notaris Frans Deckers te Eindhoven wordt verleden. Peter verklaart daarbij niet te kunnen schrijven.
Uit een op 2 maart 1691 door juffrouw Maria Bogaert, huisvrouw van Erasmus Eliens, afgelegde verklaring is af te leiden dat deze Peter gehuwd was met Marij Michiels van de Ven. In de verklaring staat namelijk dat Hendrick Michiels van de Ven, inwoner van St OudenRode, haar beloofd zou hebben aan haar te zullen "voldoen ende betaelen tgeene hij als chirurgijn soude comen te verdienen int cureren en genesen van Marij Michiels van de Ven, weduwe Peter Dielis, inwoondersse deser voorsz stadt, sijne suster" (SRE N1241 a29A).

Familiewapen Houtepen