Adrianus (Adriaen Thomas) Houtepen (IV.4)

Adrianus (Adriaen Thomas) HOUTEPEN [1], brouwer en gewezen armmeester te Rijen, gedoopt (RK) op 28-02-1631 te Rijen (getuige(n): Adrianus Joannis (Verbunt) en Digna Bartholomei). V. Thomas Adriani (Stoffels) Houtepeyn, M. Cornelia Christiani, overleden 1686*1691.

Zoon van Thomas (Thomas Adriaensen) HOUTEPEN (zie III.1) en Cornelia Anna Andriesse CHRISTIANUSDR.

Gehuwd circa 1655 (rk) met Maria Adriaen Wouter (Maeijken) BOTERMANS, geboren circa 1630.

Uit dit huwelijk:

1.  Joannes Adrianus [2], gedoopt (RK) op 02-11-1655 te Rijen (getuige(n): Stoffel Adriaen Houtepen en Berken Cornelis van Dun).
2.  Thomas (zie V.2).
3.  Joanna [3], geboren te Rijen, gedoopt (RK) op 28-02-1670 te Rijen (getuige(n): Bartholomaeus Thomae Houtepen, Johanna Antonii). V. Adrianus Thomae Houtepen, M. Maria Adriani.

 

[1] Achtergrond informatie bij Adrianus (Adriaen Thomas) HOUTEPEN:
Adriaen Thomas Houtepen treedt diverse malen op als doopgetuige: op 4 september 1666 is hij samen met Adriana Cornelii Joannis Rubben getuige bij de doop van Cornelius, zoon van Antonius Cornelii Joannis Rubben en Adriana Adriani (Index op de doopboeken Gilze-Rijen, nummer 1171 (33/26)), op 8 december 1668 is hij samen met Cornelia Henrici Pauli getuige bij de doop van Adriana, dochter van Paulus Henrici Vermolen en Joanna Adriana (Wouters) Botermans (Index op de doopboeken Gilze-Rijen, nummer 1321)) en op 2 februari 1685 is hij getuige bij de doop van Cornelius, zoon van zijn broer Bartel Thomas Houtepen.
Zijn eerste aankoop betreft een bunder hei aan de Breestraat te Rijen, waarin hij op 25 maart 1672 wordt gevest (SAB V669 f205v).
Op 2 februari 1672 verklaart Adriaan, als gevolmachtigde van zijn vader Thomas, dat zijn vader van Sr Johan Wils, borger te Breda, een bedrag groot f800,00 heeft geleend en schuldig is. Adriaan stelt zich voor de terugbetaling hiervan borg. Dit bedrag is blijkens de in de marge gestelde kwitantie op 9 januari 1677 volledig terugbetaald (SAB V669 f194).
Adriaen Thomas Houtepen geeft op 1 mei 1674 als gewezen armmeester te Rijen samen met Peeter Janssen Timmermans de Jongh op verzoek van Jan Bartholomeeus Schellekens een verklaring af, waarbij zij verklaren dat Dominee Mispelblom, toen hij nog in Breda aan de Nieustraet woonde, "bij sekere occasie heeft verthoont een acte van sijne Hooght inhoudende in substantie dat denselve Do Mispelblom het armenshuijs ten Rijen soude bewoonen mits betalende een redelijcke huere" (SAB N190 f95).
Als brouwer heeft hij meermaals uit de dorpskas de kosten vergoed gekregen voor verteringen door ingekwartierde of op doortocht zijnde soldaten. In nagemeld boek wordt onder verwijzing naar GAGR invnr 427 en 988 verhaald dat er in 1676 een regiment voetvolk met officieren te paard in en rond de huizen gelegerd was "rontom de kerck needer geslagen altesamen". De manschappen meenden "ten Rijen 4 a 5 tonnen bier te drincken". Vervolgens wordt gemeld dat de weduwe Adriaen Thomas Houtepen (Adriaan was toen nog niet overleden!) toen een aantal officieren mee ten eten heeft genomen, terwijl er hooi werd verstrekt aan de voerlieden voor hun paarden. Haar zoon zou de groep vervolgens naar Chaam hebben gebracht.
Op 18 februari 1678 heeft Adriaen zich bij een schuldbrief, gepasseerd voor de schepenen van Gilse en Rijen, borg gesteld voor een aan zijn broer Corstiaen verstrekte geldlening groot f300,00 door Sr Johan Wils uit Breda. Blijkens de boedelbeschrijving die op 26 februari 1701 naar aanleiding van het overlijden Juffrouw Perina van Bernage, de weduwe van Johan Wils, is opgemaakt, is deze schuld (waarvan vermeld wordt dat deze op 14 januari 1678 zou zijn vastgelegd) op dat moment nog niet afgelost. Als erfgenaam van Perina van Bernage wordt Johan de Vroom, doctor in de medicijnen binnen de stad Breda, genoemd (SAB R556 f24v). De schuld wordt uiteindelijk door de erfgenamen van Corstiaen op 23 december 1715 terugbetaald, waarvoor in de marge van de schuldbrief door de erfgenamen van Johan Wils en Perina van Bernage kwijting wordt verleend (GAB V670 f49).
Op 3 juni 1678 treedt Adriaan Thomas op als getuige in een notariele akte, waarin een schuldbekentenis werd vastgelegd (GAB N280 f53).
Uit de dorpsrekeningen over 1680 blijkt dat Peeter Adriaan Mathijssen en Adriaen Thomas Houtepen de toren en de klok van de kerk in Rijen repareerden en schilderen, waarbij ook de wijzers werden verguld.In het boek "Rijen, ontstaan, groei, ontwikkeling" wordt hierbij verwezen naar GAGR 319, 334, 350, 432 en 171.
Na het overlijden van zijn ouders wordt de nalatenschap aanvankelijk onverdeeld gelaten. Pas op 23 mei 1684 worden een aantal kavels verdeeld, terwijl de rest van het vastgoed uiteindelijk eerst in 1691 werd verdeeld (zie hierna). Adriaen Thomas Houtepen verkrijgt in 1684 van zijn broers Corstiaen, Bartholomeeus en Jan en zijn zussen Theuntjen, Jenneken en Maria hun 6/7e onverdeeld aandeel in een vijf lopensaat grote kavel weiland aan de Schaarstraat alsmede een bunder heiveld en moergrond aan de Hoevendijk (SAB V670 f123).
Ook op 12 februari 1686 heeft Adriaen zich borg gesteld, ditmaal voor de terugbetaling van een door Sr Cornelis de Wijze, koopman in Breda, aan zijn zus Anthonet Thomas Houtepen geleend bedrag groot f900,00. Anthonet blijkt volgens deze akte in Turnhout te wonen en is weduwe van Jan Geert Casteleijns. Ook de broer van de overleden Jan Geert, Dirck Gerrit, stelt zich hierbij borg (SAB N312 f44).
Eerder (op 29 januari 1677) had Adriaen zich al borg gesteld voor een door Dingena Govert Puttinghs, weduwe van Dirck Vettiens, aan Geerit Marten Ermen verstrekte geldlening ten bedrage van f120,00. De weduwe van Adriaen Thomas laat op 4 februari 1688 beslag leggen op het een/derde aandeel van deze Geert in de nalatenschap van diens overleden vader, omdat de weduwe Vettiens hem dagelijks moest aanmanen om de rente en aflossing te betalen (RAT inv.2804 nr 9).
Blijkens een op 21 september 1695 opgemaakte besetbrief hebben de kinderen en erfgenamen van Antonet Houtepen in de jaren 1690 tot en met 1695 een procedure gevoerd tegen de weduwe en kinderen van Adriaan Houtepen, in verband waarmee C. Cloostermans, notaris en procureur te Tilburg, beslag laat leggen op het vijf loopensaat groot kavel aan de Lange Vooren (in eigendom verkegen bij erfdeling de dato 21 april 1677) en een kavel hooiland en groeve, genaamd De Boender. Het niet betaalde salaris van de procureur bedroeg op dat moment f87,00 (RAT inv.2804 nr 9). Van deze procedure is mij niets bekend.
De vader en moeder van Adriaen Thomas zouden blijkens een akte van verdeling, die pas op 20 februari 1691 voor schepenen in de vestkamer is verleden, al tijdens hun leven op 21 april 1677 hun vermogen hebben verdeeld onder de kinderen (SAB V671 f87ev). Uit deze vestbrief blijkt hoe omvangrijk het bezit van dit echtpaar is geweest. Aangezien Adriaen op dat moment al overleden was vond de verdeling plaats tussen de drie nog in leven zijnde zonen Corstiaen, Bartholomeeus, Jan alsmede de twee kinderen van Adriaen, de dochter Maria alsmede de kinderen van Anthonetta en Jenneken. 
Adriaens kinderen verkregen hierbij het oude huis in de Kerkstraat te Rijen, waar zij op dat moment al in woonden, een kavel zaailand aan het Goossenstraatje en de oostelijke en noordelijke helft van het weiland De Grote Weide te Rijen, de westelijke helft van het Klein Weike, de onverdeelde helft van het Hultermans Moerke en een moerveld te Oosterhout op het Steenovense Moerke.
De weduwe van Adriaen verkreeg op diezelfde dag een aantal kavels die bij deze verdeling aan de kinderen van zijn overleden zus Jenneken waren toegedeeld, namelijk de oostelijke helft van een zaailand, genaamd de Boender, aan de Leegstraat bij de Haansberg en de westelijke en noordelijke helft van De Grote Weide aan de Schaarstraat te Rijen. Deze twee lopenzaat grote kavel ligt ten westen van haar eigen kavel en ten noorden van een kavel die gemeenschappelijk eigendom is van Corstiaen en Bartholomeeus Houtepen (SAB V671 f97v).
Ook dat wat Corstiaen en Bartholomeeus verkregen werd later door de weduwe van Adriaen dan wel zijn zoon Thomas verkegen; Corstiaen en Bartholomeeus verkregen tezamen het groot huis met de oude en nieuwe brouwerij aan de kerk in de Kerkstraat te Rijen, het zaailand De Camp, een kavel hei in de Vliegende Vennen, twee moervelden in Rijen aan het Moerdijcxken en in Tilburg in de Bijsters, alsmede de zuidelijke helft van het weiland De Grote Weide; Corstiaen droeg op 3 september 1700 zijn onverdeelde helft en meer over aan Thomas, zoon van Adriaen Thomas Houtepen (SAB V672 f101), terwijl de weduwe van Bartholomeeus op 2 oktober 1700 voor f300,00 de andere onverdeelde helft van het huis en het moerveld aan het Moerdijcxken aan de moeder van Thomas ten titel van erfmangeling overdroeg (SAB V672 f106v). Op diezelfde dag droeg de weduwe van Adriaen Thomas aan de weduwe van Bartholomeeus Thomas in eigendom over de stede met huis, schuur en daarbijbehorende grond ter grootte van acht lopenzaat, gelegen aan de Kerkstraat te Rijen (SAB V672 f105v).

[2] Achtergrond informatie bij Joannes Adrianus:
Klopt de doopdatum wel? In ISIS is vermeld dat de vader Adrianus Antonius Houtepen zou heten en de moeder Maria Adrianus Wouters. Wellicht staat vermeld Adrianus Thonis en was bedoeld Adrianus Thomis, aangezien de naam van de moeder en de geboortedatum zouden kunnen kloppen, alhoewel de andere kinderen rond 1667 zijn gedoopt.
Op 31 juli 1672 is ene Johannes Adriaen Houtepen getuige bij de doop van Thomas, zoon van Adrianus Joannis (Vervoort) en Joanna Thomae Houtepen samen met Maria Cornelissen blijkens de Index op de doopboeken Gilze-Rijen, nummer 1015 (33/34vo). Dit zou betekenen dat Johannes op dat moment pas 16 jaar was, waardoor het onwaarschijnlijk is dat hij doopgetuige is geweest van zijn neefje.
Hij wordt overigens niet meer vermeld bij de verdeling van de nalatenschap van zijn grootouders op 20 februari 1691 in tegenstelling tot "Thomas en Jenneken Houtepen, daar vader aff was Adriaen Thomas Houtepen" (SAB V671 f87v). 

[3] Achtergrond informatie bij Joanna:
Johanna is op 6 november 1701 getuige bij het huwelijk van haar achterneef Cornelius Petri Houtepen. Tevens is zij op 13 augustus 1704 getuige bij de doop van Adrianus, zoon van haar broer Thomas Adriani Houtepen en Dimpna Cornelii Eelans, als waarnemer van Dimpna Wijnandi met Walterus Antonii Clock blijkens de Index op de doopboeken van Gilze Rijen, nummer 653 (32/38v)

Familiewapen Houtepen
Adrianus (Adriaen Thomas) Houtepen