Wie was marinier P.J. Houtepen?

Ter gelegenheid van de tewaterlating van de ondiepwatermijnenveger "HOUTEPEN" op 26 augustus 1961 bij de Arnhemse Scheepsbouwmaatschappij te Arnhem, heeft de majoor der Mariniers C.G. Lems M.W.O. een toespraak gehouden, waarin de heldendaden werden geschetst van degene, naar wie deze mijnenveger werd genoemd. De tewaterlating werd verricht door de echtgenote van de Commandant Zeemacht Nederland, mevrouw C. baronesse De Vos van Steenwijk- ­Westpalm van Hoorn, waarbij minister Visser en zijn echtgenote persoonlijk van hun belangstelling deden blijken. Bij Koninklijk Besluit no. 77. d.d. 3 juni 1947 werd marinier Houtepen postuum onderscheiden met de Bronzen Leeuw. 

De tekst van deze toespraak luidde als volgt:
"Petrus Jacobus Houtepen werd op 4 januari 1925 te Roosendaal en Nispen geboren. Op 4 juni 1946, 21 jaar oud, sneuvelt hij als marinier 3e klasse OVW in een kampong bezuiden Soerabaja. De volwassenheid heeft hij nauwelijks gekend. Toch ligt tussen beide data een mensenleven een kórt mensenleven besloten. Als oud compagniescommandant van Houtepen is mij door de marineleiding gevraagd de figuur van Houtepen voor U nader te belichten. Helaas voel ik mij onmachtig Houtepen als mens voor U gestalte te geven. Ik weet dat hij jong zijn vader heeft verloren, dat zijn stiefvader hem als een eigen zoon heeft beschouwd en opgevoed, en dat de nagedachtenis aan zoon en broer vandaag de dag bij de nabestaanden nog een centrale plaats inneemt. Slechts over een korte periode uit zijn leven kan ik U enkele mededelingen doen, die, ik ben mij dat terdege bewust, nauwelijks uitkomen boven biografische bijzonderheden, die de mens Houtepen allerminst raken.
In 1945 geeft hij gehoor aan de oproep van onze regering, zich te melden voor de strijd tegen Japan. Hij treedt 20 jaar oud in dienst als marinier OVW, ontvangt zijn militaire opleiding in de Verenigde Staten, vanwaar hij eind 1945 scheep gaat naar Nederlandsch Oost Indië. Na een kort verblijf op Malakka gaat hij in februari 1946 te Soerabaja aan land. Een Hollandse jongen als duizenden anderen, voor wie Java, Soerabaja en peloppos klanken zonder inhoud zijn. Houtepen is als automatisch geweerschutter ingedeeld bij een infanteriepeloton van compagnie F, 2e infanterie bataljon, van de Mariniersbrigade.
Twee gebeurtenissen volgen elkaar nu snel op. Op 7 mei 1946 maakt hij deel uit van een patrouille, welke opdracht heeft de tegenstander uit een bepaald gebied ten zuiden van Soerabaja te verdrijven. Na zware tegenstand bereikt de patrouille nabij de kampong Doengoes het daar lopende irrigatiekanaal. Houtepen is dan één der eersten die nog steeds onder vijandelijk vuur over enkele samengebonden pisangstammen het kanaal oversteekt, met zijn mitrailleur naar voren dringt, stelling neemt en door goed gericht en verrassend vuur de tegenstander verdrijft.
Een maand later: 4 juni 1946, Kampong Samoiboeloe, eveneens ten zuiden van Soerabaja. De colonne gesteund door artillerie, heeft de kampongrand bereikt en ligt onder vijandelijk mitrailleurvuur in dekking. Houtepen werkt zich naar voren en neemt waar, dat ons artillerievuur niet op de vijandelijke posities ligt, maar wel héél dicht voor onze eigen troepen. Op eigen initiatief, en onder vijandelijk vuur, begeeft Houtepen zich naar de artilleriewaarnemer en keert met deze terug naar zijn vorige opstelling om hem de vijandelijke posities aan te geven. Enkele ogenblikken later wordt hij, met die artilleriewaarnemer, dodelijk door eigen artillerievuur getroffen.
Het klinkt allemaal erg simpel. Doengoes en Samoiboeloe. Het zijn slechts twee akkoorden uit een kort leven, waarvan het eindakkoord vandaag naklinkt. Zo dadelijk zal een schip te water worden gelaten, dat trots en fier de naam Houtepen zal dragen.Het zij in de eerste plaats voor de kleine kring van nabestaanden een troost, dat hun zoon en broer de naamloosheid van de dood heeft overwonnen.
Aan de Koninklijke Marine zal een schip worden toegevoegd, waarvan de naamgever een lichtend voorbeeld moge zijn voor hen, die in de toekomst op deze bodem het land zullen dienen. Voor het Korps Mariniers een eervolle gebeurtenis, nu in haar roemvolle historie wederom een schip de naam van een marinier zal dragen. Zelf ben ik dankbaar dat onder mijn bevel een jongen heeft gediend, die was zoals vele duizenden met hem waren, maar die thans uit de massa der ongenoemden naar voren zal treden."

In de "Gedenkrol van de Koninklijke Marine; Chronologie van incidenten waarbij personen in dienst van de Koninklijke Marine omkwamen of vermist raakten in de periode van 3 september 1939 tot en met 31 december 1962" is P.J. Houtepen opgenomen onder nummer MARNS 51 en is de gebeurtenis van 4 juni 1946 als volgt omschreven:
"Op 4 juni 1946 kwam een patrouille die vanuit Kletek was vertrokken, plotseling bij de kampong Sameiboeloe in de Gendangan-sector zwaar onder vuur te liggen. De waarnemer vroeg artilleriesteun aan, maar gaf per abuis zijn eigen positie op. Voordat hij dat kon herstellen, werd de patrouille door eigen vuur beschoten. Kapitein W.H. Dirks en marinier P.J. Houtepen verloren hierbij het leven. Naar Houtepen werd op 21 maart 1962 een ondiepwatermijnenveger vernoemd."
 

Familiewapen Houtepen